0 S 2 \> ° { °\ - Acehbooks.org

TIENDE HOOFDSTUK.
293
worden vergolden. — Die publicatie beroofde, men
kan zeggen alle ambtenaren, naarmate van
hunnen rang, van meer of min belangrijke inkomsten,
dus ook inzonderheid Nicolaus Engelhardt.
Twee jaren had Daendels den Gouverneur van
Java in het genot gelaten der aanzienlijke inkomsten
getrokken uit de helft der opbrengst van de vogelnestjes,
in do vorstenlanden vallende, toen in den
aanvang van 1810, door de Hooge Regering, die
inkomsten werden ingetrokken. Die helft van de
opbrengst, uit de vogelnestjes verkregen, werd
toeo-ekend aan den tijdelijken Gouverneur-Generaal,
om te strekken ter vergoeding voor het gemis der
inkomsten van het Landgoed Wel te vrede, dat,
hoewel den Opperlandvoogd ten gebruike afgestaan,
voor Rijks rekening was verkocht. In 1809 werd
Java's Oosthoek (het Gouvernement van Soerabaya)
aan het gezag van den Gouverneur van Java
onttrokken, en hem eene vaste bezolding van
ƒ40,000 'sjaars toegelegd, zoodat deze vroeger zoo
voordeelige en hoogst gewigtige betrekking, van
we "-e den invloed op den Mataram uitgeoefend, al
haar glans en aanzien verloor.
Dit alles griefde Nie. Engelhardt ten zeerste, en
alhoewel hij zich uitwendig naar den tijd wist te
schikken, zoo heeft hij evenwel zijn' haat Daendels
steeds nagedragen. Nadat hem later de Staat der
Nederlandsche Oost-Indien onder het Bestuur van
den Maarschalk, was ter hand gekomen, schreef
hij daarop aanmerkingen, met aanhaling der bladzijden
van het Verslag van Daendels, die hier te
lande werden uitgegeven. Ze zijn veelal wijdloopig
en weinig ter zake dienende, doch behelzen eene