You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Jeremia 32 : 3. UITLEG. 99<br />
Intusschen was <strong>het</strong> vijandelijk leger teruggekomen en met nieuwe kracht<br />
aan de belegering begonnen (vs. 24). In den gevangenhof (33 : 1; 38 : 6,<br />
13, 28; 39 : 14, 15; Neh. 3 : 25) stond Jeremia met de buitenwereld<br />
in contact en kon hij ook bezoek krijgen. Wij moeten dus zeker denken<br />
aan een binnenplein van <strong>het</strong> koninklijk paleis.<br />
3 DAM had koning Zedekia hem laten opsluiten, omdat hij den val van<br />
Jeruzalem had voorspeld. Volgens 37 : 21 was de profeet op bevel des<br />
konings in den gevangenhof gezet. Tusschen deze gegevens bestaat<br />
geen tegenspraak, al is in 37 : 21 de aanklacht, die 32 : 3 vermeldt,<br />
niet genoemd. En ongegrond is de meening van VoLZ (die vs. 2-6<br />
voor latere toevoeging houdt), dat de schrijver „al te vluchtig" hier<br />
den koning in plaats van de hooge beambten de aanklacht tegen den<br />
profeet laat indienen; immers in den gevangenhof zat Jeremia blijkens<br />
H. 37 : 21 niet op last van de vorsten, maar van den koning. De profetie,<br />
op grond waarvan Zedekia hier Jeremia schuldig verklaart, komt overeen<br />
met de gegevens van 21 : 1-10; 34 : 2-6 en 37 : 17. Van <strong>het</strong> licht,<br />
dat de profeet voor de toekomst van den koning nog laat doorschemeren,<br />
lezen wij alleen hièr.<br />
6 Na door deze historische toelichting de situatie verduidelijkt te hebben,<br />
grijpt de auteur, Baruch, weer op den aanhef terug: „ Jeremia dan zei de".<br />
Hij geeft nu weer, wat Jeremia hem heeft meegedeeld, vs. 6b-25. Vgl.<br />
de Inleiding, blz. 4.<br />
7 God heeft Jeremia van te voren ervan verwittigd, dat zijn neef Hanameël<br />
hem zal komen vragen, diens akker in Anathoth als „losser" te<br />
koopen. Hanameël was genoodzaakt, zijn land van de hand te doen;<br />
Jeremia was blijkbaar de aangewezen losser, die de verplichtingen van<br />
de wet, Lev. 25 : 25, op zich zou moeten nemen, wanneer <strong>het</strong> land verkocht<br />
was; maar Hanameël zal hem komen vragen, als losser direct <strong>het</strong><br />
land uit zijn hand te koopen.<br />
8 Werkelijk kwam daarop Hanameël bij hem in den gevangenhof en<br />
vroeg hem met aandrang, van zijn lossersrecht gebruik te maken. Toen<br />
wist Jeremia, dat dit verzoek „<strong>het</strong> woord des HEEREN" was: wat<br />
Hanameël hem vroeg, was Gods wil; door dit verzoek zegt God hem,<br />
wat hij doen moet. Jeremia weet dit nu, doordat God hem van tevoren<br />
gezegd had, dat Hanameël met die vraag komen zou.<br />
9 Daarom sloot Jeremia den koop en betaalde zijn neef den prijs,<br />
zeventien sikkelen; 1 sikkel is ongeveer 11,50; de koop werd dus voor<br />
ruim f 25 gesloten. Abraham betaalde voor den akker met de spelonk<br />
van Machpela 400 sikkels (Gen. 23 : 16); David voor den dorschvloer<br />
van Arauna met de runderen 50 sikkels (2 Sam. 24 : 24). Als parallel<br />
kunnen wij hierbij vergelijken de bekende plaats bij Livius (26, 11),<br />
waar deze verhaalt, hoe tijdens <strong>het</strong> beleg van Rome door Hannibal<br />
een stuk land, waarop diens leger kampeerde, tegen de volle waarde