Literatuur1. Arrigoni A, Sprujevnik T, Alvisi V, Rossi A, Ricci G, Pennazio M et al. Clinicalidentification and long-term surveillance of 22 hereditary non-polyposis colon cancerItalian families. Eur J Gastroenterol Hepatol 2005;17:213-9.2. De Jong AE, Morreau H, Van Puijenbroek M, Eilers PH, Wijnen J, Nagengast FM et al.The role of mismatch repair gene defects in the development of adenomas in patientswith HNPCC. Gastroenterology 2004;126:42-8.3. De Jong AE, Hendriks YMC, Kleibeuker JH, De Boer SY, Cats A, Griffioen G et al.Decrease in mortality in Lynch syndrome families because of surveillance.Gastroenterology 2006;130:665-71.4. De Vos tot Nederveen Cappel WH, Nagengast FM, Griffioen G, Menko FH, Taal BG,Kleibeuker JH et al. Surveillance for Hereditary Nonpolyposis Colorectal Cancer. DisColon Rectum 2002;45:1588-94.5. Hendriks YM, Wagner A, Morreau H, Menko F, Stormorken A, Quehenberger F et al.Cancer riskt in hereditary nonpolyposis colorectal cancer due toe MSH6 mutations:impact on counseling and surveillance. Gastroenterology 2004;127:334-8.6. Jablonska M, Reznikova L, Kotrlik J, Svitavsky M, Mikova M, Tabach J. Clinicalimplications of recognition of the hereditary non-polyposis colon cancer syndrome(HNPCC) for the early detection of colorectal cancer. Sb Lek 1995;96:275-82.7. Järvinen HJ, Aarnio M, Mustonen H, Ktan-Collan K, Aaltonen LA, Peltomäki P et al.Controlled 15-year trial on screening for colorectal cancer in families with hereditarynonpolyposis colorectal cancer. Gastroenterology 2000;118:829-34.8. Lanspa SJ, Jenkins JX, Cavalieri RJ, Smyrk TC, Watson P, Lynch J et al. Surveillance inLynch syndrome: how aggressive? Am J Gastroenterol 1994;89:1978-80.9. Rijcken FEM, Van der Sluis T, Hollema H, Kleibeuker JH. Hyperplastic polyps inhereditary nonpolyposis colorectal cancer. Am J Gastroenterol 2003;98:2306-11.10. Rijcken FEM, Hollema H, Kleibeuker JH. Proximal adenomas in hereditary non-polyposiscolorectal cancer are prone to rapid malignant transformation. Gut 2002;50:291-2.11. Vasen HF, Taal BG, Nagengast FM, Griffioen G, Menko FH, Kleibeuker JH et al.Hereditary nonpolyposis colorectal cancer: results of long-term surveillance in 50families. Eur J Cancer 1995;31A:1145-8.<strong>Concept</strong> landelijke richtlijn erfelijke <strong>darmkanker</strong> <strong>versie</strong> 7 d.d. 7 november <strong>2007</strong>.64
4.1.2 Welke voorbereiding kan het best worden gebuikt voor het reinigen van hetcolon voor een surveillance colonoscopie?InleidingEen colonoscopie wordt verricht om premaligne afwijkingen (met name adenomen) envroege stadia van kanker in het colon op te sporen. Surveillance colonoscopieën bij erfelijkeaanleg voor CRC leiden tot een reductie van de morbiditeit en mortaliteit van colorectaalcarcinoom (Järvinen 2000). Hierbij is het van belang om het gehele colon goed te kunnenbeoordelen en ook kleine afwijkingen op te sporen. Om deze reden is het essentieel dat hetcolon goed gereinigd is. De ideale voorbereiding moet het colon volledig reinigen van vast envloeibaar materiaal, geen beschadiging van de mucosa geven, gemakkelijk in te nemen zijnen goed geaccepteerd en verdragen worden door de patiënt, zonder bijwerkingen en metminimale elektrolyt-verschuiving. Helaas bestaat deze ideale voorbereiding niet.Samenvatting van de literatuurGebruikte middelenIn de meeste studies over dit onderwerp is de effectiviteit en veiligheid van polyethyleenglycol (PEG) onderzocht. PEG is een isotone en iso-osmolaire oplossing waarbij netto vrijwelgeen water- en elektrolyt-absorptie of -secretie optreedt. Het nadeel van PEG is dat hiervaneen groot volume gedronken moet worden (4 liter) en dat het door sommige patiënten nietgoed verdragen wordt.Het tweede meest gebruikte middel is natrium fosfaat (NaP). Dit is een hyperosmolaireoplossing waarvan tweemaal een klein volume gedronken dient te worden (2 x 45 ml). Eennadeel is dat door dit middel plasma-water naar het maag-darmstelsel wordt getrokken en ereen verschuiving in de elektrolytbalans kan plaats vinden.Een derde belangrijk middel is sodium picosulfaat (SPS), dat net als NaP een hypersomolairklein-volume preparaat is. Dit middel wordt in Nederland niet gebruikt voor de voorbereidingvan een colonoscopie.Vergelijkende studiesEr zijn in de literatuur twee meta-analyses over de voorbereiding van een colonoscopieverschenen.In de meta-analyse van Tan werden PEG, NaP en SPS vergeleken (Tan 2006).In totaal zijn 29 randomized controlled trials (RCT’s) geïncludeerd met 6459 patiënten. In de16 studies (3484 patiënten) waarin PEG en NaP met elkaar werden vergeleken, lieten 9studies een betere voorbereiding met NaP zien, 6 studies een gelijk effect; in 1 studie wasPEG superieur (OR voor een acceptabele voorbereiding (goed of excellent) was 0.75, 95%CI 0.65-0.88 ten gunste van NaP). Drie studies vergeleken PEG met SPS en lieten een trendzien voor een betere voorbereiding met PEG (OR 1.69, 95% CI 0.92-3.13). Drie studiesvergeleken NaP en SPS en lieten een significant betere voorbereiding zien met NaP (OR0.52, 95% CI 0.34-0,81).Significant meer patiënten konden de volledige voorbereiding met NaP verdragen vergelekenmet PEG (94% vs 71%, p< 0.01). Er was geen verschil in frequentie van bijwerkingen tussenPEG en NaP. Wel werd buikpijn vaker in de PEG groep gerapporteerd (p< 0.01) enduizeligheid in de NaP groep (p< 0.01).In deze meta-analyse gaf NaP dus betere resultaten dan PEG. Ook in de eerder verschenenmeta-analyse van Hsu waarin randomized controlled trials met PEG en NaP zijngeïncludeerd, was NaP superieur (Hsu 1998).<strong>Concept</strong> landelijke richtlijn erfelijke <strong>darmkanker</strong> <strong>versie</strong> 7 d.d. 7 november <strong>2007</strong>.65
- Page 1 and 2:
ConceptRichtlijn Erfelijke darmkank
- Page 3:
De richtlijn bevat aanbevelingen va
- Page 6 and 7:
Voorlichting bij FAP 135Begeleiding
- Page 8 and 9:
1. Algemeen1.1 InleidingColorectaal
- Page 10 and 11:
de tumor, de gevoeligheid voor chem
- Page 12 and 13:
afhankelijkheid en dient de analyse
- Page 14 and 15: 3. Nagengast FM, Kaandorp CJE. Herz
- Page 16 and 17: 2005). Het gaat hier om genen, die
- Page 18 and 19: In de hier gehanteerde MIPA criteri
- Page 21 and 22: maar geen reden voor erfelijkheidso
- Page 23 and 24: Let op:• Personen met twee eerste
- Page 25 and 26: tabel 2.3Immunohistochemische bevin
- Page 27 and 28: In de praktijk blijkt dat bij het g
- Page 29 and 30: Analyse van MLH1 promoter hypermeth
- Page 31 and 32: 2.2.2 Wat is het restrisico op een
- Page 33 and 34: III1CRCMSI normaal2CRCMSI afwijkend
- Page 35 and 36: 2.3. Wat zijn de klinische en diagn
- Page 37 and 38: III1 2III12 3 4IVfiguur 2.4 BStambo
- Page 39 and 40: 3. MUTYH-geassocieerde polyposis (M
- Page 41 and 42: Niveau 4Voor een persoon met 10-100
- Page 43 and 44: 10 of meer adenomateuze poliepenDNA
- Page 45 and 46: 3. Bandipalliam P. Syndrome of earl
- Page 47 and 48: 3. RISICO’S OP TUMOREN3.1 Wat zij
- Page 49 and 50: ij diagnose van endometriumcarcinoo
- Page 51 and 52: Grimes liet zien dat ook verwarring
- Page 53 and 54: 17. Quehenberger F, Vasen HF, van H
- Page 55 and 56: Enkele studies hebben getracht scha
- Page 57 and 58: tabel 3.9Cumulatieve risico op colo
- Page 59 and 60: 6. de Jong AE, Vasen HF. The freque
- Page 61 and 62: 4. Surveillance4.1 Lynch syndroom4.
- Page 63: Niveau 3Er zijn aanwijzingen dat co
- Page 67 and 68: Niveau 2Er zijn aanwijzingen dat da
- Page 69 and 70: 12. Hwang KL, Chen WT, Hsiao KH, Ch
- Page 71 and 72: Nivau 3Pijn en gêne tijdens colono
- Page 73 and 74: 16. Ponz de Leon M, Benatti P, Di G
- Page 75 and 76: eierstokkanker bleek deze surveilla
- Page 77 and 78: 14. Oei AL, Massuger LF, Bulten J,
- Page 79 and 80: Tijdens follow-up colonoscopie werd
- Page 81 and 82: Daarbij hebben gezonde familieleden
- Page 83 and 84: III1 2CRC 50-70CRC 50-70 jrIII12 3
- Page 85 and 86: gevonden of een adenoom > 10 mm wor
- Page 87 and 88: 5. BEHANDELING5.1.1 Welke operatie
- Page 89 and 90: 5.2 Behandeling van familiair color
- Page 91 and 92: EIS is een procedure die sinds de i
- Page 93 and 94: follow-up van 4 tot 6 jaar (Remzi 2
- Page 95 and 96: Niveau 3De keuze van de operatie, c
- Page 97 and 98: chirurgen ontstaan welke techniek d
- Page 99 and 100: 13. Van Duijvendijk P, Slors JF, Ta
- Page 101 and 102: 5.3.2 Welk beleid voor duodenale po
- Page 103 and 104: 5.3.2.2 BehandelingHet optimale mom
- Page 105 and 106: C Spigelman 1989, Groves 2002Niveau
- Page 107 and 108: tabel 5.12Surveillance-intervallen
- Page 109 and 110: 25. Seow-Choen F, Vijayan V, Keng V
- Page 111 and 112: zeldzaamheid van de aandoening zijn
- Page 113 and 114: figuur 5.9.Algoritme voor de behand
- Page 115 and 116:
8. Couture J, Mitri A, Lagace R, Sm
- Page 117 and 118:
familie is daarbij niet altijd adeq
- Page 119 and 120:
Lynch syndroom (bewezen erfelijke d
- Page 121 and 122:
6.2 Welke vorm van Lynch syndroom d
- Page 123 and 124:
6.3 Wat is de rol van algemene ziek
- Page 125 and 126:
Periodieke endoscopie in Lynch synd
- Page 127 and 128:
6.4. Wat is de rol van locale regis
- Page 129 and 130:
Ook het sociale systeem speelt een
- Page 131 and 132:
ConclusiesNiveau 4Gespecialiseerde
- Page 133 and 134:
egarding colorectal and endometrial
- Page 135 and 136:
7.2 Hoe kunnen de naaste familieled
- Page 137 and 138:
6. Sermijn E, Goelen G, Teugels E,
- Page 139 and 140:
Samenvatting van de literatuurEr zi
- Page 141 and 142:
7.4 Welke begeleiding is wenselijk
- Page 143 and 144:
8. Lynch HT, Lemon S, Smyrk T, Fran
- Page 145 and 146:
Overigens maken vragen over erfelij
- Page 147 and 148:
Bijlage 1Lijst van begrippen en afk
- Page 149 and 150:
Cox(2) remmersCRCCumulatieve incide
- Page 151 and 152:
Hyperplastische poliepHyperplastisc
- Page 153 and 154:
mRNAMSH2MSH6MSIMuir-Torre syndroomM
- Page 155 and 156:
aanwezigheid van een afwijking bij
- Page 157 and 158:
Bijlage 2Uitgangsvragen1. Wat zijn
- Page 159 and 160:
Bijlage 3Trefwoorden patiëntenpopu
- Page 161 and 162:
tabel 2Relatief risico schattingen
- Page 163 and 164:
Bijlage 6Rolverdeling diagnostiek b
- Page 165 and 166:
a. Het optimale interval (3,4,5 of
- Page 167 and 168:
Bijlage 8Poliklinieken Familiaire/
- Page 169:
www.erfocentrum.nlKWF Kankerbestrij