Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Jeremia 49 : 28. UITLEG. 155<br />
Over Arabische stammen, H. 49: 28-33,<br />
28 Het opschrift is uit later tijd dan de profetie (vgl. vs. 30). Kedar heet<br />
in Gen. 25 : 13 een zoon van Ismaël en is een benaming voor Arabieren<br />
(2 : 10). Zij woonden in tenten (Hoogl. 1 : 5) en hadden groote kudden , .<br />
waarin zij handel dreven (Ez. 27 : 21) ; als boogschutters waren ze<br />
beroemd ( Jes. 21 : 16, 17). Voor den gezeten Judeeër waren zij <strong>het</strong> type<br />
van onrust (Ps. 120 :5). De spijkerschriftteksten noemen hen Kidrai; bij<br />
Plinius heeten zij Cedrei (Nat. Hist. V 65). Latere Rabbijnsche schrijvers<br />
spreken van „de taal van Kedar" in de beteekenis van: <strong>het</strong> Arabisch.<br />
Hazor (d. i. „omheining, hof") was de naam van verscheidene steden<br />
in Kanaan, waaraan de grootste westelijk van <strong>het</strong> Hule-meer lag, volgens<br />
mededeeling van prof. G arst a n g aan de Pal. Oriental Society in Nov.<br />
1926 teruggevonden. Een Arabische stad van dien naam is niet bekend. Ook<br />
kan bedoeld zijn niet een stad, maar een streek, die dien naam zou gedragen<br />
hebben, waar de Arabieren zoowel in dorpen (Jes. 42 : 11) als in<br />
tenten woonden (vs. 29). De „rijken" van Hazor zijn stammen, elk onder<br />
een eigen hoofd, een sjeik. „Oosterlingen" heeten deze Arabieren, omdat<br />
zij oostelijk van Palestina woonden (Richt. 8 : 10; 1 Kon. 4 : 30; Job 1 : 3).<br />
Een expeditie van Nebukadrezar tegen deze stammen is ons uit de<br />
Babylonische litteratuur niet bekend. Wèl weten we, dat in vroeger<br />
dagen de Assyriërs onder Assurbanipal met Arabische stammen, waaronder<br />
ook de Kedarenen genoemd worden, te strijden hebben gehad<br />
(tusschen 641 en 638 v. Chr.). In de jaren van Nebukadrezar zat verzet<br />
tegen Babel in de lucht (Inleiding, blz. 10); <strong>het</strong> is volkomen natuurlijk,<br />
dat ook de Arabische stammen hem bij zijn expedities naar <strong>het</strong> Westen<br />
moeite hebben gegeven; zijn leger kon korte metten met hen maken.<br />
De Arabische sagen spreken nog van de plunderingen van „Bachtnassar"<br />
(= Nebukadrezar; Ma s per o, bij Or el 1 i, comm.)<br />
De profetie bestaat uit twee strofen (vs. 28b-30; vs. 31-33), die<br />
met denzelfden aanhef beginnen: „breekt op, rukt op!" — in <strong>het</strong> Hebreeuwsch<br />
maar twee korte klanken, die klinken als een trompetstoot,<br />
een signaal voor den aanval. Dit commando komt niet van<br />
een aardsch generaal, maar van God: Hij gebruikt <strong>het</strong> Babylonisch<br />
29 leger om over die woestijnstammen <strong>het</strong> oordeel te brengen. Vreeselijk<br />
is <strong>het</strong> lot, dat deze treffen zal : letterlijk alles wordt hun ontnomen.<br />
In de eerste plaats worden genoemd de tenten ; de overhaaste vlucht<br />
maakt <strong>het</strong> onmogelijk, deze mee te nemen. Wij moeten denken aan de<br />
Bedoeienen-tent, van vier tot vijftien Meter lang, gemaakt van een<br />
weefsel van geiten- of kameelenhaar, door palen, koorden en in den grond<br />
geslagen pinnen zóó stevig opgebouwd, dat zij ook tegen een flinken wind<br />
<strong>bestand</strong> is (vgl. de beschrijving bij O b b i n k, Oostersch Leven I, blz.<br />
57-64). Zulk een tent is maar z66 niet meegenomen! Ook de kudden,