Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
10 Jeremia 27 : 10. TEKST.<br />
,droomers' (d), uwe orakelpriesters en uwe bezweerders, die tot u<br />
10 zeggen : „gij moet den koning van Babel niet dienen!" Want diè profeteeren<br />
u valsch, met dit gevolg, dat zij u van uw grond verdrijven,<br />
zoodat Ik u verstoot en gij omkomt. Maar <strong>het</strong> volk, dat zijn hals onder<br />
<strong>het</strong> juk van den koning van Babel brengt en hem dient, zal Ik op zijn<br />
grond laten blijven, spreekt de HEER, om dien te bewerken en daarop<br />
te wonen.<br />
12 Jeremia's woord tot Zedekia, vs. 12-15. — En tot Zedekia, den koning<br />
van Juda, sprak ik geheel in denzelfden geest :<br />
Brengt uwe halzen onder <strong>het</strong> juk van den koning van Babel en dient<br />
13 hem en zijn volk, dan zult gij leven! Waarom zoudt gij, gij zelf en uw<br />
volk, sterven door <strong>het</strong> zwaard, den honger en de pest, zooals de HEER<br />
gezegd heeft van <strong>het</strong> volk, dat den koning van Babel niet dienen wil?<br />
14 Hoort dus niet naar de woorden der profeten, die tot u zeggen: „gij<br />
moet den koning van Babel niet dienen!" Want zij profeteeren u<br />
15 valsch; want Ik heb hen niet gezonden, spreekt de HEER, en zij profeteeren<br />
valsch in mijn naam, met dit gevolg, dat Ik u zou verstooten en gij<br />
zoudt omkomen, gij zelve en de profeten, die u profeteeren.<br />
16 Jeremia's woord tot priesters en volk, vs. 16-22. — En tot de priesters<br />
en dit geheele volk sprak ik:<br />
Zoo zegt de HEER : hoort niet naar de woorden van uwe profeten,<br />
die u profeteeren: „nu zullen de gereedschappen van <strong>het</strong> Huis des<br />
HEEREN binnenkort uit Babel teruggebracht worden!" Want zij pro-<br />
17 feteeren u valsch. Hoort niet naar hen; dient den koning van Babel,<br />
is dan zult gij leven; waarom zou deze stad eene ruïne worden? Maar<br />
als zij profeten zijn en <strong>het</strong> woord des HEEREN bij hen is, laten zij<br />
dan toch bij den HEER der heirscharen erop aandringen, dat de gereedschappen,<br />
die in <strong>het</strong> Huis des HEEREN en in <strong>het</strong> paleis van den<br />
koning van Juda en in Jeruzalem nog over zijn, niet naar Babel,<br />
,zullen gaan' (e)!<br />
19 Want zoo zegt de HEER der heirscharen van de zuilen, de zee, de<br />
onderstellen en de overige gereedschappen, die in deze stad zijn over-<br />
20 gebleven, die Nebukadnezar, de koning van Babel, niet heeft meegenomen,<br />
toen hij Jechonja, den zoon van Jojakim, den koning van Juda,<br />
met al de edelen van Juda en Jeruzalem uit Jeruzalem naar Babel weg-<br />
21 voerde: — want zoo zegt de HEER der heirscharen, Israëls God, van de<br />
gereedschappen, die in <strong>het</strong> Huis des HEEREN en in <strong>het</strong> paleis van<br />
22 den koning van Juda en in Jeruzalem overgebleven zijn: Naar Babel<br />
zullen zij gebracht worden en dáár zullen zij blijven, tot den dag, dat Ik er<br />
naar omzie, spreekt de HEER, en Ik ze haal en naar deze plaats terugbreng.<br />
28 1 Profetie van Hananja, 28 vs. 1-4. — In datzelfde jaar, in <strong>het</strong> begin<br />
der regeering van Zedekia, den koning van Juda, in <strong>het</strong> vierde jaar,<br />
in de vijfde maand, zeide de profeet Hananja, de zoon van Azzur, uit