0 S 2 \> ° { °\ - Acehbooks.org

ZESDE HOOFDSTUK. 155
omwenteling toeschrijven, dan zal zulks niet te
onregte wezen, omdat zijne latere schriften, daarvan
steeds mindere blijken dragen en, aan bezadigdheid
van betoog en kalme verdediging zijner
beginselen, allezins winnen. Ook worden enkele
overdrevène gevoelens niet met hardnekkigheid
vastgehouden. Of in dezen zijn broeder Gijsbert
Karel Van Hogendorp, oud Kaad en Pensionaris
der stad Rotterdam, wiens gehechtheid aan den
Erfstadhouder bekend was, een weldadigen invloed
op D. Van Hogendorp hebbe uitgeoefend, is geenszins
onwaarschijnlijk, te minder omdat hij zich
ten aanzien van de eigenlijke vrijheid van handel
rangschikte aan de zijde van den oud Gezaghebber
van Java's Oosthoek ').
In de afscheiding van het beheer en bestuur
over de Indische Bezittingen, van den handel op
dezelve , en het vrijstellen van dien voor de ingezetenen
van den Staat, waren de beide broeders
het eens. In zijn antwoord aan een' Ongenoemde,
op het onderzoek der Gronden van zijn stelsel 2 ),
levert D. V. H. vele belangrijke bijdragen, tot
1) Behalve Brieven aan eenen Participant met twee vervolgen,
heeft men do drie declen Verhandelingen over den Oost-Indischen
Handel in 1801 en later uitgekomen, behelzende het I. D. Gedachten
over den Oost-Indischen Handel en Bezittingen, voorgedragen in aanmerkingen
op de Memorie van den lieer Van Der Oudcrmeulen, van
10 November 1785. Het II D. Staatkundige Beschouwing van de
Koloniën benoorden en ieoosten Kaap Be Goede Hoop, zijnde eigenlijk
eene Beschouwing van de Kaap-kolonie, en uittreksels uit de
voornaamste reizigers door wie Zuid-Afrika ia bezocht. De Bijlagen
beslaan niet minder dan 388 bladzijde: liet III D. behelst eene
Beschouwing van het Octrooi der Engelsche Oost-Indische Compagnie.
2 ) Dit Antwoord is uitgegeven te 's Hage in 1802, waarop we-
derom Aanmerkingen zijn verschenen.