You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
20 Jeremia 31 : 35. TEKST.<br />
Gods beloften falen niet, vs. 35-37. -<br />
35 Zoo zegt de HEER,<br />
die de zon overdag tot een licht geeft,<br />
de maan en de sterren verordent' (g) tot een licht des nachts,<br />
die de zee opzweept, dat hare golven bruisen,<br />
wiens naam is HEER der heirscharen:<br />
36 Als deze wetten zullen wankelen<br />
voor mijne oogen, spreekt de HEER,<br />
dan zal Israëls zaad ophouden<br />
al de dagen voor mijne oogen een volk te zijn!<br />
37 Zoo zegt de HEER:<br />
Als de hemel daarboven te meten is,<br />
de fundamenten der aarde beneden te doorzoeken zijn,<br />
dan zal Ik ook heel Israëls zaad verwerpen<br />
om al wat zij gedaan hebben, spreekt de HEER.<br />
Een nieuw begin, vs. 38-40. —<br />
38 Zie, de dagen komen' (h), spreekt de HEER,<br />
dat de stad voor den HEER opgebouwd wordt,<br />
vanaf den toren Hananel tot aan de Hoekpoort ;<br />
39 dan gaat s<strong>het</strong> meetsnoer' ( 1) verder rechtuit<br />
naar den heuvel Gareb<br />
en wendt zich naar Goa;<br />
40 en <strong>het</strong> gansche dal, de lijken en de asch,<br />
met al de velden' (i) tot aan de beek Kedron,<br />
tot aan den hoek van de Paardenpoort ten oosten,<br />
zal den HEER heilig zijn;<br />
zij zal dan niet weer vernield noch verwoest worden.<br />
GEWAARBORGD HERSTEL, H. 32 en 33.<br />
32 1 Jeremia's koop van een akker, 32 vs. 1-15. -- Het woord, dat van<br />
den HEER tot Jeremia kwam in <strong>het</strong> tiende jaar van Zedekia, den<br />
koning van Juda, <strong>het</strong> achttiende jaar van Nebukadrezar.<br />
2 Toen lag <strong>het</strong> leger van den koning van Babel om Jeruzalem en de<br />
profeet Jeremia zat gevangen in den gevangenhof sin' (a) <strong>het</strong> paleis<br />
3 van den koning van Juda, waar Zedekia, de koning van Juda, hem<br />
gevangen had gezet met de beschuldiging: „waarom profeteert gij :<br />
Zoo zegt de HEER : zie, Ik geef deze stad in de hand van den koning<br />
4 van Babel, dat hij ze zal innemen, en Zedekia, de koning van Juda,<br />
zal aan de hand der Chaldeeën niet ontkomen, maar zeker in de hand<br />
van den koning van Babel worden overgeleverd, van mond tot mond<br />
5 met hem spreken en van aangezicht tot aangezicht hem zien; hij zal<br />
Zedekia naar Babel voeren en daar zal deze blijven, totdat Ik naar