11.09.2013 Views

Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies

Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies

Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De rijsnelheid.<br />

Voor sommige stoffen neemt de emissie toe met de snelheid, voor andere stoffen is de emissie juist<br />

het hoogst bij lage snelheden. Bij deze laatste stoffen is het aantal ‘parkeerbewegingen’ van belang.<br />

In CAR worden de volgende snelheidstyperingen aangehouden:<br />

A “snelweg algemeen” Typisch snelwegverkeer, een gemiddelde snelheid van ongeveer 65 km/h,<br />

gemiddeld ca. 0.2 stops per afgelegde kilometer.<br />

B “buitenweg algemeen” Typisch buitenwegverkeer, een gemiddelde snelheid van ongeveer 60<br />

km/h, gemiddeld ca. 0.2 stops per afgelegde kilometer.<br />

C “normaal stadsverkeer” Typisch stadsverkeer met een redelijke mate van congestie, een gemiddelde<br />

snelheid tussen de 15 en 30 km/h, gemiddeld ca. 2 stops per afgelegde kilometer.<br />

D “stagnerend stadsverkeer” Stadsverkeer met een grote mate van congestie, een<br />

gemiddelde snelheid kleiner dan 15 km/h, gemiddeld ca. 10 stops per afgelegde kilometer.<br />

E ”stadsverkeer met minder congestie” Stadsverkeer met een relatief groter aandeel “free-flow”<br />

rijgedrag, een gemiddelde snelheid tussen de 30 en 45 km/h, gemiddeld ca. 1.5 stop per afgelegde<br />

kilometer.<br />

Aantal parkeerbewegingen.<br />

Alleen voor benzeen belangrijk. Als standaardwaarde wordt genomen 25 per 100 meter weglengte<br />

per dag<br />

Omringende bebouwing.<br />

De omringende bebouwing bepaalt de mate van verdunning. Is er hoge bebouwing op korte afstand<br />

van de weg dan is de verdunning het geringst. De volgende wegtypen worden omschreven:<br />

Weg door open terrein met incidenteel gebouwen (type 1). Dit wegtype valt buiten het toepassingsgebied<br />

van SRM1, maar is behouden in CARII.<br />

Basistype, alle wegen anders dan type 1, 3A, 3B of 4 (type 2).<br />

Beide zijden bebouwing, breed (type 3A).<br />

Weg met aan beide zijden min of meer aaneengesloten bebouwing. De afstand tot de weg-as is<br />

1½ - 3x de hoogte van de bebouwing. Bij een hoogte van de bebouwing van 10 meter is de afstand<br />

tot de weg-as dus 15 - 30 meter.<br />

Beide zijden bebouwing, smal (type 3B).<br />

Weg met aan beide zijden min of meer aaneengesloten bebouwing. De afstand tot de weg-as is<br />

minder dan 1½ x de hoogte van de bebouwing. Bij een hoogte van de bebouwing van 10 meter<br />

is de afstand tot de weg-as dus minder dan 15 meter. Dit wordt wel een ‘street canyon’ genoemd.<br />

Aan één zijde bebouwing, breed (type 4).<br />

De afstand tot de weg-as is minder dan 3x de hoogte van de bebouwing. Bij een hoogte van de<br />

bebouwing van 10 meter is de afstand tot de weg-as dus minder dan 30 meter<br />

Aantal bomen.<br />

Vooral bij een gesloten bladerdak kan er weinig verdunning optreden. In CAR wordt gesproken over<br />

een bomenfactor van:<br />

1,00 – hier en daar bomen of in het geheel niet.<br />

1,25 – één of meer rijen bomen met een onderlinge afstand van minder dan 15 meter.<br />

1,50 – de kronen raken elkaar en overspannen minstens een derde deel van de straatbreedte.<br />

In de meeste gevallen bedraagt de bomenfactor 1,00.<br />

Afstand tot wegas.<br />

Voor wegtypen 2 en 3a-4 mag dit maximaal zijn 60 meter, voor wegtypen 3b en 4 maximaal 30 meter<br />

en voor wegtype 1 maximaal 300m.<br />

Fractie stagnatie.<br />

De etmaalgemiddelde fractie van de verkeersintensiteit die stagnerend is. Dit dient een getal tussen<br />

0 en 1 te zijn.<br />

- 95 -

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!