You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Jeremia 35 : 14. UITLEG. 111<br />
woorden sprak en uitdrukkingen en zinswendingen bezigde, die wij<br />
ook elders bij hem vinden. Is ook niet bij ons een spreker, die eenige<br />
individualiteit vertoont, te herkennen aan terminologie, zinsbouw en<br />
stijl? Bovendien ging <strong>het</strong> ook hièr om de gehoorzaamheid, de pointe<br />
van Al Jeremia's eischen (Inleiding, blz. 11-13). Het is dus heel natuurlijk,<br />
dat hij hier niet in treffend nieuwe woorden sprak. Het teeken, dat hij<br />
zooeven bij de Rechabieten had gekregen, dat was <strong>het</strong> nieuwe, waardoor<br />
<strong>het</strong> volk getroffen moest worden.<br />
14 Hoe trouw hebben de Rechabieten zich aan de harde, nomadische<br />
leefwijze gehouden, omdat die hun eenmaal door hun voorvader opgelegd<br />
was! En — de HEER, die toch oneindig veel meer recht op gehoorzaamheid<br />
van zijn volk had dan Jonadab kon laten gelden, heeft<br />
niet éénmaal, maar gedurig tot zijn volk gesproken, maar zij wilden toch<br />
15 niet hooren! Al zijn zorg is met volkomen onverschilligheid beantwoord<br />
16, 17 (7 : 3, 7, 25, 26; 11:8; 18 : 11; 25 : 3, 7; 26:5; 29 : 19; 34 : 14).<br />
Daarom zal God nu al de onheilsprofetieën, waarmee Hij zoolang reeds<br />
dreigde (19 : 15), ten uitvoer brengen.<br />
18 Hun toekomst, vs. 18, 19. — In tegenstelling met de bedreiging voor 't volk<br />
19 nu een belofte aan de Rechabieten om hun trouw. Niet alleen zal hun<br />
geslacht niet uitsterven, maar door dat geslacht zal altijd de HEER<br />
worden gediend (zie 15 : 19 met den Uitleg). Neh. 3 : 14 vermeldt,<br />
dat Malkia, de Rechabiet, een der poorten van Jeruzalem restaureerde,<br />
En Hegesippus spreekt van „een der priesters van de zonen van Rechab,<br />
vermeld door den profeet Jeremia" (Eusebius, Kerkgeschiedenis II, 23).<br />
DE BOEKROL. H. 36.<br />
36 1 Jeremia's prediking opgeschreven, 36 vs. 1-4. — Hier worden we verplaatst<br />
in <strong>het</strong> vierde jaar van koning Jojakim, <strong>het</strong>zelfde jaar, waarin<br />
de profetie van H. 15 : 1-14 door Jeremia is ontvangen. 't Was <strong>het</strong><br />
eerste jaar van Nebukadrezar; de vijand uit <strong>het</strong> Noorden, waarmee<br />
de profeet al jaren geleden gedreigd had, is nu op <strong>het</strong> wereldtooneel<br />
verschenen. De heerschappij over de landen in <strong>het</strong> Westen is met de<br />
nederlaag van Egypte in den slag van Karchemis voor Babel verzekerd.<br />
2 En nu ontvangt Jeremia bevel, al de profetieën, die hij tot op dien tijd<br />
3 ontvangen had, te boek te stellen. Het doel, dat de HEER daarmee<br />
beoogt, is bekeering van zijn volk (vs. 7). Wel is de kans op bekeering<br />
niet groot, maar God houdt toch niet op met vermanen.<br />
4 Jeremia roept zijn secretaris Baruch (zie den Uitleg van 32 : 12)<br />
en dicteert dezen al de profetieën, die hij tot dusver van den HEER<br />
ontvangen had; ongetwijfeld had hij al vroeger profetieëen te boek<br />
gesteld of door Baruch laten opschrijven.<br />
5 De voorlezing aan <strong>het</strong> volk, vs. 5-10. — Nu geeft Jeremia aan Baruch