Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Handboek GES 2012.pdf - Fast Advies
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
L - Waterverkeer en externe veiligheid<br />
Emissie en verspreiding<br />
Het vervoer van gevaarlijke stoffen over het water<br />
Het watertransport van gevaarlijke stoffen wordt voornamelijk door de binnenvaart gedaan. Alleen op<br />
zee en op het Noordzeekanaal, de Nieuwe Waterweg, de Oude/Nieuwe Maas, de Westerschelde , het<br />
Kanaal van Gent naar Terneuzen en de Eems varen ook zeeschepen. Deze vervoeren uiteraard grotere<br />
hoeveelheden en alle stofcategorieën.<br />
Risicoatlas (IPORBM)<br />
Provincies en grote gemeenten hadden de beschikking over zogenaamde IPO-risicoberekeningsmallen<br />
(IPORBM). Hiermee konden relatief snel en eenvoudig risico’s berekend worden. De <strong>Advies</strong>dienst Verkeer<br />
en vervoer (AVV, nu de directie Verkeer en Scheepvaart DVS) van Rijkswaterstaat gaf de hiermee<br />
berekende risico’s in een risicoatlas weer. In deze Risicoatlas Hoofdvaarwegen Nederland waren de afstanden<br />
van de 10 -6 , 10 -7 en 10 -8 PR-contouren en de oriëntatiewaarde van het Groepsrisico voor alle<br />
hoofdvaarwegen waarover gevaarlijke stoffen worden getransporteerd opgenomen.<br />
RBMII<br />
De IPO-rekenmal is vervangen door een nieuwe berekeningsmethodiek, namelijk RBMII. Deze is door<br />
AVIV ontwikkeld in opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Ook met deze rekenmethode<br />
is relatief snel het risico langs een transportroute te berekenen. In tegenstelling tot IPORBM, dat uitgaat<br />
van standaard risicomallen, is RBMII een rekenpakket waarmee de werkelijke situatie beter<br />
gemodelleerd kan worden. Er kunnen bijvoorbeeld verschillende weerstations en bebouwingstypen gekozen<br />
worden. Uit een vergelijking van de resultaten van RBMII en IPORBM blijkt over het algemeen dat<br />
met RBMII lagere risico’s worden berekend. Dit wordt veroorzaakt door aanpassingen in de onderliggende<br />
modellen en scenario’s.<br />
De resultaten van RBMII zijn ook vergeleken met die van Safeti 6.21, dat als basismodel is gebruikt voor<br />
Safeti-NL. Dit laatste model wordt gebruikt voor de risicoberekeningen bij inrichtingen. Voor brandbare<br />
en (zeer) toxische gassen zijn de berekende risico’s vergelijkbaar. Voor brandbare vloeistoffen berekent<br />
RBMII iets hogere en voor (zeer) toxische vloeistoffen lagere risico’s.<br />
Er is geen nieuwe Risicoatlas hoofdvaarwegen op basis van RBMII gemaakt.<br />
Basisnet Water<br />
Naast een wijziging in berekeningsmethodiek zijn nog meer belangrijke veranderingen doorgevoerd.<br />
Een belangrijke wijziging is het wettelijk vastleggen van een basisnet van transportroutes van gevaarlijke<br />
stoffen. In dit basisnet wordt voor alle hoofdverbindingen over de weg, het water en het spoor vastgelegd<br />
welk vervoer mag plaatsvinden en hoe de ruimte er om heen kan worden gebruikt (zoals voor wonen<br />
en werken).<br />
De ‘gebruiksruimte’ en de ‘veiligheidszone’ worden gespecifieerd. De gebruiksruimte geeft aan welk<br />
vervoer van (categorieën) gevaarlijk stoffen maximaal op een bepaalde route mag plaatsvinden. De gebruiksruimte<br />
wordt uitgedrukt in een maximale hoeveelheid risico. De veiligheidszone is het gebied binnen<br />
de 10 -6 -contour van het PR. Deze risicocontour wordt met behulp van RBMII berekend op basis van<br />
tellingen en de toepassing van toekomstscenario’s (groeiscenario’s). Deze PR-contour zal dus veelal op<br />
grotere afstand liggen dan de huidige PR-contour. Er wordt daarom gesproken over een PR-max. Binnen<br />
de veiligheidszones mogen gemeenten geen kwetsbare objecten plaatsen. Gebruiksruimtes en veiligheidzones<br />
worden in principe eenmalig vastgelegd.<br />
Het Basisnet wordt vastgelegd in afzonderlijke ministeriele regelingen op basis van de Wet Vervoer gevaarlijke<br />
stoffen.<br />
- 167 -