Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
jeremia 46 : 25. UITLEG. 141<br />
25 Ten slotte een profetie, die niet in metrum, maar in proza <strong>het</strong> lot van<br />
Egypte sc<strong>het</strong>st. De Almachtige, Israël's God, de God van dat kleine<br />
volkje tusschen de grootmachten der wereld in, zal Ammon van No<br />
straffen. No is Thebe, de hoofdstad van Boven-Egypte (Nah. 3 : 8;<br />
Ez. 30 : 14-16), op de plaats van <strong>het</strong> tegenwoordige Luxor en Karnak<br />
(0 b b i n k, Op Bijbelschen Bodem, blz. 67-69). Ammon, oorspronkelijk<br />
de stadgod van Thebe, werd later hoofdgod, als Jupiter Ammon ver<br />
buiten de grenzen van Egypte vereerd. Een afbeelding van god Amon<br />
geeft e. a. de Christelijke Encyclopaedie (ed. Kok), I blz. 106. De koning en<br />
<strong>het</strong> machtige land, de goden en de vorsten, Farao met allen, die in de<br />
politiek bij hem hulp zochten — zooals dat ook in Juda gebeurde —,<br />
26 allen zullen door den Oppermachtige worden gestraft. Hij zal hen door<br />
Nebukadrezar laten overwinnen. Maar Egypte zal niet voorgoed door<br />
Babel onderworpen worden. Later komt <strong>het</strong> weer tot rust en keert <strong>het</strong><br />
normale leven terug.<br />
Voor de vervulling van deze profetie zie men den Uitkg van H. 43 : 13.<br />
27 Heilsbelofte voor Israël, vs. 27, 28. -- Deze belofte is bijna geheel gelijkluidend<br />
met die van H. 30 : 10, 11. Dit is voor velen een reden om haar<br />
hier als door later hand ingevoegd te beschouwen. Wij moeten echter<br />
in <strong>het</strong> oog houden, dat Jeremia meer dan eens dezelfde woorden en uitdrukkingen<br />
gebruikt. Bovendien vinden wij, behalve hier, nog tweemaal<br />
een profetie door hem in verschillend verband gebruikt: 6 : 13-15<br />
= 8 : 10-12, en 16 : 14, 15 = 23 : 7, 8. In H. 30 : 10, 11 is dèze<br />
heilsbelofte opgenomen in <strong>het</strong> geheel van de heerlijke toekomst. In<br />
H. 46 gebruikt de profeet haar om tegen den donkeren achtergrond van<br />
<strong>het</strong> gericht, dat over Egypte gaan zal, de bevrijding van zijn volk in al<br />
haar heerlijkheid te doen uitkomen.<br />
Over de Filistijnen, H. 47.<br />
De vorm van <strong>het</strong> opschrift is als in H. 14 : 1 en 46 : 1. Ook hier is<br />
<strong>het</strong> opschrift uit later tijd dan de voorspelling, evenals bij de profetie over<br />
Egypte. Want <strong>het</strong> opschrift ziet terug op een inname van Gaza door den<br />
koning van Egypte, die in de profetie zelve nog voorspeld wordt (vs. 5).<br />
De dateering, die <strong>het</strong> opschrift geeft, was 'voor de eerste lezers duidelijker<br />
dan voor ons. Gezinspeeld wordt op een verovering van Gaza door<br />
den koning van Egypte, maar welke koning dit was, wordt niet gezegd.<br />
He r o dot u s (II 159) deelt mede, dat Necho na den slag bij Magdolos<br />
Kadytis, een groote stad van Syrië, innam. Sedert de dissertatie van<br />
Hi t zi g (1829) identifieerde men dit Magdolos met Megiddo en Kadytis<br />
met Gaza; P l ut a r c h us noemt ook Gaza „de grootste stad van Syrië"<br />
(Leven van Alexander den Groote, 25). Na den slag bij Megiddo zou Necho,<br />
die bij Akko geland was, dan weer eerst naar de bocht van Akko zijn