You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
80 Jeremia 27 : 13. UITLEG.<br />
een kritiek moment. Er bestond groot gevaar, dat de jonge koning met<br />
zijn zwak karakter zich zou laten overhalen, dat hij te slap zou zijn<br />
om te weigeren. Daarom zegt Jeremia hem met nadruk, waar <strong>het</strong> op<br />
staat : levensbehoud is alleen door gehoorzaamheid aan den koning<br />
13 van Babel mogelijk. Hoe dwaas zou een opstand zijn, waarop immers<br />
slechts een jammerlijke ondergang zou kunnen volgen! Wij voelen in<br />
de woorden, waarmee de profeet dit tot den koning zegt, de liefde van zijn<br />
14 hart. Wèl weet hij, dat zooveel anderen Zedekia tot afval van Babel<br />
15 willen prikkelen. Maar dat zijn leugenprofeten en hooren naar hun<br />
raad zou slechts Gods straf brengen, 66k over die verleiders zelve!<br />
16 Jeremia's woord tot priesters en volk, vs. 16-22. — De beraamde afval<br />
van Babel was wèl geschikt om de massa en de geestelijke leiders, de<br />
priesters, te bekoren. De valsche profeten zullen zeker <strong>het</strong> gunstige<br />
oogenblik hebben benut om nu met nieuwe kracht hunne ideeën te<br />
propageeren. Daarom richt Jeremia zich nu 66k tot de priesters en <strong>het</strong><br />
volk. Hij bezweert hen, toch niet naar die verlokkende beloften van<br />
de valsche profeten te hooren. Wat Nebukadnezar bij de eerste deportatie<br />
uit den tempel geroofd had (2 Kon. 24 : 13), zou — zoo profeteerden<br />
zij — nu wel spoedig de eereplaats terug krijgen! Die profetie is leugen.<br />
17 Laat men haar toch niet <strong>het</strong> oor leenen! Alleen in een blijven in de positie,<br />
waarin God <strong>het</strong> volk heeft gebracht, in onderhoorigheid aan Babel,<br />
is' nog eene toekomst voor Juda. Waarom zou men ziende blind<br />
18 zichzelf in <strong>het</strong> ongeluk storten? Als die profeten echte profeten zijn en<br />
niet eigen gedachte, maar Gods wil verkondigen, laten zij dan wat anders<br />
doen, dan de volksfantazie prikkelen! Dan moeten zij den HEER bidden,<br />
dat Hij spare, wat nog in tempel en stad had mogen overblijven en ook<br />
dat niet naar Babel late wegvoeren!<br />
19 Want — zoo eindigt de profeet zijn ernstig woord — wat er nog is<br />
20 overgebleven, wordt door <strong>het</strong> goddelijk gericht bedreigd. Ook dat zal<br />
nog naar Babel worden gebracht en dáár blijven, zoolang <strong>het</strong> God behaagt<br />
: alleen goddelijke macht zal <strong>het</strong> weer op zijne plaats terugbrengen.<br />
H. 52 : 17-23 (vgl. 2 Kon. 25 : 13-17) beschrijft, hoe deze bedreiging<br />
vervuld is.<br />
28 1 Profetie van Hananja, 28 vs. 1-4. — H. 28 hangt nauw met <strong>het</strong><br />
voorafgaande hoofdstuk samen. Vs. 1, waar Jeremia in den eersten persoon<br />
spreekt, herinnert aan H. 27 : 12-16. Hananja is een van de valsche<br />
-grofeten, tegen wie in H. 27 : 16-18 is gewaarschuwd. Beide hoofdstukken<br />
brengen ons in <strong>het</strong>zelfde jaar. Hananja richt zich tot de priesters<br />
en <strong>het</strong> volk, precies zooals Jeremia in H. 27 : 16 van zichzelven verhaalt,<br />
2 dat hij gedaan heeft. En de inhoud van Hananja's prediking stemt<br />
volkomen overeen met wat in H. 27 : 16 als belofte der pseudoprofeten<br />
is genoemd. Hananja v6rkondigt immers als woord Gods : de HEER zal<br />
<strong>het</strong> juk van den koning van Babel verbreken. Deze zegswijze doet weer