Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
I- Railverkeer en externe veiligheid<br />
Emissie en verspreiding<br />
Het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor<br />
Giftige en zeer giftige vloeistoffen worden in sterk wisselende hoeveelheden langs bijna alle daarvoor in<br />
aanmerking komende spoorlijnen in Nederland getransporteerd. Giftige gassen concentreren zich sterk<br />
op bepaalde routes. Kenmerkend is dat er vooral ’s avonds en ’s nachts gereden wordt.<br />
Rangeerterreinen verdienen bijzondere aandacht. Deze spooremplacementen vallen wat wet- en regelgeving<br />
betreft onder de stationaire inrichtingen (zie Module D Bedrijven en externe veiligheid).<br />
Voor de omschrijving van gehanteerde risicomaten wordt verwezen naar Module D.<br />
Risicoatlas (IPORBM)<br />
De provincies hebben de beschikking over de gegevens van de risico’s van het vervoer van gevaarlijke<br />
stoffen over de zogenaamde vrije baan, dus buiten de emplacementen. Zij beschikten over IPO-mallen<br />
(IPO-Risicoberekeningsmethode of IPORBM), waarmee de risico’s eenvoudig te berekenen waren. In<br />
2001 is door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat de op IPORBM gebaseerde Risicoatlas Spoor uitgebracht.<br />
Deze atlas gaf per spoortraject informatie over de transportstromen, de afstanden van 10 -6 ,<br />
10 -7 en 10 -8 risicocontouren van het Plaatsgebonden Risico en het Groepsrisico.<br />
RBMII<br />
De IPO-rekenmal is vervangen door een nieuwe berekeningsmethodiek, namelijk RBMII. Deze is door<br />
AVIV ontwikkeld in opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Ook met deze rekenmethode<br />
is relatief snel het risico langs een transportroute te berekenen. In tegenstelling tot IPORBM, dat uitgaat<br />
van standaard risicomallen, is RBMII een rekenpakket waarmee de werkelijke situatie beter<br />
gemodelleerd kan worden. Er kunnen bijvoorbeeld verschillende weerstations en bebouwingstypen gekozen<br />
worden. Uit een vergelijking van de resultaten van RBMII en IPORBM blijkt over het algemeen dat<br />
met RBMII lagere risico’s worden berekend. Dit wordt veroorzaakt door aanpassingen in de onderliggende<br />
modellen en scenario’s.<br />
De resultaten van RBMII zijn ook vergeleken met die van Safeti 6.21, het rekenpakket dat als basis is gebruikt<br />
voor Safeti-NL, dat gebruikt wordt voor de risicoberekeningen bij inrichtingen. Voor brandbare en<br />
(zeer) toxische gassen zijn de berekende risico’s vergelijkbaar. Voor brandbare vloeistoffen berekent<br />
RBMII iets hogere en voor (zeer) toxische vloeistoffen lagere risico’s. Er is geen nieuwe Risicoatlas Spoor<br />
op basis van RBMII gemaakt.<br />
Basisnet Spoor<br />
Een belangrijke wijziging voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor is het wettelijk vastleggen<br />
van een basisnet van transportroutes van gevaarlijke stoffen. In dit basisnet wordt voor alle hoofdverbindingen<br />
over de weg, het water en het spoor vastgelegd welk vervoer mag plaatsvinden en hoe de<br />
ruimte er om heen kan worden gebruikt (zoals voor wonen en werken).<br />
De ‘gebruiksruimte’ en de ‘veiligheidszone’ worden gespecifieerd. De gebruiksruimte geeft aan welk<br />
vervoer van (categorieën) gevaarlijk stoffen maximaal op een bepaalde route mag plaatsvinden. De gebruiksruimte<br />
wordt uitgedrukt in een maximale hoeveelheid risico. De veiligheidszone is het gebied binnen<br />
de 10 -6 /jaar-contour van het PR. Deze risicocontour wordt met behulp van RBMII berekend op basis<br />
van tellingen en de toepassing van toekomstscenario’s (groeiscenario). Deze PR-contour zal dus veelal<br />
op grotere afstand liggen dan de huidige PR-contour. Er wordt daarom gesproken over een PR-max. De<br />
afstand van de veiligheidszone wordt gerekend vanaf het hart van de spoorbundel. Binnen de veiligheidszones<br />
mogen gemeenten geen kwetsbare objecten plaatsen. Gebruiksruimtes en veiligheidzones<br />
worden in principe eenmalig vastgelegd.<br />
- 147 -