Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Jeremia 37 : 4. UITLEG. 117<br />
komst vragen, en dat laatste is <strong>het</strong> hier. Er is gezegd 1) : Zedekia heeft<br />
dat niet ernstig gemeend, hij duchtte geen gevaar, maar hij wilde den<br />
profeet nu eens goed laten voelen, dat diens onheilsprofetieën toch maar<br />
niet uitkwamen! Maar deze verklaring is in strijd met de gegevens van<br />
<strong>het</strong> bericht, die slechts één opvatting toelaten: de koning meende zijn<br />
verzoek ernstig. En we kunnen dat ook heel best begrijpen. Al was de<br />
oppervlakkige massa gerust, hij zag wel verder en hij was tenslotte toch<br />
de verantwoordelijke persoon, al was hij te zwak van karakter om zelfstandig<br />
te zijn. Misschien zal zijn geweten ook wel gesproken hebben,<br />
omdat hij den eed van trouw aan den machtige, die hem eens koning<br />
maakte, niet gehouden had. Zoo komt de figuur van dezen laatsten<br />
koning van Juda hier weer scherp uit : hij is niet gerust, hij vraagt<br />
den profeet naar de toekomst; en als deze hem, gelijk tevoren, alleen maar<br />
<strong>het</strong> oordeel kan aanzeggen, komt hij toch niet tot bekeering.<br />
4 Ter verklaring van dit verzoek aan den profeet wordt nu een korte<br />
mededeeling ingelascht. Jeremia was op dat oogenblik nog vrij man en<br />
nog niet gevangen gezet. Dit ziet op <strong>het</strong>geen volgt, <strong>het</strong> verhaal van de<br />
5 arrestatie van den profeet en zijn gevangenschap. Zedekia had den<br />
koning van Egypte om hulp tegen Babel gevraagd (Ez. 17 : 15); de<br />
vijand had daardoor <strong>het</strong> beleg tijdelijk moeten staken.<br />
6 Jeremia voldoet aan <strong>het</strong> verzoek van den koning en raadpleegt zijn<br />
God; dat staat hier niet vermeld, maar moeten we er bij denken. En<br />
7 dan krijgt hij antwoord. Hij moet aan Zedekia zeggen, dat de hulp van<br />
Egypte niet afdoende zal zijn en <strong>het</strong> Egyptisch leger naar Egypte zal<br />
8 terugkeeren. (Ez. 30 : 21). De legermacht van Babel zal terugkomen<br />
9 en met Jeruzalem afrekenen. Men moet zich niet door ijdele hoop<br />
10 laten misleiden! Ja, al gebeurde <strong>het</strong> onmogelijke, dat <strong>het</strong> machtige<br />
leger van den vijand verslagen werd, zoodat er nog maar enkele<br />
zwaargewonden van in leven bleven, dan zouden die enkelen nóg<br />
Jeruzalem innemen en verbranden. Het is immers God, die zoo zijn<br />
oordeel voltrekken zal.<br />
11 Jeremia als overlooper gevangen gezet, vs. 11-16. — In dienzelfden tijd<br />
van de onderbreking van <strong>het</strong> beleg, zeker kort na <strong>het</strong> in vs. 3-10 verhaalde,<br />
wilde Jeremia naar zijn geboorteland gaan om daar in rechte<br />
(„onder <strong>het</strong> volk") een hem toegekend erfdeel te aanvaarden. Wilde<br />
de profeet dat doen, dan moest hij van dèze gelegenheid gebruik maken.<br />
Het was niet zijn bedoeling, Jeruzalem en zijn volk in den komenden<br />
nood te verlaten. Als men hem ongehinderd had laten gaan, was<br />
hij zeker teruggekeerd. Had hij zich aan alle gevaar willen onttrekken,<br />
dan had hij dat al veel eerder kunnen doen. Waar <strong>het</strong> bij de erfenis<br />
13 om ging, is niet uit te maken. De aangewezen weg was door de<br />
1) Do or CORNILL.