Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Het relatief risico is hoger dan in de eerste meta-analyse van het RIVM. De eerste meta-analyse was gebaseerd<br />
op een beperkt aantal dwarsdoorsnede onderzoeken, die prevalenties (bestaande gevallen)<br />
weergeven. Bij de laatste meta-analyse zijn ook case-controle- en follow-up-studies betrokken, waarmee<br />
de incidentie (nieuwe gevallen) wordt geschat. De onderzoeksopzet is bij deze studies ook beter en<br />
het myocardinfarct wordt veelal door een arts vastgesteld. Voor de schatting van het aantal myocardinfarcten<br />
is het op basis van de laatste meta-analyse berekende relatieve risico betrouwbaarder.<br />
Het RIVM berekende een lineaire relatie voor het relatieve risico op myocardinfarcten, terwijl Babisch<br />
de relatie voor de odds ratio beschreef met een polynomiale functie. Het uiteindelijke verschil in berekende<br />
aantallen myocardinfarcten is echter gering.<br />
Het is nog niet precies bekend boven welke geluidbelasting effecten zouden kunnen optreden. De precieze<br />
hoogte van de drempel is van belang omdat geluidbelastingen in de woonomgeving maximaal<br />
rond deze waarden liggen. In de meta-analyse van twee studies door het RIVM in 2002 kon voor de<br />
ischemische hartziekten in het traject van 51 – 70 dB een blootstelling-respons relatie opgesteld worden<br />
(Kempen et al., 2002). Dit is een indicatie dat er geen scherpe drempel is, maar dat dergelijke effecten<br />
ook al bij lagere geluidbelastingen kunnen optreden.<br />
Babisch (2006) concludeerde dat boven 62 dB (Lden) het risico op myocardinfarcten begint toe te nemen.<br />
In de laatste meta-analyse van het RIVM (van Kempen en Houthuijs, 2008) wordt opgemerkt dat het<br />
onzeker is vanaf welk geluidniveau de relatie tussen de geluidbelasting en myocardinfarcten kan worden<br />
toegepast. Tussen de 55 en 65 dB liggen de (berekende) relatieve risico’s alle zeer dicht bij 1. Vooralsnog<br />
wordt 60 dB LAeq,16u aangehouden. LAeq,16u is het equivalente geluidniveau gedurende 16 uur overdag en<br />
’s avonds. Er wordt van uitgegaan, dat dit ongeveer overeen komt met 62 dB Lden.<br />
Er zijn aanwijzingen dat ook de blootstelling aan luchtverontreiniging van wegverkeer samenhangt met<br />
het optreden van myocardinfarct, zodat het effect van geluid van wegverkeer mogelijk wordt overschat.<br />
Er worden verschillende studies uitgevoerd naar de gecombineerde blootstelling aan luchtverontreiniging<br />
en geluid en hart- en vaataandoeningen.<br />
Leerprestatie<br />
Uit onderzoek op scholen in de omgeving van vliegvelden komen aanwijzingen dat verhoogde geluidbelastingen<br />
negatieve effecten hebben op de leerprestatie van kinderen, zoals het korte termijn geheugen,<br />
aandacht vasthouden en begrijpend lezen. Deze effecten kunnen tot enkele maanden na vermindering<br />
van de geluidbelasting aanhouden (zie Module N Vliegverkeer en geluid).<br />
Voor de samenhang tussen het geluid van wegverkeer en cognitieve effecten bij kinderen zijn er nog<br />
geen bruikbare blootstelling-responsrelaties.<br />
Grenswaarden<br />
De Wet geluidhinder gaat uit van twee grenswaarden: een voorkeursgrenswaarde en een maximaal toelaatbare<br />
grenswaarde. De voorkeursgrenswaarde is een ondergrens en de maximaal toelaatbare grenswaarde<br />
een bovengrens. In principe mag de geluidbelasting van een weg niet boven de<br />
voorkeursgrenswaarde uitkomen. Als een beheerder een weg aanlegt, moet hij op de hoogte zijn van<br />
het geluidniveau dat deze weg zal produceren. Als blijkt dat de geluidhinder van de weg boven de voorkeursgrenswaarde<br />
uitkomt, is er een ontheffing van de overheid nodig. Per woning wordt een hogere<br />
waarde vastgesteld. De geluidbelasting op een woning mag echter niet boven de maximaal toelaatbare<br />
grenswaarde uitkomen, ook niet als de overheid ontheffing verleent. Slechts bij hoge uitzondering mag<br />
hiervan worden afgeweken met een beroep op de Interimwet Stad- en Milieubenadering.<br />
Voor de voorkeursgrenswaarde wordt onderscheid gemaakt in nieuwe en bestaande woningen.<br />
De voorkeursgrenswaarde voor de geluidbelasting voor wegverkeer aan de gevel van nieuwe woningen<br />
is een Lden van 48 dB. Voor bestaande woningen is deze een Lden van 53 dB.<br />
De maximaal toelaatbare geluidbelasting voor woningen is 53 tot 68 dB (Lden). Dit is afhankelijk van de<br />
situatie. Gaat het om een nieuwe woning of een nieuwe vervangende woning, een binnenstedelijke weg<br />
of een snelweg, een bestaande weg, een nieuwe weg of een reconstructie aan een bestaande weg. In de<br />
tabel zijn de maximaal toelaatbare waarde en de voorkeurswaarde voor enkele situaties gegeven.<br />
- 127 -