You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
jeremia 32 : 6. TEKST. 21<br />
hem omzie, spreekt de HEER; wanneer gij tegen de Chaldeeën strijdt,<br />
zult gij 't niet winnen."<br />
6, 7 Jeremia dan zeide: Het woord des HEEREN kwam tot mij: Zie,<br />
Hanameël, de zoon van uw oom Sallum, komt bij u met <strong>het</strong> voorstel: „koop<br />
gij mijn akker in Anathoth, want gij hebt <strong>het</strong> lossingsrecht tot den koop!"<br />
8 En mijn neef Hanameël kwam naar <strong>het</strong> woord des HEEREN bij<br />
mij in den gevangenhof en zeide tot mij: koop toch mijn akker in<br />
Anathoth, in <strong>het</strong> land van Benjamin, want gij hebt <strong>het</strong> recht van bezit<br />
en gij hebt de lossing, koop gij hem! Toen wist ik, dat dit <strong>het</strong> woord<br />
des HEEREN was.<br />
9 Zoo kocht ik den akker van mijn neef Hanameël, die in Anathoth<br />
10 lag, en woog hem <strong>het</strong> geld af, zeventien zilveren sikkels. Ik bracht<br />
(den koop) op schrift, zette mijn zegel erop, liet <strong>het</strong> door getuigen be-<br />
11 krachtigen en woog <strong>het</strong> geld op eene weegschaal af. Daarna nam ik den<br />
koopbrief, zoowel dien, die gezegeld was naar' (b) <strong>het</strong> voorschrift en de<br />
12 wetsbepalingen, als den openen, en gaf den koopbrief aan Baruch, den<br />
zoon van Neria, den zoon van Machseja, in tegenwoordigheid van mijn<br />
neef' (C) Hanameël, de getuigen, die den koopbrief onderteekend hadden,<br />
13 een' (d) al de Joden, die zich in den gevangenhof bevonden. En in<br />
hunne tegenwoordigheid gaf ik Baruch deze opdracht :<br />
14 Zoo zegt de HEER der heirscharen, Israëls God: Neem deze brieven,<br />
dezen koopbrief, zoowel den gezegelden als dezen openen, en leg ze in<br />
15 een aarden vat, opdat zij langen tijd goed blijven. Want zoo zegt de<br />
HEER der heirscharen, Israëls God: Er zullen nog huizen, akkers en<br />
wijngaarden in dit land gekocht worden!<br />
16 Gebed van Jeremia, vs. 16-25. --- Toen bad ik tot den HEER, nadat<br />
17 ik den koopbrief aan Baruch, den zoon van Neria, gegeven had:<br />
Ach, Heere HEERE, Gij hebt immers den hemel en de aarde gemaakt<br />
door uwe groote kracht en uw uitgestrekten arm, geen ding zou voor U<br />
18 te wonderlijk zijn! Die aan duizenden genade bewijst en de schuld der<br />
vaderen in den schoot hunner kinderen na hen vergeldt, o groote, sterke<br />
19 God, wiens naam is HEER der heirscharen, groot van raad en machtig<br />
van daad' (e), wiens oogen open zijn over alle wegen der menschenkinderen,<br />
om aan een ieder te geven naar zijne wegen en naar de vrucht<br />
20 van zijne daden; die teekenen en wonderen gedaan hebt in Egypte,<br />
tot op heden, zoowel in Israël als onder de menschen, en Uzelven een<br />
21 naam gemaakt hebt, gelijk Gij nu hebt; die uw volk Israël uit Egypte<br />
geleid hebt met teekenen en wonderen, met eene sterke hand, een uit-<br />
22 gestrekten arm en groote verschrikking; en hun dit land gegeven hebt,<br />
dat Gij aan hunne vaderen gezworen hadt, hun te zullen geven, een<br />
23 land, vloeiende van melk en honing; maar toen zij gekomen waren en<br />
<strong>het</strong> in bezit genomen hadden, hoorden zij niet naar uwe stem en leefden<br />
niet naar uwe wet; alles, wat Gij hun geboden hadt te doen, deden