0 S 2 \> ° { °\ - Acehbooks.org

TIENDE HOOFDSTUK. 287
Lentemaand 1809, na de ontvangst van het verslag
zijner eerste verrigtingen geschreven: «Mogende ik
u dus, als 't ware, uit naam en op last van Zijne
Majesteit te kennen geven, dat gedurende dit
tijdperk van voorbeeldeloozen druk en bezwaar, de
instandhouding en de redding onzer belangen in
Oost-Indie, naauwelijks door iets anders worde
gewaarborgd, dan door uw beleid, standvastigheid
en dévouement, en ook nimmer eenige questie zijn
kan, van maatregelen en beschikkingen, tot een
zoo heilzaam en groot doeleinde strekkende, aan
oude begrippen, of aan de handelingen uwer
voorgangers te toetsen, en dat hier, zoo immer, de
middelen geoordeeld zullen worden, gcregtvaardigd te
zijn door het oogmerk ] ). »
De man die verscheen, met zoodanige magtsvrijheid
en met den ernstigen wil om de bestaande
misbruiken, te keer te gaan, ja zoo mogelijk uit
te roeijen; de man die kwam om sleur en slofheid
in ambtsvervulling een einde te doen nemen, en
die stipte nakoming van eens gegeven bevelen
vorderde : hij moest evenzeer bij het militaire
wezen als bij de burgerlijke ambtenaren, op bijna
onoverkomelijke moeijelijken, op bijna algemeenen
onwil stuiten, waardoor hij niet enkel in zijne
handelingen zou belemmerd worden; maar waar
hij zich zou bedreigd zien, zijne werkzaamheid
verlamd, zelfs alle verbetering onmogelijk te zien
gemaakt. Zonder buitengewone wilskracht en volharding,
zonder rustelooze werkzaamheid, zonder
onverbiddelijke gestrengheid, ware de uitvoering
onmogelijk geweest. — Ieder ander dan Daendels
1) DAENDELS Verslag, blz. 106; noot.