Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
128 Jeremia 41 : 16. UITLEG.<br />
15 Jochanan, die de leiding heeft, voert nu met de andere officieren de<br />
bevrijde Judeeërs en kamerlingen mee. Tot op dat oogenblik waren zij<br />
nog aan de Babyloniërs ontsnapt, maar nu vreezen zij strenge maatregelen<br />
van den overheerscher na de vermoording van zijn stadhouder. Daarom<br />
17 besluiten zij, naar Egypte uit te wijken. Eerst bij Bethlehem, een goed<br />
eind zuidelijk van Jeruzalem, achten zij zich veilig genoeg voor een langer<br />
oponthoud, omdat zij daar geen vijandelijke troepen meer behoefden<br />
te duchten, die noordelijk van Jeruzalem licht te verwachten waren.<br />
Ook Jeremia nemen zij mee. Maar zij denken er niet aan, hem eerst hun<br />
plan voor te leggen. Hun besluit stond immers reeds vast. Zij vragen<br />
naar <strong>het</strong> woord des HEEREN alleen voor zoover <strong>het</strong> met hun eigen<br />
plannen strookt. — De naam Geruth-ICimham komt verder niet voor.<br />
Het kan beteekenen: Khan (herberg)-van-Kimham; dezen persoonsnaam<br />
vinden we ook in 2 Sam. 19 : 38.<br />
42 1 Het volk raadpleegt Jeremia, 42 vs. 1-6. — Van Jeremia hebben we na<br />
H. 40 : 6 niets meer gehoord. Met zijn secretaris Baruch was ook hij<br />
door Ismaël uit Mizpa weggevoerd; zoo is hij nu onder <strong>het</strong> volk, dat onder<br />
2 leiding van de officieren staat. Men vindt <strong>het</strong> toch altijd veilig, den<br />
profeet op zijn zijde te hebben. Zij spreken van „uw God"; de profeet is<br />
de ingewijde, de tusschenpersoon tusschen God en hen. Zij noemen<br />
zichzelven een klein troepje, dat wel terdege goddelijke hulp noodig<br />
heeft. En daarom vragen ze, dat Jeremia nu tot zijn God zal bidden,<br />
opdat Hij door zijn profeet hun zeggen zal, wat ze nu verder moeten<br />
doen. In geen geval hadden ze verwacht, dat <strong>het</strong> antwoord van Jeremia<br />
dwars tegen hun plan zou ingaan; dat blijkt wel uit <strong>het</strong> heftig bescheid,<br />
dat ze hem straks geven op zijn profetie (43 : 1--3). Hoe nederig hun<br />
woorden ook klinken, van geloof en gehoorzaamheid zijn ze nog ver af.<br />
4 Al had de profeet zijn woord en raad altijd miskend gezien, toch blijft<br />
hij zijn roeping trouw. Zij vragen naar <strong>het</strong> woord Gods; goed, dan zullen<br />
ze <strong>het</strong> ook hooren. Maar reeds nit laat hij de mogelijkheid doorschemeren,<br />
dat dit woord niet met hun verlangen overeenstemmen zal.<br />
5 Het volk antwoordt met de stellige betuiging, dat zij zich geheel naar<br />
<strong>het</strong> goddelijk antwoord gedragen zullen, of <strong>het</strong> met hun plan strookt,<br />
al dan niet. Uit <strong>het</strong> vervolg blijkt, hoe zij dat bedoelden. De vlucht naar<br />
Egypte stond voor hen vast. Dáárover laten zij geen discussie toe. Maar<br />
dit was <strong>het</strong> juist, waarom <strong>het</strong> nu ging: of zij in geloof in <strong>het</strong> land zouden<br />
blijven ook na den moord op Gedalja, waaraan zij immers geen schuld<br />
hadden. De woorden van <strong>het</strong> volk klonken dus mooier dan ze waren.<br />
Geloofstaal was <strong>het</strong> niet.<br />
7 Jeremia brengt <strong>het</strong> woord des HEEREN over, vs. 7-22. — Eerst na tien<br />
dagen ontvangt de profeet <strong>het</strong> antwoord Gods op zijn gebed (vs. 4). Zoo<br />
wachtte later eens Ezechiël zeven dagen (Ez. 3 : 16). Hier staat dus<br />
niet, wat rationalistische exegese (Hit 7i g, Graf) ervan gemaakt heeft,