11.09.2013 Views

Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies

Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies

Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Door NoBo worden de verschillende bodemfuncties als volgt beschreven (VROM/NoBo, 2008):<br />

De bodemfunctie “wonen met tuin” hoort bij woongebieden met tuinen, waar beperkte consumptie van<br />

gewassen uit de eigen tuin geen probleem mag zijn. Hierbij moet worden gedacht aan een gewasconsumptie<br />

uit de eigen tuin van rond de 10% van de totale gewasconsumptie van de bewoners. Indien<br />

verwacht wordt dat veel grotere percentages uit de eigen tuin worden gegeten (of het bevoegd gezag<br />

vindt dat dit mogelijk moet zijn) dan moet gekozen worden voor de bodemfunctie “moestuinen en<br />

volkstuinen”.<br />

Bij de bodemfunctie “plaatsen waar kinderen spelen” gaat het om die plaatsen waar kinderen in contact<br />

komen met de onverharde bodem. Het gaat om speelplaatsen bij scholen, bij kindercentra, in plantsoenen,<br />

maar ook om plaatsen die niet specifiek zijn bedoeld als kinderspeelplaats, maar die door kinderen<br />

wel aantrekkelijk worden gevonden om regelmatig te spelen. Kenmerkend voor deze bodemfunctie is<br />

dat er geen rekening wordt gehouden met gewasconsumptie. Ook siertuinen kunnen onder deze functie<br />

vallen, maar dan moeten de bewoners er goed van op de hoogte zijn dat het (mogelijk) niet wenselijk is<br />

om gewassen te telen in de betreffende siertuinen. Het kiezen van de bodemfunctie “plaatsen waar kinderen<br />

spelen” voor woningen met tuinen is hiermee vooral een optie voor dichtbebouwd stedelijk gebied<br />

met kleine tuinen, die bijna altijd grotendeels zijn verhard. In dergelijke tuinen is de teelt van<br />

voedingsgewassen in de eigen tuin onwaarschijnlijk.<br />

Onder de bodemfunctie “moestuinen en volkstuinen” vallen uiteraard individuele moestuinen en volkstuinen,<br />

maar ook stads-, dorps- en boerderijtuinen die collectief voor gewasteelt worden gebruikt.<br />

Woongebieden met tuinen, waarin de teelt van grotere hoeveelheden gewassen mogelijk moet zijn, vallen<br />

onder deze bodemfunctie. Dit is voor de mens de meest gevoelige bodemfunctie. De kwaliteit van<br />

de Maximale Waarde voor deze functie maakt het mogelijk dat een huishouden 100% bladgewassen en<br />

50% aardappelen van de betreffende bodem consumeert. Als richtlijn om “volledig” als moestuin te<br />

kunnen dienen, geldt een minimale oppervlakte van circa 200 m 2 in gebruik als moestuin. Voor kleinere<br />

moestuinen en volkstuinen (minimaal circa 100 m 2 in gebruik als moestuin) is er de optie om te kiezen<br />

voor een lagere gewasconsumptie uit eigen tuin (50% bladgewassen en 25% aardappelen). Bij woongebieden<br />

waar de tuinen klein zijn en ook worden gebruikt als siertuin, voor een terras en als speelplek<br />

kan worden uitgegaan van de bodemfunctie “wonen met tuin”.<br />

De bodemfunctie “groen met natuurwaarden” hoort bij groene gebieden met een zekere ecologische<br />

waarde. Het kan bij deze bodemfunctie gaan om terreinen voor sport- en recreatie en bepaalde stadsparken.<br />

Ook grote kantorenlocaties met veel groenvoorzieningen kunnen hieronder vallen, evenals siertuinen<br />

bij flats en zorginstellingen, dijken en brede bermen bij grote wegen. De bestaande<br />

bodemkwaliteit kan een rol spelen bij de keuze voor deze bodemfunctie voor de inrichting van het gebied.<br />

Het moet wel gaan om gebieden waar sprake is van weinig bodemcontact door de mens.<br />

Het Besluit bodemkwaliteit is gericht op een duurzame toepassing van diffuus verontreinigde grond en<br />

voor het vaststellen van terugsaneerwaarden na bodemsanering van puntbronnen. Bij diffuus verontreinigde<br />

grond gaat het om niet-vluchtige stoffen. Vluchtige stoffen komen alleen voor bij puntbronnen.<br />

Aangezien ook lokale verontreiniging van het grondwater door puntbronnen in <strong>GES</strong> wordt beoordeeld is<br />

ook de blootstellingsroute aan vluchtige verbindingen via uitdamping naar binnenlucht van belang.<br />

Ten behoeve van de berekeningen van blootstelling aan vluchtige stoffen in het ondiepe grondwater<br />

wordt in het kader van <strong>GES</strong> gekozen voor het standaard scenario in CSOIL (en ook het meest voorkomende<br />

scenario), de goed gemengde grondwaterverontreiniging onder een woning met kruipruimte.<br />

Deze blootstelling is onderdeel van het CSOIL scenario “wonen met tuin”.<br />

- 190 -

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!