0 S 2 \> ° { °\ - Acehbooks.org

318 TIENDE HOOFDSTUK.
Zomermaand 1810. Bagelaar was bijna de geheele
reis bedlegerig. Zijn eenige Officier, de 2e Lieutenant
Kerf bijl, ondersteunde den zieke in het
bevel zoo veel doenlijk. In Wijnmaand, de bogt
van Frankrijk bereikt hebbende, verviel de Javaan,
tegen den avond te midden van eene Engelsche
vloot. Er scheen geene kans te wezen om de Engelschen
te ontzeilen. Doch Bagelaar, hoezeer ziek
te kooi liggende, gaf den moed niet op en verwachtte
heil van de naderende duisternis. Hij deed
door den timmerman, het grootste aan boord zijnde
watervat midden doorzagen; in de eene kuip of
balie liet hij eene lange spar bevestigen en boven
aan een brandende scheepslantaarn ophangen. Die
balie werd met den donker over boord gezet; terwijl
op de Javaan alle lichten werden uitgedaan
en die bodem van koers veranderde. In dier voege
ontsnapte Bagelaar gedurende den nacht aan de
Engelschen. Ten einde eene noodlottiger ontmoeting
voor te komen, hield hij af naar Bordeaux.
In weerwil van het gevaarlijke vaarwater, bereikte
hij zonder loods Bordeaux '). Dienzelfden dag had
de Ie Lieutenant Janssen, met den Lieutenant
Geesteranus als 2e Officier, die evenzeer met kostbare
producten geladen, acht dagen na Bagelaar,
Soerabaija had verlaten, mede het buitengewone
geluk, zonder loods, behouden voor Bordeaux het
anker te laten vallen.
De beschikking dat alle godsdienstige gezindten
aanspraak hebben op gelijke bescherming, bleef
zonder door den Gouverneur-Generaal te worden
1) Bagelaar herstelde niet. Hij bleef sedert steeds lijdende
='1 in Herfstmaand 1827, in den ouderdom van ruim 47 ja,