Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
122 f eremia 38 : 22. UITLEG.<br />
volhardt, heeft de profeet hem een strenge straf te voorspellen. Die straf<br />
22 heeft de HEER hem in een visioen laten zien: dààr worden de vrouwen<br />
uit den koninklijken harem (2 Sam. 12 : 8) door den overwinnaar weggevoerd<br />
naar de Babylonische vorsten (Am. 7 : 17) en ze roepen den<br />
overwonnen koning in een spotliedje <strong>het</strong> afscheid toe! Honend laten ze<br />
hem zien, wat hij aan zijn vrienden, de vorsten, te danken heeft : zij hebben<br />
hem tot afval van en verzet tegen Babel aangespoord en hem daarmee<br />
in <strong>het</strong> ongeluk gestort; maar als de katastrophe komt, laten ze allen<br />
hem in den steek. Het beeld, waarmee Jeremia hier <strong>het</strong> ongeluk van<br />
Zedekia toekent, is hem misschien wel gegeven door de herinnering aan<br />
de vreeselijke oogenblikken, die hij zelf in <strong>het</strong> slijk van den regenput<br />
23 had doorgemaakt. En dan wijst hij den koning nog eens op <strong>het</strong> lot, dat<br />
al de zijnen, maar ook hem zelf wacht, en op den ondergang van de stad,<br />
waarvoor allen tevergeefs hun leven ingezet hadden.<br />
Dit is <strong>het</strong> laatste woord, dat de profeet tot Zedekia gesproken heeft.<br />
Met al zijn ernst en al zijn liefde heeft hij tot op <strong>het</strong> laatst nog <strong>het</strong> goede<br />
gezocht voor den man, aan wien hij zelf niet veel goeds te danken had.<br />
Tevergeefs. Het visioen is 'profetie van de vreeselijke werkelijkheid.<br />
24 Jammerlijk is de positie van den koning. Hij bezweert Jeremia, <strong>het</strong><br />
gesprokene geheim te houden, anders zal <strong>het</strong> den profeet <strong>het</strong> leven kosten.<br />
De koning doelt op <strong>het</strong> gevaar, dat hem van de zijde der vorsten dreigen<br />
zou (vs. 27b). Als zij bemerken, dat hij hun plannen dwarsboomt door<br />
den koning tot overgave aan te sporen, zullen zij wel zorgen, dat hij niet<br />
25 weer aan den dood ontkomt. Al heeft Zedekia <strong>het</strong> onderhoud zoo geheim<br />
mogelijk gehouden, hij rekent toch, terecht, met de mogelijkheid, dat de<br />
vorsten in hun argwaan hem ook nu hebben bespied en Jeremia zullen<br />
uithooren. In dat geval moet hij den koning dekken en zijn eigen leven<br />
redden door een noodleugen. Hij moet dan antwoorden, dat hij den koning<br />
gevraagd had, niet weer naar de vreeselijke gevangenis in <strong>het</strong> huis van<br />
Jonathan te worden overgebracht (37 : 16, 20).<br />
27 Zedekia had zich niet vergist. Inderdaad komen de vorsten Jeremia<br />
vragen naar zijn gesprek met den koning. En hij antwoordt, zooals Zedekia<br />
hem opgedragen had. Hij sprak dus een onwaarheid. Zeker zal dit voor<br />
hem, die juist zoo voor de waarheid opkwam en tegen allen allen leugen<br />
streed, niet makkelijk geweest zijn. Maar als hij de waarheid had gezegd,<br />
hoe was dan de positie van den koning bij de vorsten geworden? Wat<br />
zouden zij Zedekia hebben gedaan, wanneer zij gemerkt hadden, dat hij<br />
over de toekomst van Jeruzalem in <strong>het</strong> onzekere was? De eerlijkheid<br />
van Jeremia blijkt weer hieruit, dat hij dit aan Baruch heeft meegedeeld;<br />
en de betrouwbaarheid van Baruch als auteur uit <strong>het</strong> feit, dat hij dit<br />
2e vermeldt. God gebruikt ook de zonde in de volvoering van zijn plan<br />
(Gen. 27; Joz. 2 : 4-6; 1 Kon. 22 : 22). Het leven van Jeremia blijft<br />
zoo gespaard; zijn taak was nog niet ten einde.