Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Toetsingskader<br />
Niet-vluchtige stoffen<br />
Het toetsingskader voor <strong>GES</strong> richt zich uitsluitend op humane risico’s van bodemverontreiniging. Ecologische-<br />
en verspreidingsrisico’s risico’s spelen in het kader van <strong>GES</strong> geen rol en daarom is de beschreven<br />
systematiek geen beoordeling in het kader van de Wet Bodembescherming en uitdrukkelijk niet bedoeld<br />
ter bepaling van het Saneringscriterium. Voor de niet-vluchtige stoffen sluit de toetsing in <strong>GES</strong> aan op de<br />
toetsing in het Besluit bodemkwaliteit met als toetsingswaarden de Achtergrondwaarden, de Maximale<br />
Waarden en (de interventiewaarde van) het Saneringscriterium.<br />
Als eerste toetsingscriterium in <strong>GES</strong> geldt de Achtergrondwaarde (AW2000). Onder de Achtergrondwaarde<br />
wordt de bodem blijvend geschikt geacht voor elke bodemfunctie. De Achtergrondwaarden zijn<br />
gebaseerd op de 95-percentielwaarden van de gemeten concentraties aan verontreinigende stoffen in<br />
de Nederlandse bodem in onverdachte landbouw- en natuurgebieden. De Achtergrondwaarden zijn feitelijk<br />
niet gebaseerd op risico’s, maar op het standstill-principe. Boven de Achtergrondwaarde is er sprake<br />
van een bodemverontreiniging.<br />
Als tweede toetsingscriterium in <strong>GES</strong> geldt de humaan-toxicologische onderbouwde risicogrens van de<br />
Maximale Waarde (HumToxMW) die is afgeleid op basis van de humaan-toxicologische risico’s voor een<br />
van de specifieke bodemfuncties met blootstelling van de mens: “wonen met tuin”, “plaatsen waar kinderen<br />
spelen”, “moestuinen/volkstuinen” en “groen met natuurwaarden”. Het tweede toetsingscriterium<br />
in <strong>GES</strong>, de HumToxMW, sluit aan bij de afleiding van Maximale Waarden conform het Besluit<br />
bodemkwaliteit en de wijze waarop het RIVM de humaan-toxicologische onderbouwde risicogrens van<br />
de Maximale Waarde voor de zeven bodemfuncties ten behoeve van de Landelijke Referentiewaarden<br />
heeft afgeleid (Dirven-van Breemen et al, 2007). Dit houdt in dat de Maximale Waarde van de humaantoxicologische<br />
risicogrens verkregen wordt door van het MTR de achtergrondblootstelling (AB) van de<br />
specifieke stof af te trekken. In formule: HumToxMW = MTR minus AB. In het algemeen wordt de achtergrondblootstelling<br />
veroorzaakt door de consumptie van voedsel. Het MTR en de AB van de stoffen<br />
zijn afgeleid door het RIVM (Baars et al, 2001). Voor enkele stoffen geldt dat de achtergrondblootstelling<br />
in belangrijke mate het MTR opvult. Beleidsmatig is er in die gevallen voor gekozen om de Maximale<br />
Waarde te toetsen aan 50% van het MTR (VROM/NoBo, 2008). Dit geldt onder andere voor lood en zink.<br />
In de GGD Richtlijn Gezondheidsrisico Bodemverontreiniging is de achtergrondblootstelling van lood,<br />
zoals deze is gerapporteerd in Baars et al., beoordeeld en bijgesteld van 2 µg/kg lichaamsgewicht/dag<br />
naar 0,84 µg/kg lichaamsgewicht/dag in verband met een overschatting veroorzaakt door een dubbeltelling<br />
van de achtergrondblootstelling van lood via drinkwater 13<br />
Voor carcinogene stoffen zonder drempelwaarde is gekozen voor een toetsing aan het Verwaarloosbare<br />
Risico (VR), dat wil zeggen dat getoetst wordt op de kans van een extra geval van kanker bij levenslange<br />
blootstelling van 1 op 1.000.000 (10 -6 . In <strong>GES</strong> wordt hierbij aangesloten.<br />
). Gemakshalve wordt hiervoor het MTR/100 gebruikt.<br />
Als derde toetsingscriterium in <strong>GES</strong> geldt het Saneringscriterium dat is afgeleid op basis van de humaantoxicologische<br />
risico’s voor een van de specifieke bodemfuncties met blootstelling van de mens: “wonen<br />
met tuin”, “plaatsen waar kinderen spelen”, “moestuinen/volkstuinen” en “groen met natuurwaarden”<br />
(HumToxSanscrit). De blootstelling van de mens binnen de gegeven scenario’s wordt getoetst aan het<br />
MTR zonder aftrek van de achtergrondblootstelling (AB) van de specifieke stof. Voor carcinogenen zonder<br />
drempelwaarde wordt getoetst aan het Maximaal Toelaatbare Risico (MTR). Dat wil zeggen dat getoetst<br />
wordt op de kans van een extra geval van kanker bij levenslange blootstelling van 1 op 10.000<br />
(10 -4 ).<br />
13 Voor aanvullende informatie zie GGD Richtlijn Gezondheidsrisico Bodemverontreiniging.<br />
- 191 -