0 S 2 \> ° { °\ - Acehbooks.org

VIERDE nOOFDSTUK. 101
Opperhoofd Hemmy op zijne terugreis van Jedo.
Ingevolge geruchten zou hij zich zelven om het
leven hebben gebragt, dewijl eene geheime verstandhouding
met den Landsheer van Sa-tsoema l ),
welke was uitgelekt, bij het Hof was bekend geworden.
Het Keizerlijke Hof veinsde onkundig te
wezen van de oorzaak van dat overlijden, en liet
groot leedwezen ovor den dood van den in de
Japansche aangelegenheden doorkundigen Hemmy
betuigen.
In het najaar van 1798 kwam geen nieuw
Opperhoofd uit, zoodat de leiding der zaken van
de Factorij aan den Pakhuismeester, in rang aan
het Opperhoofd volgende, moest verblijven. Eerst
in het jaar 1800 kwam het nieuwe Opperhoofd
W m . Wardenaar met den Scriba H k . Doeff. Te
zamen slaagden zij er in, de bestaande verwarring
in de boeken te herstellen, en de vroeger gepleegde
kwade trouw bij de ambtenaren der Factorij, voor
den vervolge zeer moeijelijk te maken. Door de
omstandigheden geholpen slaagde Wardenaar er in,
om de prijsverhoogingen, door Titsingh verkregen,
waarvan het tijdsverloop verstreken was, voor een
tijd van tien jaren te zien verlengen. — Ten jare
1803, Doeff als Opperhoofd achterlatende, verliet
Wardenaar Dezima met eene lading koper, zoo als
aan Hemmy was toegestaan, en eene toezegging
van gelijken uitvoer voor de eerste vijfjaren, edoch
met de aanbeveling, van geene vreemde schepen
gebruik te maken. Dit doelde op den Amerikaanschen
Gezaghebber Steward, die, in 1797 en in
1) Deze is een der magtigste Leenheeren van het Eijk Nippon, die
van wcge zijn aanzien bij het Keizerlijke Hof, met een wantrouwend
oog wordt behandeld en tevens ontzien.