0 S 2 \> ° { °\ - Acehbooks.org

TWAALFDE HOOFDSTUK. 397
Adjudanten Coudère en Dibbetz, naar Soerabaya ten
einde zich in te schepen en de noodlottige tijding aan
den Keizer te brengen. Op den 8 n van Herfstmaand
ontsnapten de twee fregatten aan de waakzaamheid
der Engelschen, die Soerabaya blokkeerden, en
kwamen behouden in Europa.
Van Tjanjoor had hij bevelen gezonden, naar de
beide Vorstenhoven, en aan de inlandsche Eegenten,
ook in den Oosthoek, om hunne Contingenten
troepen, ten spoedigste op Samarang of Soerabaya
te rigten. Ook het Legioen van Prang Wedono
werd opgeroepen. Onder weg had hij overal bevel
gegeven om de zwervende troepen van leeftocht
te voorzien en naar Samarang te zenden. Voor de
leeftocht van de manschappen, die van Buitenzorg
zouden komen, moest mede gezorgd worden.
Van Motman verliet Buitenzorg, eenige uren
na Janssens, met wat hij aan Officieren en manschappen
had kunnen bijeen krijgen. Jumel sloot
zich daaraan. Nog dienzelfden dag werd Buitenzorg
door Kolonel Gibbs bezet, die er meer dan
40 stukken geschut vond. — Van daar op den
togt over Tjiseroa naar Tjipannas ontmoette die
kleine hoop, inlandsche soldaten, die weigerden
langer dienst te doen, den ingezetenen lastig vielen
en zich aan ongebondenheden schuldig maakten.
Zelfs Europesche soldaten gedroegen zich op gelijke
wijze, weigerden gehoorzaamheid aan hunne officieren,
en sloegen tot openlijke muiterij over. De
huizen der rustige ingezeten werden beroofd en
zelfs verbrand. De soldaten die men bijeen houden
kon, kwamen met een betrekkelijk groot getal
Officieren, den 31 n van Oogstmaand te Soemadang.
Dewijl de troepen aldaar zouden uitrusten, begaf