Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Voor een aantal bedrijfscategorieën (o.a. LPG-tankstations, ammoniakkoelinstallaties en PGS-15bedrijven<br />
die gevaarlijke stoffen opslaan) is de generieke PR 10 -6 -afstanden, zoals vastgelegd in de Revi,<br />
opgenomen.<br />
De gegevens worden op de provinciale risicokaarten weergegeven. Deze risicokaarten worden beheerd<br />
door de provincies en zijn te benaderen via de website www.risicokaart.nl.<br />
Op de voor burgers toegankelijke risicokaarten zijn alleen de 10 -6 -contouren en indien bekend de FNcurven<br />
weergegeven. Op een professionele versie van de risicokaart zijn ook de 10 -5 -en de 10 -8 -contour<br />
en de effectafstanden weergegeven. Toegang tot deze professionele versie van de risicokaart kan opgevraagd<br />
worden bij de provinciale beheerder van de risicokaart. Uitgangspunt voor zowel het register als<br />
de risicokaart is de vergunde situatie en niet de werkelijk benutte capaciteit. Dit kan een vertekend<br />
beeld ten aanzien van de risico’s opleveren aangezien inrichtingen niet altijd de maximale, vergunde<br />
capaciteit realiseren of benutten.<br />
Per medio 2011 zijn ruim 10.000 inrichtingen in het RRGS opgenomen en via de Risicokaart in te zien. Dit<br />
zijn naar verwachting alle inrichtingen met gevaarlijke stoffen die op basis van de huidige regelgeving<br />
relevant zijn voor de externe veiligheid en voor de hulpverleningsdiensten. Hiervan zijn er ongeveer<br />
4.000 relevant voor externe veiligheid en de hulpverleningsdiensten en 6.000 uitsluitend relevant voor<br />
de hulpverleningsdiensten.<br />
Maatregelen ter vermindering risico’s<br />
Voor stationaire inrichtingen zijn vooral brongerichte en beschermende maatregelen van belang om de<br />
risico's te verlagen. Sprinklerinstallaties maken bijvoorbeeld vuurwerkopslagen veel veiliger. Afhankelijk<br />
van de aard van de risico's kan de bouwwijze van omringende woningen, een meestal geringe, invloed<br />
hebben. Bij brandgevaar kan een blinde gevel risico's verminderen, bij het risico op gifwolken is het van<br />
belang dat eventueel aanwezige mechanische ventilatiesystemen uitgezet kunnen worden. Bij explosiegevaar<br />
hebben bouwtechnische maatregelen weinig effect. Tenslotte is een goed rampenbestrijdingsplan<br />
en communicatie daarover van groot belang.<br />
Samengevat zijn er de volgende maatregelen mogelijk ter vermindering van risico’s.<br />
Aard maatregelen Maatregelen ter vermindering risico’s<br />
Brongericht Verbetering productieproces of maatregelen aan installaties<br />
Minder of geringere omvang gevaarlijke stoffen vergunnen<br />
Beschermend Opslag gevaarlijke stoffen verplaatsen verder weg van woningen<br />
Verbetering calamiteitenbestrijding<br />
(sprinklerinstallaties, bereikbaarheid (bedrijfs)brandweer)<br />
Woningdichtheid verlagen<br />
Bouwtechnische maatregelen<br />
(mechanische ventilatie uit kunnen zetten, blinde gevels)<br />
Goed rampenbestrijdingsplan en risicocommunicatie<br />
Gezondheidskundige beoordeling<br />
Alleen normen voor letale effecten<br />
Voor een beschrijving van de effecten van calamiteiten met gevaarlijke stoffen wordt onderscheid gemaakt<br />
tussen giftige stoffen en brandbare of explosieve stoffen.<br />
Bij stoffen met brand- of explosiegevaar kunnen brandwonden, rookvergiftiging, botbreuken, snijwonden<br />
en kneuzingen het gevolg zijn. Bij toxische stoffen gaat het om vergiftigingsverschijnselen.<br />
In het veiligheidsbeleid worden echter alleen normen gehanteerd voor letale effecten, namelijk voor<br />
overlijdensrisico’s. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in het Plaatsgebonden Risico en het Groepsrisico.<br />
- 90 -