You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
106 Jeremia 33 : 10. UITLEG.<br />
gelijk Calvijn verklaart : „werkelijk zullen eenmaal alle volken der<br />
aarde <strong>het</strong> Christendom zoo al niet aannemen, dan toch leeren kennen<br />
en waardeeren."<br />
io Jeremia heeft van Jeruzalem gezegd, dat <strong>het</strong> reeds in de hand der<br />
vijanden gegeven is, en dit sluit de verwoesting door <strong>het</strong> vijandelijk<br />
leger in (32 : 24, 36). En zóó zal <strong>het</strong> ook metterdaad worden. De HEER<br />
sluit Zich geheel bij dat sombere woord van zijn profeet aan, ja Hij werkt<br />
<strong>het</strong> in al zijne vreeselijkheid uit : de steden van Juda en Jeruzalem<br />
11 verwoest, ontvolkt, doodsch!" Maar dan ook: dáár zal ook nog eens<br />
weer vreugde zijn! Zooals Jeremia vroeger heeft moeten dreigen: alle<br />
vreugde zal verstommen, zó6 voorspelt God nu, dat al die vroolijkheid<br />
zal wederkeeren (7 : 34; 16 : 9; 25 : 10). Dan zal de HEER bij <strong>het</strong><br />
brengen van de offeranden met de gebruikelijke lithurgie worden geprezen<br />
(17 : 26; 1 lCron. 16 : 34; Ezra 3 : 11).<br />
12 Ja, overal, waar 't woest en eenzaam is (Jeremia is verplaatst in de<br />
sombere toekomst van den tijd van <strong>het</strong> gericht), zal weer de grootste rust<br />
en vrede zijn; alom (vgl. 17 : 26; 32 : 44) zullen weer schapen weiden<br />
en bij <strong>het</strong> ingaan in de omheining vóór den nacht door den herder worden<br />
geteld. Deze staat in de opening van den steenen muur; terwijl de schapen<br />
één voor één bij <strong>het</strong> binnengaan hem passeeren, telt hij ze met zijn staf<br />
(Lev. 27 : 32; Ez. 20 : 37).<br />
14 Herstel van den dienst des HEEREN. vs. 14-26. — En nu gaat de<br />
belofte juist in dien hachelijken tijd, terwijl de profeet in den gevangenhof<br />
den val van Jeruzalem en van zijn volk verbeiden moet, nog verder. God<br />
heeft hem nu reeds gezegd: Jeruzalem en Juda zullen worden hersteld;<br />
ook op den eeredienst in den tempel is reeds gedoeld (vs. 11) — dit laatste<br />
wordt nu uitgewerkt in aansluiting aan een belofte, door den HEER<br />
1s gedaan (23 : 5, 6). Deze belofte zal werkelijkheid worden. De beloofde<br />
16 Messias zal door God worden verwekt. Met hem zal <strong>het</strong> volle heil dagen.<br />
17 Maar <strong>het</strong> koningschap zal toch met den val van Zedekia verdwijnen?<br />
Ja, maar <strong>het</strong> huis van David blijft, om eens den Spruit der gerechtigheid<br />
voort te brengen. Wij moeten naast dit vers leggen de oude belofte aan<br />
David en diens geslacht; vgl. 2 Sam. 7 : 12-16; 1 Kon. 2 : 4; 8 : 25;<br />
9 : 5; 2 I{ron. 6 : 16; 7 : 18; Ps. 89 : 4, 5; 132 : 11. Op haar grijpt<br />
de profetie van vs. 17 terug. Zij zal worden vervuld. Ook al wordt<br />
<strong>het</strong> koningschap aan Zedekia ontnomen en zijn volk geknecht. Deze<br />
belofte geeft de mogelijkheid aan van de vervulling van de Messiaansche<br />
profetie (vs. 15). In Christus zien wij haar vervulling (Luk. 1 : 32, 33).<br />
18 Met Jeruzalem zal toch de tempel komen te vallen en de dienst van God<br />
worden gestoord? Ja, toch zal óók de offerdienst bestendig worden<br />
voortgezet. Vs. 17 en 18 geven de garantie van de vervulling van de<br />
belofte in vs. 15 en 16. Hier is dus de offercultus niet <strong>het</strong> hoogste ideaal,<br />
maar voorbereiding voor de komst van den Messias.