0 S 2 \> ° { °\ - Acehbooks.org

VIJFDE HOOFDSTUK. 125
evenwel de Britsche havens niet verlieten, wanneer
tegen het einde van het jaar 1794, de Staat van
zaken in Nederland, een zoo aller hagchelijkst
aanzien verkreeg. Hij meende dat ze geene dringende
bevelen gekregen hadden om het anker te
ligten en te verzeilen.
Bereids is gesproken van een adres, alsmede van
eene memorie van Grieven en Bezwaren ten jare
1796 ') aan de Nationale Vergadering aangeboden.
Aan dezelfde pen had men een nieuw adres s ) te
danken, dat kort na de vrede van Amiens bij het
Staats-Bewind werd ingediend. Terug te komen op
de «gronden en grieven» bij die gelegenheid
aangedrongen, en door ons vermeld is onnoodig,
vooral wijl in het adres naar de Memorie van
grieven en bezwaren, voor zoo veel noodig, wordt
heen gewezen. In het tegenwoordige adres zijn bovendien
gronden voor het behoud der Oost-Indische
Maatschappij aangevoerd, waarover niet mag gezwegen
worden.
Het gebeurde bij de Vergadering van Holland
en die van H. H. M. ten opzigte van de Oost-
Indische Maatschappij wordt toegeschreven aan de
eerste hitte der Revolutie, aan de alles beheerschende
geest van hervorming, toen men zich door
magtspreuken, eenzijdige voorstellingen, en schoonschijnende
ontwerpen en bespiegelingen liet verrassen
en medesiepen. Nogtans had het adres, ten vorige
jare ingediend, ter zake van den gevorderden afstand
van Ceylon en de vergunning van vrije
1) Zie hier voren Hoofdstuk III. bl. 74.
2) Adres van Participanten der Nederlandsche Oost-Indische Maatschappij
aan het Staats-Bewind der Bataafsche Republiek enz. Amst.
1802. De Hoogleeraar Cras acht men de steller van dat Adres te zijn.