11.09.2013 Views

Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies

Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies

Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

In deze regeling waren gestandaardiseerde rekenmethodes opgenomen (SRM1, SRM2 en SRM3) om<br />

concentraties van diverse luchtverontreinigende stoffen te kunnen berekenen. Deze gestandaardiseerde<br />

rekenmethodes gaven resultaten die rechtsgeldig zijn. In de regeling waren ook voorschriften opgenomen<br />

voor metingen met betrekking tot meetplaatsen en analyse en wanneer, waarover en hoe de gemeenten<br />

moeten rapporteren.<br />

De nieuwe ministeriele Regeling Beoordeling Luchtkwaliteit 2007, als uitvloeisel van de Wet luchtkwaliteit,<br />

bevat de nieuwe voorschriften over hoe nu met metingen en berekeningen de concentratie en depositie<br />

van luchtverontreinigende stoffen vastgesteld moeten worden.<br />

Inmiddels is ook een aantal wijzigingen van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 in werking getreden.<br />

De eerste dateert van 19 juli 2008, de tweede van 18 december 2008 en de laatste van 13 augustus<br />

2009. In de wijziging van 19 juli 2008 is de maximale reken- of meetafstand bij toetsing van NO2<br />

bij wegen aangegeven (10 meter). Verder is hierin aangegeven dat het rekenpunt dat bij toetsing bij wegen<br />

wordt gekozen voor een lengte van 100 meter representatief is, dat er onderscheid gemaakt moet<br />

worden naar emissiefactoren voor veehouderij en wegverkeer en dat het ministerie van IenM jaarlijks<br />

dubbeltellingscorrectiegegevens voor NO2, fijn stof en ozon bekend maken.<br />

Bij de tweede wijziging is het ‘toepasbaarheidsbeginsel’ geïntroduceerd. Dit beginsel geeft aan op welke<br />

plaatsen de luchtkwaliteitseisen toegepast moeten worden: de werkingssfeer en de beoordelingssystematiek.<br />

Zo behoeft er geen beoordeling meer gegeven te worden van de luchtkwaliteit op plaatsen waar<br />

mensen geen toegang toe hebben of waar geen bewoning is. Ook bij industrieterreinen behoeven alleen<br />

nog maar publiek toegankelijke plaatsen beoordeeld te worden. Dit geldt ook op de rijbaan van wegen<br />

en op de middenberm van wegen, tenzij daar voetgangers normaliter toegang tot hebben. Alleen de<br />

luchtkwaliteit op die plaatsen waar mensen significant blootgesteld kunnen worden, zoals woningen,<br />

scholen en sportterreinen, dienen nog beoordeeld te worden met metingen of berekeningen. Hierbij<br />

moet een waarde voor de luchtkwaliteit worden bepaald die representatief geacht kan worden voor de<br />

blootstelling ter plaatse.<br />

De laatste wijziging heeft vooral betrekking op de introductie van PM2,5 bij de meetmethoden, hoe berekeningen<br />

gedaan moeten worden bij tunnelmonden, hoe rekening gehouden moet worden met cumulatie<br />

van verkeer en inrichtingen en hoe concentratiebijdragen bij gescheiden rijbanen bepaald moeten<br />

worden.<br />

De gegevens die overheden moeten gebruiken bij de berekening van de concentraties luchtverontreinigende<br />

stoffen (emissiefactoren, achtergrondconcentraties en meteorologische data) worden jaarlijks<br />

bekend gemaakt door het ministerie van IenM. Deze gegevens zijn ook verwerkt in de nieuwste versies<br />

van CAR (versie 10.0), ISL2 (ISL2 V3.0) en ISL3a (ISL3a v2011). Het RIVM publiceert jaarlijks kaarten met<br />

grootschalige concentraties voor Nederland voor verschillende luchtverontreinigende stoffen, waarvoor<br />

Europese regelgeving bestaat, de zogenoemde Grootschalige Concentratiekaarten Nederland (GCNkaarten).<br />

Voor verdere informatie hierover wordt verwezen naar http://www.rivm.nl/gcn/index.html<br />

Met de nieuwe Regeling Beoordeling luchtkwaliteit en NIBM blijft het mogelijk om projecten in overschrijdingssituaties<br />

die wel in betekenende mate (IBM) bijdragen doorgang te laten vinden. Compenseren<br />

van toegenomen luchtverontreiniging binnen het project, het zogenaamde salderen, blijft mogelijk,<br />

ook nadat het NSL in werking is getreden. Saldering binnen NSL hoeft niet strikt binnen het project<br />

plaats te vinden, maar binnen het gebiedsprogramma.<br />

Toetsing vindt dan plaats aan de ruimte/mogelijkheden die het gebiedsprogramma biedt om ondanks<br />

het beoogde project toch de luchtkwaliteitseisen te halen.<br />

Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)<br />

Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden. Binnen het Nationale Samenwerkingsprogramma<br />

Luchtkwaliteit (NSL) zijn Regionale Samenwerkingsprogramma’s Luchtkwaliteit opgesteld (RSL’s). Hierin<br />

zijn pakketten aan maatregelen opgenomen die er voor zorgen, dat alle negatieve (milieu)effecten van<br />

huidige en toekomstige geplande ruimtelijke ontwikkelingen ruim worden gecompenseerd. Bovendien<br />

worden alle huidige overschrijdingen tijdig opgelost, d.w.z. binnen de gestelde termijn na derogatie<br />

door de EU. Projecten die niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen zijn vrijgesteld van toetsing aan<br />

de gestelde grenswaarden.<br />

- 113 -

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!