You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Jeremia 25 : 24. UITLEG. 73<br />
24 De koningen der Arabieren (1 Kon. 10 : 15; 2 Kron. 9 : 14) zijn sjeiks<br />
van Arabische stammen. Uz is <strong>het</strong> vaderland van Job; in Klaagl. 4 : 21<br />
wordt <strong>het</strong> in verband gebracht met Edom (vgl. Gen. 36 : 28).<br />
25 Welk land met Zimri bedoeld is, is moeilijk uit te maken. Brengt<br />
men <strong>het</strong> woord in verband met Zimran van Gen. 25 : 2, dan moet men<br />
er een Arabische stam onder'verstaan, die dan nog bij de vooraf genoemde<br />
gerekend moet worden. Hiertegen pleit echter de bouw van vs. 24, dat<br />
juist niet den indruk maakt, alsof er nog een vervolg komt. Dan moet<br />
<strong>het</strong> bij <strong>het</strong>geen volgt getrokken worden. Een land van dezen naam is uit<br />
de inscripties niet bekend. SARSOWSKY indentificeerde <strong>het</strong> met <strong>het</strong> land<br />
Zamani (de n en de r wisselen wel vaker in <strong>het</strong> spijkerschrift), met de<br />
hoofdstad Amedi, aan den bovenloop van den Tigris. Elam is <strong>het</strong> rijk<br />
ten Oosten van Babel, vgl. H. 49 : 34-39; Medië dat ten Oosten van<br />
Assyrië.<br />
26 Ten slotte wordt de geheele volkenwereld saamgevat als <strong>het</strong> voorwerp<br />
van Gods gericht.<br />
27 Met geweldige, realistische kleuren wordt dit gericht geteekend. ZOO<br />
jammerlijk zullen al die volken er aan toe zijn door <strong>het</strong> zwaard, dat God<br />
onder hen laat woeden, d. i. door de oorlogen, waaraan zij ten prooi<br />
29 zullen zijn. En dat oordeel is onherroepelijk. God is immers begonnen<br />
met de stad, waarover zijn naam genoemd is, die Hij in eene bijzondere<br />
betrekking tot Zich heeft geplaatst (vgl. Am. 3 : 2) — en zouden de<br />
andere volken, die dat voorrecht missen, dan niets te lijden krijgen?<br />
Wij denken aan 1 Petr. 4 : 17.<br />
30 Nu wordt dit komend oordeel toegelicht. Verzet baat niets, want<br />
<strong>het</strong> is de HEER, die <strong>het</strong> doet, de Almachtige in den hemel. Zoo weerloos<br />
als de prooi is voor den leeuw, zoo machteloos zijn de menschen, als<br />
Hij komt met <strong>het</strong> gericht. Het dreigende naderen van dit gericht wordt<br />
met <strong>het</strong> leeuwgebrul vergeleken, evenals Joël 3 : 16 en Am. 1 : 2 (vgl.<br />
Hos. 5 : 14). Dit oordeel gaat over „zijn gebied", lt. „weide", d. i.<br />
Kanaan (vgl. 10 : 25; 50 : 11; Ex. 15 : 13; Ps. 79 : 7). En dan weer<br />
een heel ander, maar even aangrijpend beeld: dat van den wijnperser,<br />
die druiven treedt, waarbij <strong>het</strong> druivensap doet denken aan bloed, vgl.<br />
Jes. 63 : 1 vv. God is één en al actie bij <strong>het</strong> voltrekken van zijn oordeel<br />
31 over de volken. Het juichen van den geweldigen Druiventreder klinkt<br />
over heel de aarde, want God heeft zijn rechtsstrijd te voeren met de<br />
volkerenwereld; geen enkele macht of mensch kan zich aan zijn oordeel<br />
onttrekken; rechtvaardig zal dit oordeel zijn, want de goddeloozen<br />
worden gestraft voor hun zonde.<br />
32 Trad in de voorafgaande verzen God, de Richter, op den voorgrond,<br />
nu wordt naar voren gebracht <strong>het</strong> gericht zelf en de uitwerking daarvan.<br />
Als een vreeselijke stormwind, die verwoestend al verder trekt, zóó zal<br />
<strong>het</strong> gericht zijn. Het woord, door mij met „onheil" vertaald, door de