11.09.2013 Views

Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies

Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies

Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tot deze fractie behoren voor het grootste gedeelte ook de bestanddelen van natuurlijke oorsprong,<br />

zoals zeezout en een deel van het bodemstof. Deze vormen op jaargemiddelde basis zo’n 20 à 30% van<br />

het fijn stof. Op grond van het Beleidsgericht Onderzoeksprogramma fijn stof (BOP) blijkt dat de bijdrage<br />

van zeezout en bodemstof veel kleiner is dan altijd gedacht werd (Matthijsen, 2010). De niet-uitlaat<br />

emissies van verkeer zijn verantwoordelijk voor nagenoeg alle zware metalen die aangetroffen worden<br />

in wegenstof.<br />

Voor personenauto’s is de verbranding bij lage snelheden onvollediger. De emissie van fijn stof is bij lage<br />

snelheden dan ook het hoogst. Bij een gemiddelde snelheid van 13 km/uur is de emissie van PM10 circa<br />

1,5 keer hoger dan bij een gemiddelde snelheid van 100 km/uur. Zwaar vrachtverkeer stoot, afhankelijk<br />

van de snelheid, ongeveer 4 – 6 x zoveel PM10 uit als personen auto’s.<br />

De PM10-concentratie neemt in Nederland vanuit het noorden naar het zuiden toe door de toenemende<br />

invloed van bronnen in Nederland en het aangrenzende buitenland. De jaargemiddelde achtergrondconcentratie<br />

van fijn stof bedroeg in 2010 gemiddeld over Nederland 24 µg/m 3 . Terwijl de jaargemiddelde<br />

achtergrondconcentratie van PM10 in 2008 gemiddeld over Nederland 23 µg/m 3 bedroeg. De<br />

achtergrondconcentratie wordt gevormd door de regionale (grootschalige) en stedelijke achtergrond. In<br />

de buurt van lokale bronnen zoals op- en overslagbedrijven of grote stallen kan de norm worden overschreden<br />

door de lokale bijdrage aan de fijnstofconcentratie.<br />

De achtergrondconcentratie daalt langzaam: de laatste jaren is er elk jaar een gemiddelde afname te<br />

zien van 1 µg/m 3 . Dit komt overeen met een afname van zo’n 24-32% sinds het begin van de jaren negentig.<br />

Tweederde van deze daling is gelegen in de daling van emissies van fijn stof uit zwaveldioxide,<br />

stikstofdioxiden en ammoniak. De bijdrage in de daling van koolstofhoudend stof (elementair koolstof,<br />

organisch koolstof en zwarte rook) is minder dan 10%.<br />

De metingen in de periode 1992-2010 laten een afname zien van 35% op de regionale stations en van<br />

25-30% op de stadsstations.<br />

Meteorologische invloeden kunnen leiden tot fluctuaties in de jaargemiddelde PM10-concentraties van<br />

zo’n 5 µg/m 3 . Daarnaast zijn de PM10 concentraties hoger rondom droge wegen vergeleken met natte<br />

straten. Wegslijtage en opwerveling van fijn stof spelen daarbij een belangrijke rol.<br />

De fractie PM2,5 bevat vooral de deeltjes die ontstaan door condensatie van verbrandingsproducten of<br />

door reactie van gasvormige luchtverontreiniging, sulfaat- ammonium- en nitraat-aërosolen (ongeveer<br />

50% van totale PM2,5) en is vooral van antropogene oorsprong (85-90%). Stof dat in de vorm van roet<br />

(elementair en organisch koolstof), oxiden van metalen en silicium, zwarte rook en ultrafijne deeltjes (<<br />

PM0,1) rechtstreeks vrijkomt bij verbrandingsprocessen zoals bij transport, industrie en consumenten<br />

vormen de belangrijkste fractie van PM2,5 naast de secundair gevormde deeltjes uit gasvormige bestanddelen<br />

(secundaire aërosolen). De belangrijkste bronnen die verantwoordelijk zijn voor PM2,5 zijn de<br />

industrie, raffinaderijen en de energiesector, aangevuld met significante bijdragen van wegverkeer en<br />

landbouw. Het grootste deel van de door mensen veroorzaakte PM2,5-achtergrondconcentraties in Nederland<br />

komt uit het buitenland.<br />

De hoogste concentraties worden voornamelijk gevonden in de grote steden. Op het platteland zijn de<br />

concentraties navenant veel lager. De metingen van PM2,5 zijn nog beperkt in aantal, waardoor ook nog<br />

de concentraties erg onzeker zijn. De toename aan fijn stof in steden is vooral gelegen in de toename<br />

van fijn stof concentraties door elementair en organisch koolstof. Deze kunnen echter per locatie sterk<br />

verschillen. Op basis van de huidige inzichten liggen de jaargemiddelde achtergrondconcentraties van<br />

PM2,5 in Nederland tussen de 13 en 18 µg/m 3 . In het stedelijk gebied zijn de jaargemiddelde PM2,5 -<br />

concentraties hoger, namelijk 14-22 µg/m 3 . Lokaal in straten en langs snelwegen zijn de concentraties<br />

verhoogd door de bijdrage van verkeer aan de PM2,5 -concentraties. PM2,5 -concentraties in straten zijn<br />

voor 2010 berekend op 15 tot maximaal 30 µg/m 3 . Metingen van PM2,5 langs straten en wegen in Nederland<br />

en nabijgelegen regio's in België en Duitsland geven een range van 18-28 µg/m 3 .<br />

Depositie (of neerslag) van fijn stof met daaraan geadsorbeerde toxische componenten kunnen een bijdrage<br />

leveren aan de blootstelling van de mens. Depositie van stof kan leiden tot verontreiniging van de<br />

bodem en verontreiniging van daarop geteelde gewassen. Lokale bronnen van depositie van (met name)<br />

PAK zijn o.a. verkeerswegen. Er is slechts weinig onderzoek verricht naar depositie van PAK in de buurt<br />

van verkeerswegen.<br />

- 100 -

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!