11.09.2013 Views

Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies

Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies

Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Zoals bij industriële bedrijven is vermeld, is naast de geurbelasting een groot aantal andere factoren in<br />

meer of mindere mate van invloed op de mate van ervaren hinder. Lokaal kunnen deze factoren tot grote<br />

afwijkingen van de bovengenoemde relaties tussen de geurconcentratie en het percentage (ernstige)<br />

hinder leiden.<br />

Wet geurhinder en veehouderij en geurnormen<br />

De Wet geurhinder en veehouderij is begin 2007 van kracht geworden (VROM, 2006). De wet beperkt<br />

zich tot de geur die vrijkomt als gevolg van het houden van dieren in dierenverblijven.<br />

In de wet worden normen gegeven op basis van geurconcentraties. Hierbij wordt onderscheid gemaakt<br />

in concentratie- en niet-concentratiegebieden en in binnen en buiten de bebouwde kom.<br />

In Bijlage 4 van de Handreiking bij de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) is aangegeven welke gemeenten<br />

tot de concentratiegebieden behoren.<br />

De geurbelasting is uitgedrukt in Europese odourunits per m 3 (P98). Zoals vermeld is er een vaste verhouding<br />

met geureenheden van 1 ouE/m 3 = 2 ge/m 3 .<br />

De gemeenteraad is bevoegd lokale afwegingen te maken over de te accepteren geurbelasting en in afwijking<br />

van de ten hoogste toegestane geurbelasting een andere waarde of een andere afstand te stellen.<br />

Hiervoor is wel een bandbreedte vastgesteld.<br />

De hoogst toegestane geurbelastingen ter plaatse van geurgevoelige objecten en de bandbreedtes zijn<br />

als volgt:<br />

In een concentratiegebied<br />

binnen bebouwde kom: 3,0 ouE/m 3 0,1 – 14,0 ouE/m 3<br />

buiten bebouwde kom: 14,0 ouE/m 3 3,0 – 35,0 ouE/m 3<br />

Buiten een concentratiegebied<br />

binnen bebouwde kom: 2,0 ouE/m 3 0,1 – 8,0 ouE/m 3<br />

buiten de bebouwde kom: 8,0 ouE/m 3 2,0 – 20,0 ouE/m 3<br />

Voor dieren waar geen geuremissiefactor voor is vastgesteld dient een afstand binnen de bebouwde<br />

kom van tenminste 100 meter en buiten de bebouwde kom van tenminste 50 meter aangehouden te<br />

worden. Voor pelsdieren, waarvoor ook geen geuremissiefactoren zijn vastgesteld, zijn in de Regeling<br />

Geurhinder Veehouderij 2006 minimumafstanden gegeven die wel gekoppeld zijn aan de omvang van<br />

het veebestand (zie bij Emissie en verspreiding van deze module). Vanwege de aanzienlijke geurhinder<br />

wordt verwacht niet te kunnen volstaan met een minimumafstand van vijftig of honderd meter.<br />

De gemeenteraad is bevoegd om van deze afstanden af te wijken (met als ondergrens deze te halveren).<br />

Afwijken van hoogste toegestane geurbelastingen<br />

Bij het bepalen of afgeweken wordt van de ten hoogste toegestane geurbelastingen of minimaal te hanteren<br />

afstanden moet de gemeenteraad een aantal aspecten betrekken:<br />

a. de huidige en de te verwachten geursituatie vanwege de veehouderijen in het gebied;<br />

b. het belang van een geïntegreerde aanpak van de verontreiniging, en<br />

c. de noodzaak van een even hoog niveau van de bescherming van het milieu.<br />

Als afgeweken wordt dan betrekt de gemeenteraad tevens:<br />

a. de gewenste ruimtelijke inrichting van het gebied, of<br />

b. de afwijkende relatie tussen geurbelasting en geurhinder.<br />

Volgens de Handreiking Wgv biedt dit laatste criterium de mogelijkheid om voor andere diercategorieën<br />

dan varkens uit te gaan van een afwijkende relatie tussen geurbelasting en geurhinder als hier meer informatie<br />

over komt. De algemeen geldende relatie tussen geurbelasting en geurhinder is namelijk vastgesteld<br />

voor varkens door PRA (PRA, 2001). Mogelijk wordt ook voor varkens op den duur de relatie<br />

tussen geurbelasting en hinder opnieuw onderzocht en zonodig bijgesteld.<br />

Dit criterium is niet bedoeld om lokaal vast te stellen, dat er bijvoorbeeld meer of minder hinder wordt<br />

ervaren dan blijkt uit de algemene dosis-effect relatie. Volgens de handreiking kan een dergelijk eenmalig<br />

onderzoek voor een specifieke situatie in een specifiek gebied niet leiden tot het toepassen van een<br />

afwijkende relatie tussen geurbelasting en geurhinder. Een afwijkende relatie mag alleen toegepast<br />

worden als uit landelijk onderzoek blijkt dat de algemene relatie bijgesteld moet worden.<br />

- 71 -

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!