24. Offerhaus GJA, Giardiello FM, Krush AJ, Booker SV, Tersmette AC, Kelley NC et al. Therisk of upper gastrointestinal cancer in familial adenomatous polyposis. Gastroenterology1992;102:1980-2.25. The Polyposis Registry, London, UK. Protocol for the management of patients withpolyposis. A guide for medical staff, 2006.26. Sampson JR, Dolwani S, Jones S, Eccles D, Ellis A, Evans DG et al. Autosomalrecessive colorectal adenomatous polyposis due to inherited mutations of MYH. Lancet2003;362:39-41.27. Sieber OM, Segditsas S, Knudsen AL, Zhang J, Luz J, Rowan AJ et al. Disease severityand genetic pathways in attenuated familial adenomatous polyposis vary greatly butdepend on the site of the germline mutation. Gut 2006 ;55:1440-8.28. Sieber OM, Lipton L, Crabtree M, Heinimann K, Fidalgo P, Phillips RK et al. Multiplecolorectal adenoma, classic adenomatous polyposis, and germ-line mutations in MYH. NEngl J Med 2003;348:791-9.29. Spigelman AD, Williams CB, Talbot IC, Domizio P, Phillips RKS. Upper gastrointestinalcancer in patients with familial adenomatous polyposis. Lancet 1989;2:783-5.30. Tenesa A, Campbell H, Barnetson R, Barnetson R, Porteous M, Dunlop M, FarringtonSM. Association of MUTYH and colorectal cancer. Br J Cancer 2006;95:239-42.31. Tourino R, Conde-Freire R, Cabezas-Agricola JM, Rodriguez-Aves T, Lopez-ValladaresMJ, Otero-Cepeda JL et al. Value of the congenital hypertrophy of the retinal pigmentepithelium in the diagnosis of familial adenomatous polyposis. Int Ophthalmol2004;25:101-12.32. Venesio T, Molatore S, Cattaneo F, Arrigoni A, Risio M, Ranzani GN. High frequency ofMYH gene mutations in a subset of patients with familial adenomatous polyposis.Gastroenterology 2004;126:1681-5.33. Wang L, Baudhuin LM, Boardman LA, Steenblock KJ, Petersen GM, Halling KC et al.MYH mutations in patients with attenuated and classic polyposis and with young-onsetcolorectal cancer without polyps. Gastroenterology 2004 Jul;127(1):9-16.34. Wennstrom J, Pierce ER, McKusick VA. Hereditary benign and malignant lesions of thelarge bowel. Cancer 1974;34:850-7.<strong>Concept</strong> landelijke richtlijn erfelijke <strong>darmkanker</strong> <strong>versie</strong> 7 d.d. 7 november <strong>2007</strong>.46
3. RISICO’S OP TUMOREN3.1 Wat zijn de risico’s op tumoren bij Lynch syndroom?InleidingRisico-berekeningenAmsterdam criteria, Bethesda criteriaDe risico’s op kanker bij Lynch syndroom zijn in het verleden geschat op 60-90% voorcolorectaal carcinoom (CRC) en 30-40% voor endometriumcarcinoom. Beduidend lagererisico’s werden gevonden voor andere tumoren uit het Lynch syndroom tumorspectrum(Watson 2001). Genoemde kansen zijn berekend in retrospectieve cohortanalyses vanfamilies, die waren geïncludeerd op grond van klinische criteria, veelal de Amsterdamcriteria. Deze series bevatten waarschijnlijk ook families die weliswaar voldeden aan dezeklinische criteria maar geen erfelijk mismatch repair defect hadden (zie hoofdstuk 2, familiaircolorectaal carcinoom). Daarnaast was bij de risicocalculaties niet steeds zeker wie van deaangedane en niet-aangedane familieleden feitelijk drager van de aanleg voor Lynchsyndroom was.Families met bekende mutaties of aanwijzingen voor defecte mismatch repair optumorniveau zijn in het verleden veelal in eerste instantie voor moleculaire diagnostiek inaanmerking gekomen op grond van de relatief strenge Amsterdam criteria. De risico’s opCRC voor mutatiedragers, geëxtrapoleerd op basis van de resultaten uit die geselecteerdefamilies, zouden daarom overschat kunnen zijn. Risico’s op kanker berekend voor groepenmutatiedragers waaruit de indexpatiënt (proband) is weggelaten en voor groepenmutatiedragers die via minder stringente criteria geïncludeerd werden, met de Bethesdacriteria als belangrijkste voorbeeld, zouden in de toekomst lager kunnen blijken te zijn dan denu gevonden risico’s (Quehenberger 2005). Deze situatie is te vergelijken met hetgeen iswaargenomen bij de risicoschattingen voor BRCA1- en BRCA2- genmutatiedragers (Carayol2002, Begg 2002).Niet-colorectale tumoren; leeftijd bij diagnose CRCHet is mogelijk dat studies naar Lynch syndroom, waarin alleen patiënten en families metcolorectaal carcinoom zijn geïncludeerd - op basis van de Amsterdam I criteria, waarin alleenCRC meetelde voor inclusie, c.q. een populatie van colorectaal carcinoom patiënten - eenonderschatting geven van de kans op niet-colorectale tumoren bij dit syndroom. Ook voor degemiddelde leeftijd bij diagnose kan een vertekening zijn ingeslopen, doordat jonge leeftijdbij diagnose als inclusiecriterium is gebruikt.GenmutatiedragersBij voorkeur zouden de risico’s op kanker dan ook berekend moeten worden op basis vaneen cohort van bewezen genmutatiedragers. Voor het huidige literatuuronderzoek is daaromprioriteit gegeven aan studies, waarin de mutatiestatus van de families en de in derisicoberekeningen meegenomen familieleden was vermeld.Niet in alle families waarin aanwijzingen bestaan voor een erfelijk mismatch repair defect (opgrond van tumor MSI status, immunohistochemie van de MMR eiwitten enhypermethylerings-assay) kan tot nu toe een kiembaanmutatie in een MMR-gen wordenaangetoond. Voor de klinische praktijk is een schatting van het risico op kanker ook voordeze groep relevant.<strong>Concept</strong> landelijke richtlijn erfelijke <strong>darmkanker</strong> <strong>versie</strong> 7 d.d. 7 november <strong>2007</strong>.47
- Page 1 and 2: ConceptRichtlijn Erfelijke darmkank
- Page 3: De richtlijn bevat aanbevelingen va
- Page 6 and 7: Voorlichting bij FAP 135Begeleiding
- Page 8 and 9: 1. Algemeen1.1 InleidingColorectaal
- Page 10 and 11: de tumor, de gevoeligheid voor chem
- Page 12 and 13: afhankelijkheid en dient de analyse
- Page 14 and 15: 3. Nagengast FM, Kaandorp CJE. Herz
- Page 16 and 17: 2005). Het gaat hier om genen, die
- Page 18 and 19: In de hier gehanteerde MIPA criteri
- Page 21 and 22: maar geen reden voor erfelijkheidso
- Page 23 and 24: Let op:• Personen met twee eerste
- Page 25 and 26: tabel 2.3Immunohistochemische bevin
- Page 27 and 28: In de praktijk blijkt dat bij het g
- Page 29 and 30: Analyse van MLH1 promoter hypermeth
- Page 31 and 32: 2.2.2 Wat is het restrisico op een
- Page 33 and 34: III1CRCMSI normaal2CRCMSI afwijkend
- Page 35 and 36: 2.3. Wat zijn de klinische en diagn
- Page 37 and 38: III1 2III12 3 4IVfiguur 2.4 BStambo
- Page 39 and 40: 3. MUTYH-geassocieerde polyposis (M
- Page 41 and 42: Niveau 4Voor een persoon met 10-100
- Page 43 and 44: 10 of meer adenomateuze poliepenDNA
- Page 45: 3. Bandipalliam P. Syndrome of earl
- Page 49 and 50: ij diagnose van endometriumcarcinoo
- Page 51 and 52: Grimes liet zien dat ook verwarring
- Page 53 and 54: 17. Quehenberger F, Vasen HF, van H
- Page 55 and 56: Enkele studies hebben getracht scha
- Page 57 and 58: tabel 3.9Cumulatieve risico op colo
- Page 59 and 60: 6. de Jong AE, Vasen HF. The freque
- Page 61 and 62: 4. Surveillance4.1 Lynch syndroom4.
- Page 63 and 64: Niveau 3Er zijn aanwijzingen dat co
- Page 65 and 66: 4.1.2 Welke voorbereiding kan het b
- Page 67 and 68: Niveau 2Er zijn aanwijzingen dat da
- Page 69 and 70: 12. Hwang KL, Chen WT, Hsiao KH, Ch
- Page 71 and 72: Nivau 3Pijn en gêne tijdens colono
- Page 73 and 74: 16. Ponz de Leon M, Benatti P, Di G
- Page 75 and 76: eierstokkanker bleek deze surveilla
- Page 77 and 78: 14. Oei AL, Massuger LF, Bulten J,
- Page 79 and 80: Tijdens follow-up colonoscopie werd
- Page 81 and 82: Daarbij hebben gezonde familieleden
- Page 83 and 84: III1 2CRC 50-70CRC 50-70 jrIII12 3
- Page 85 and 86: gevonden of een adenoom > 10 mm wor
- Page 87 and 88: 5. BEHANDELING5.1.1 Welke operatie
- Page 89 and 90: 5.2 Behandeling van familiair color
- Page 91 and 92: EIS is een procedure die sinds de i
- Page 93 and 94: follow-up van 4 tot 6 jaar (Remzi 2
- Page 95 and 96: Niveau 3De keuze van de operatie, c
- Page 97 and 98:
chirurgen ontstaan welke techniek d
- Page 99 and 100:
13. Van Duijvendijk P, Slors JF, Ta
- Page 101 and 102:
5.3.2 Welk beleid voor duodenale po
- Page 103 and 104:
5.3.2.2 BehandelingHet optimale mom
- Page 105 and 106:
C Spigelman 1989, Groves 2002Niveau
- Page 107 and 108:
tabel 5.12Surveillance-intervallen
- Page 109 and 110:
25. Seow-Choen F, Vijayan V, Keng V
- Page 111 and 112:
zeldzaamheid van de aandoening zijn
- Page 113 and 114:
figuur 5.9.Algoritme voor de behand
- Page 115 and 116:
8. Couture J, Mitri A, Lagace R, Sm
- Page 117 and 118:
familie is daarbij niet altijd adeq
- Page 119 and 120:
Lynch syndroom (bewezen erfelijke d
- Page 121 and 122:
6.2 Welke vorm van Lynch syndroom d
- Page 123 and 124:
6.3 Wat is de rol van algemene ziek
- Page 125 and 126:
Periodieke endoscopie in Lynch synd
- Page 127 and 128:
6.4. Wat is de rol van locale regis
- Page 129 and 130:
Ook het sociale systeem speelt een
- Page 131 and 132:
ConclusiesNiveau 4Gespecialiseerde
- Page 133 and 134:
egarding colorectal and endometrial
- Page 135 and 136:
7.2 Hoe kunnen de naaste familieled
- Page 137 and 138:
6. Sermijn E, Goelen G, Teugels E,
- Page 139 and 140:
Samenvatting van de literatuurEr zi
- Page 141 and 142:
7.4 Welke begeleiding is wenselijk
- Page 143 and 144:
8. Lynch HT, Lemon S, Smyrk T, Fran
- Page 145 and 146:
Overigens maken vragen over erfelij
- Page 147 and 148:
Bijlage 1Lijst van begrippen en afk
- Page 149 and 150:
Cox(2) remmersCRCCumulatieve incide
- Page 151 and 152:
Hyperplastische poliepHyperplastisc
- Page 153 and 154:
mRNAMSH2MSH6MSIMuir-Torre syndroomM
- Page 155 and 156:
aanwezigheid van een afwijking bij
- Page 157 and 158:
Bijlage 2Uitgangsvragen1. Wat zijn
- Page 159 and 160:
Bijlage 3Trefwoorden patiëntenpopu
- Page 161 and 162:
tabel 2Relatief risico schattingen
- Page 163 and 164:
Bijlage 6Rolverdeling diagnostiek b
- Page 165 and 166:
a. Het optimale interval (3,4,5 of
- Page 167 and 168:
Bijlage 8Poliklinieken Familiaire/
- Page 169:
www.erfocentrum.nlKWF Kankerbestrij