Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Voor zowel PM10 als PM2,5 wordt aangenomen dat geen drempelwaarde kan worden aangegeven waaronder<br />
er geen effecten meer zullen optreden. Bovendien wordt aangenomen dat de dosis-effectrelatie<br />
lineair is: elke toename in niveaus zal gepaard gaan met telkens eenzelfde toename in gezondheidseffecten.<br />
Dit betekent dus dat er op basis van een dosis-effectrelatie geen gezondheidskundige advieswaarde<br />
voor fijn stof is af te leiden waaronder geen gezondheidseffecten meer zouden optreden.<br />
Dit was tot voor kort ook altijd het uitgangspunt van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om geen<br />
norm voor fijn stof af te leiden. Toch heeft de (WHO) in een recente evaluatie (WHO, update AQG’s,<br />
2005) van de gezondheidsaspecten van luchtverontreiniging aanbevolen om PM2,5 als indicator te gaan<br />
gebruiken. De WHO geeft aan dat deze fractie gezondheidskundig van groter belang is dan PM10 en ook<br />
gemakkelijker met beleid te beïnvloeden is, omdat de deeltjes voornamelijk van antropogene oorsprong<br />
zijn. In deze evaluatie kiest de WHO er verder voor om een Air Quality Guideline (AQG) voor fijn stof af<br />
te leiden en hierbij de AQG voor langdurige blootstelling te laten prevaleren boven de waarde voor<br />
kortdurende blootstelling. Voor langdurige blootstelling is men daarbij uitgegaan van studies naar de<br />
effecten van langdurige blootstelling aan PM2,5. Hierbij is gekozen voor een jaargemiddelde concentratie<br />
van 10 μg/m 3 . Deze concentratie ligt in de range van concentraties die tot de laagste behoren die in epidemiologische<br />
studies zijn onderzocht.<br />
Omdat er onvoldoende bewijs is voor het direct afleiden van een eigen waarde voor PM10 voor de langdurige<br />
effecten van PM10, is de nu voorgestelde waarde van 20 µg/m 3 voor PM10 gebaseerd op de waarde<br />
van PM2,5 (op basis van een vaste verhouding van 0,5).<br />
De waarden voor kortdurende blootstelling (24 uur) zijn afgeleid van de relatie tussen de verdelingen<br />
van de 24-uurs- en jaargemiddelde concentraties en bedragen 25 μg/m 3 voor PM2,5 en 50 μg/m 3 voor<br />
PM10 (WHO, 2005).<br />
Ondanks dat er nog veel onzekerheden bestaan rondom PM2,5 (omvang van emissies, samenstelling van<br />
deeltjes) en dat er nog maar op beperkte schaal betrouwbare metingen beschikbaar zijn, is er door de<br />
Nederlandse overheid in aansluiting op de EU luchtkwaliteitsrichtlijn van 2008 een grenswaarde vastgesteld<br />
voor de jaargemiddelde PM2,5-concentratie. Vanaf 2015 moet aan de grenswaarde van 25 μg/m 3<br />
worden voldaan. Aan de indicatieve waarde voor de jaargemiddelde PM2,5-concentratie , die vastgesteld<br />
is op 20 μg/m 3 , moet vanaf 2020 worden voldaan. De verwachting is dat deze streefwaarde in gemiddelde<br />
situaties in Nederland in 2020 wel gehaald zal worden. Wel zijn er in 2020 nog hot spots te verwachten,<br />
waar overschrijding van 20 μg/m 3 op voorhand niet kan worden uitgesloten. Als het nu<br />
voorgenomen beleid ten uitvoer wordt gebracht, wordt een extra concentratiedaling in de steden van<br />
ongeveer 1 μg/m 3 verwacht in 2020. Daarmee zal de kans op overschrijdingen van de 20 μg/m 3 verder<br />
verminderen.<br />
Naast deze waarden is er ook een waarde voorgesteld voor de gemiddelde PM2,5-concentratie in stedelijke<br />
agglomeraties, de zogenaamde blootstellingsconcentratieverplichting. Voor de gemiddelde stedelijke<br />
achtergrondconcentratie is daar voor 2015 een grenswaarde afgesproken van 20 μg/m 3 . Met het<br />
vastgestelde beleid is de verwachting dat deze grenswaarde overal in Nederland wordt gehaald in 2015.<br />
De schattingen laten zien dat de huidige PM2,5-concentraties waarschijnlijk al onder de 20 μg/m 3 liggen,<br />
gemiddeld voor het stedelijk gebied. In 2013 wordt deze waarde grootschalig geëvalueerd op grond<br />
waarvan alle getallen kunnen worden herzien.<br />
Voor PM10 is er een grenswaarde voor het jaargemiddelde en één voor het daggemiddelde: de grenswaarde<br />
voor de jaargemiddelde PM10-concentratie van 40 μg/m 3 , waaraan vanaf 2005 voldaan moet<br />
worden en die vooral beoogt bescherming te bieden tegen de langetermijneffecten van fijn stof.<br />
Aan de grenswaarde voor de daggemiddelde PM10-concentratie van 50 μg/m 3 , die maximaal 35 dagen<br />
per jaar overschreden mag worden, dient vanaf 2008 (of 2011 met derogatie) voldaan te worden. Deze<br />
is vooral bedoeld is voor de bescherming tegen korte termijn effecten. In 2009 heeft de Europese<br />
Commissie Nederland voor de zone Midden en de agglomeraties Amsterdam/Haarlem, Utrecht en Rotterdam/Dordrecht<br />
uitstel (derogatie) verleend op basis van het Nationaal Samenwerkingsprogramma<br />
Lucht (NSL). Nederland moest nu uiterlijk 11 juni 2011 aan de richtlijn hebben voldaan.<br />
- 107 -