Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Jeremia 33 : 19. UITLEG. 107<br />
19 Schijnt <strong>het</strong> droevig heden en de naaste toekomst niets te beloven,<br />
daartegenover stelt <strong>het</strong> woord des HEEREN nog de onschendbaarheid<br />
van de belofte aangaande Davids huis en de priesterschap (vgl. Gen. 13<br />
16; 15 : 5).<br />
23 Tenslotte weerlegging van een uiting van moedeloosheid onder <strong>het</strong><br />
24 volk. Een deel van Juda klaagt: <strong>het</strong> is met Juda en Israël gedaan. Wèl<br />
waren ze in <strong>het</strong> verleden verkoren (Ex. 19 : 5; Deut. 4 : 10; Am. 3 : 2),<br />
maar nu zijn ze verworpen. In. later tijd moet de profeet Maleachi ook<br />
tegen zulke moedeloosheid strijden (Mal. 3 : 14-18); maar dáár is de<br />
aanleiding de voorspoed der goddeloozen.<br />
25 Op die klacht nu komt <strong>het</strong> antwoord, dat Hij, die zijn volk tuchtigt,<br />
<strong>het</strong> in geen geval verwerpt, maar <strong>het</strong> eens herstellen zal (31 : 35, 36).<br />
ZEDEKIA GEWAARSCHUWD, H. 34 : 1-7.<br />
34 1 Het leger van Babel is opgerukt om in <strong>het</strong> Westen rust te brengen. De<br />
houding van Juda was voor Babel van groot belang met <strong>het</strong> oog op de<br />
macht van Egypte. Het hoofdkwartier van den vijand was te Ribla aan<br />
den Orontes; <strong>het</strong> contingent, dat met Jeruzalem moest afrekenen, stond<br />
onder Nebuzaradan; de koning was hier dus niet bij, maar als opperbevelhebber<br />
is hij hier genoemd. Het leger was uit allerlei elementen<br />
samengesteld (1 : 15; 2 Kon. 24 : 2). Nu wordt de vijand niet meer<br />
buiten den muur bestreden, zooals 21 : 4 nog <strong>het</strong> geval was. Op dat<br />
kritiek moment moet Jeremia den koning gaan aanzeggen, wat <strong>het</strong> eind<br />
3 wordt (vgl. 21 : 10; 37 : 8, 10; 38 : 23). Ook voor zich zelven mag<br />
Zedekia niet de minste hoop voeden, wanneer hij volhardt in <strong>het</strong><br />
verzet tegen Gods eisch (vgl. Ez. 17 : 1-21).<br />
4 Maar daartegenover de belofte, wanneer de koning zich nog bekeert.<br />
Dan zal hij door Nebukadrezar als koning gehandhaafd worden, als<br />
5 koning sterven en een koninklijke begrafenis hebben. Het lichaam werd<br />
begraven; ter eere van den doode werden specerijen gebrand (2 Kron. 16 :<br />
14; 21 : 19). Josephus beschrijft (Joodsche Oorlog, I 33, 9) bij de begrafenis<br />
van Herodes, hoe bij den lijkstoet gingen, „vijfhonderd slaven en vrijgelatenen,<br />
die specerijen droegen".<br />
5 Hoe wonderlijk ook klinkend in die periode van groot gevaar, deze<br />
belofte zal vervuld worden, omdat ze van den HEER komt (Ps. 33 : 4;<br />
119 : 60; Spr. 30 : 5; Jes. 40 : 8; 55 : 10, 11; Jer. 23 : 29; Ez. 5 : 13,<br />
15, 17; 17 : 21-24).<br />
6 Baruch eindigt deze episode met scherp den ernstigen toestand van<br />
Juda te teekenen: alleen de vestingen Lachis en Azeka waren, met de<br />
hoofdstad, nog niet door den vijand genomen 1).<br />
1) Zie Bijb. Kerk. Woordenboek I (Het Oude Testament), artikelen „Lachfis"<br />
en „Azeka"