You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
154 Jeremia 49 : 24. UITLEa<br />
de Nahr Barada (de Abada van 2 Kon. 5 : 12) en de Nahr-el-Awádsj<br />
(de Parpar), werd de stad door de Arabische dichters om strijd geprezen.<br />
Toen Mohammed, voordat hij als profeet optrad, vanaf den heuvel van<br />
Salahijeh <strong>het</strong> schitterend panorama van Damaskus zag, zou hij gezegd<br />
hebben: omdat er voor den mensch maar één paradijs is en dit niet op<br />
aarde gezocht mag worden, wilde hij de stad niet betreden. Zij is nu de<br />
grootste stad van Syrië, met een 400.000 inwoners, en draagt den naam<br />
van Es-sám.<br />
Hamath was oudtijds de hoofdstad van een zelfstandig rijk ten Noorden<br />
van Damaskus; nu: Hamah. In Am. 6 : 2 heet <strong>het</strong> „de groote stad". De<br />
Assyrische inscripties noemen <strong>het</strong> Hamatoe. In den Hellenistischen tijd<br />
draagt <strong>het</strong> den naam Epiphania. Gelegen aan den Orontes, is <strong>het</strong> nu<br />
nog een middelpunt van handelsverkeer. Arpad lag veel noordelijker,<br />
drie uur boven Aleppo, op de plaats van <strong>het</strong> tegenwoordige Tel-Arfád<br />
(C o o k's Traveller's Handbook for Palestine and Syria2 , kaart achterin).<br />
In 740 v. Chr. werd deze stad door Tiglath-Pileser na een beleg van drie<br />
jaar ingenomen. Hamath en Arpad worden ook in 2 Kon. 18 : 34;<br />
19 : 13 en Jes. 10 : 9 naast elkaar genoemd.<br />
Als bezwaar tegen Jeremiaanschen oorsprong van deze profetie wordt<br />
aangevoerd, dat in den tijd van den profeet Damaskus geen zelfstandig<br />
rijk meer was. Maar Jeremia spreekt niet van een rijk, maar van een<br />
stad (vs. 25). Hamath en Arpad zijn de groote steden van Syrië, voor<br />
wie <strong>het</strong> lot van Damaskus van overwegend belang was: heel Syrië<br />
wordt hier geteekend als in angst door de nadering van een roofzuchtig<br />
leger. Vgl. Zach. 9 : 1, 2.<br />
24 In vijf korte zinnen, die den plotselingen schrik teekenen, zien wij<br />
de vrees over Damaskus komen; wij worden weer herinnerd aan den<br />
25 dichter van H. 6 : 24 en 46 : 21. Dan verplaatst de profeet ons onmiddellijk<br />
in den tijd na de katastrofe: Damaskus, de weelderige<br />
handelsstad (Ez. 27 : 18), is uitgestorven; doodsche stilte heerscht in<br />
26 de vroeger zoo drukke bazarstraten. Geen verdediging baat; alle verzet<br />
27 wordt in bloed gesmoord (9 : 20; 50 : 30). Met een duidelijke zinspeling<br />
op de oude profetie van Amos tegen Damaskus (Am. 1 : 1-3)<br />
eindigt Jeremia de aankondiging van <strong>het</strong> strafgericht. Benhadad komt<br />
in <strong>het</strong> Oude Testament bij drie koningen voor: 1 Kon. 15 : 18;<br />
2 Kon. 8 : 7-15; 13 : 14. Misschien was de naam meer een titel,<br />
evenals Farad bij de Egyptenaren; hij beteekent : „zoon van (god)<br />
Hadad".<br />
Nebukadrezar spreekt van expedities in <strong>het</strong> gebied van den Libanon<br />
en den Anti-Libanon (in transscriptie en vertaling o. a. bij Rogers,<br />
Cunei f orm Parallels to the Old Testament2 1926; blz. 365, 370). En<br />
X e n o p h o n vermeldt in zijn Cyropaedie de onderwerping van Syrië<br />
door dezen koning. Z66 zal deze profetie tegen Damaskus vervuld zijn.