Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Effectafstanden en invloedsgebied<br />
Om het risicogebied rond een bedrijf aan te geven worden ook letaliteitsgrenzen gehanteerd. Als effectafstand<br />
geldt bijvoorbeeld de afstand met een letaliteitsgrens van 1%. Dit is de afstand waarop het overlijdensrisico<br />
1%, oftewel 0,01 is. Deze 1%-letaliteitsgrens wordt gehanteerd als de grens van het<br />
invloedsgebied van de betrokken inrichting. Deze afstand geeft dus aan tot hoever de invloed van het<br />
bedrijf reikt als zich een ongeval voordoet. De kans dat een ongeval optreedt is hierin niet verdisconteerd.<br />
De effectstraal geeft dus geen Plaatsgebonden Risico of Groepsrisico weer. In het Besluit externe<br />
veiligheid inrichtingen is bepaald dat als het Groepsrisico moet worden verantwoord dit voor het invloedsgebied<br />
geldt.<br />
BRZO-bedrijven: risicocontouren en groepsrisico<br />
Het in 2004 in werking getreden Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi) en de ministeriële regeling<br />
“Regeling externe veiligheid inrichtingen” (Revi) leggen veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico<br />
vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Het gaat daarbij onder meer om bedrijven die onder<br />
het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO) vallen, LPG-tankstations, opslagplaatsen van<br />
gevaarlijke stoffen in emballage (PGS-15 opslagplaatsen), ammoniakkoelinstallaties en spoorwegemplacementen.<br />
Of een bedrijf onder het BRZO valt kan bepaald worden aan de hand van een in het BRZO opgenomen<br />
lijst met drempelwaarden voor specifieke gevaarlijke stoffen en stofcategorieën. Er zijn twee drempelwaarden:<br />
een lage en een hoge.<br />
De bedrijven met hoeveelheden gevaarlijke stoffen boven de hoge drempelwaarden zijn verplicht een<br />
veiligheidsrapport op te stellen. Dit geldt voor circa 200 bedrijven in Nederland.<br />
In het veiligheidsrapport is voor externe veiligheid een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) opgenomen.<br />
Met behulp van computerprogramma's en een grote hoeveelheid bedrijfsgegevens worden Plaatsgebonden<br />
Risicocontouren van 10 -4 , 10 -5 , 10 -6 , 10 -7 en 10 -8 per jaar berekend. Ook het Groepsrisico wordt<br />
berekend en in de F/N-curve weergegeven.<br />
Het RIVM heeft een benchmark uitgevoerd door vijf gerenommeerde adviesbureaus een risicoanalyse<br />
uit te laten voeren van een denkbeeldige inrichting met gevaarlijke stoffen. De uitkomsten liepen ongeveer<br />
één orde van grootte uiteen. Medio 2007 is door de betrokken partijen één methode vastgesteld<br />
voor de kwantitatieve risicoanalyse (QRA). Deze ‘Rekenmethodiek Bevi’ is begin 2008 via de tweede<br />
tranche wijzigingen in het Revi vastgelegd. De rekenmethodiek Bevi bestaat uit het softwareprogramma<br />
Safeti-NL en de Handleiding Risicoberekeningen Bevi. Het Centrum Externe Veiligheid van het RIVM verzorgt<br />
de verspreiding van Safeti-NL.<br />
Het veiligheidsrapport is beschikbaar bij de Provincie of de Gemeente.<br />
Minder risicovolle inrichtingen, die de lage drempel overschrijden, hoeven geen veiligheidsrapport op te<br />
stellen, maar zijn wel verplicht om te beschikken over een veiligheidsbeheerssysteem en een zogenaamd<br />
Preventie Beleid Zware Ongevallen (PBZO). Dit soort bedrijven wordt PBZO-bedrijven genoemd.<br />
Een aantal van de circa 190 PBZO-inrichtingen heeft wel een QRA laten opstellen, maar voor het grootste<br />
deel van deze inrichtingen is geen Plaatsgebonden Risico of Groepsrisico bekend. Vaak is wel het<br />
'maximum credible accident' bekend. Dit is de afstand waarop nog sprake kan zijn van letale effecten<br />
voor de bevolking gegeven het maximaal denkbare ongeval.<br />
Generieke afstanden<br />
Voor veel voorkomende inrichtingen waar externe veiligheid een rol speelt, zoals ammoniakkoelinstallaties,<br />
LPG tankstations en propaanopslag zijn er zogenaamde generieke richtlijnen. Deze zijn vervat in de<br />
Wet Milieubeheer en het daaruit voortvloeiende Activiteitenbesluit (een Algemene Maatregel van Bestuur;<br />
AMvB). Voor dergelijke inrichtingen, zijn in de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS), op basis<br />
van de actuele stand der techniek, voorschriften, eisen, criteria en voorwaarden gegeven voor de arbeids-,<br />
milieu-, en brandveiligheid. Voor een overzicht van deze PGS-richtlijnen wordt verwezen naar de<br />
website www.publicatiereeksgevaarlijkestoffen.nl.<br />
- 86 -