Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
UITLEG.<br />
NEBUKADREZAR, H. 25 : 1-14.<br />
In den aanhef is dit stuk gekensc<strong>het</strong>st als profetie over <strong>het</strong> volk van<br />
Juda en Jeruzalem. Met vs. 15 begint een nieuw gedeelte, dat zich wel<br />
bij vs. 1-14 aansluit en daarop ook betrekking heeft (vgl. vs. 9 en vs. 15);<br />
maar vs. 1-14 geldt Juda, vs. 15-38 de andere volken, die in vs. 9<br />
terloops genoemd zijn.<br />
Deze profetie wordt nauwkeurig gedateerd: Jeremia heeft haar ontvangen<br />
in <strong>het</strong> vierde jaar van Jojakim, <strong>het</strong> eerste jaar van Nebukadrezar.<br />
Het gericht des HEEREN, dat de profeet nu al drie en twintig jaar<br />
gepredikt heeft, begint zich met dezen nieuwen koning van Babel scherper<br />
af te teekenen. Door hèm zal God <strong>het</strong> gericht over Juda voltrekken,<br />
daarom ontvangt Jeremia juist in <strong>het</strong> jaar van diens troonsbestijging<br />
deze profetie. In datzelfde jaar krijgt hij <strong>het</strong> goddelijk bevel, zijne<br />
profetieën te boek te stellen (H. 36).<br />
3 Jeremia ziet terug op zijne loopbaan : al zóó langen tijd, drie en twintig<br />
jaar, heeft hij <strong>het</strong> van God ontvangen woord aan <strong>het</strong> volk gebracht.<br />
Ook al was <strong>het</strong> hem wel bitter zwaar gevallen, ja, al wilde hij soms <strong>het</strong><br />
goddelijk woord achterhouden, omdat <strong>het</strong> hem maar spot en vijandschap<br />
bracht (20 : 9), toch was hij in den dienst van zijn Zender gebleven, hij<br />
was blijven gehoorzamen aan de goddelijke roeping zijner jeugd (1 : 4-10).<br />
Voortdurend heeft hij tot zijn volk gesproken; zeker hebben wij in <strong>het</strong> boek<br />
Jeremia niet alle woorden van den profeet (vgl. Joh. 20 : 30, 31; 21 : 25).<br />
Maar <strong>het</strong> volk heeft nooit naar de boodschap Gods willen luisteren,<br />
4 ook niet bij de vroegere profeten; altijd had <strong>het</strong> Gods roepstem in den<br />
wind geslagen (7 : 13, 25; 11 : 8, 10; 13 : 10, 11; 16 : 11, 12; 17 : 23;<br />
5 18 : 12; 19 : 15; 22 : 21; 34 : 14). Die boodschap was : bekeert u, dan<br />
zult ge in uw land mogen blijven wonen. Jeremia maakt hier geen<br />
onderscheid tusschen zichzelven en de vroegere profeten; de eisch der<br />
bekeering, tot een volk gericht, moet door de individuén verwerkelijkt<br />
worden, in de dagen van Amos zoo goed als in den tijd van Jeremia.<br />
Zeker komt in <strong>het</strong> boek Jeremia deze profeet als persoonlijkheid in<br />
zijne verhouding tot God bijzonder scherp uit; maar dit geeft geen<br />
recht, hem te stempelen als den vader van <strong>het</strong> individualisme, zooals<br />
dat is gedaan. De belofte van vs. 5b herinnert aan Ex. 20 : 12 en Deut.<br />
6 5 : 16. De HEER eischte trouw aan zijn dienst (vgl. Ex. 20 : 3) en<br />
verbood afgoderij (vgl. Ex. 20 : 4-6); aan gehoorzaamheid verbond