Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
110 Jeremia 35 : 2. UITLEG.<br />
De cultuur kon van den HEER aftrekken en „voor den Baal" gebruikt<br />
worden (Hos. 2 : 7); bij ingezonken geestelijk leven lag dit gevaar voor<br />
de hand. De rigoristische Jonadab trachtte dit gevaar op zijn wijze te<br />
bezweren door de Kanaánietische cultuur buiten te houden.<br />
Het naderend leger der vijanden had nu de Rechabieten naar de stad<br />
doen vluchten( vs. 11). Misschien woonden ze ook dáár nog in hun tenten.<br />
2 Nu moet Jeremia tot hen gaan om ze in een van de vertrekken bij den<br />
tempel te brengen. Ook Jer. 36 : 10 verplaatst ons in zulk een kamer;<br />
wij kennen ze ook uit 1 Kon. 6 : 5; 1 Kron. 9 : 26; 28 : 12; Ezra 10 : 6;<br />
Neh. 10 : 38; Ez. 40 en 48. Dààr, in die kamer, moet de profeet hun<br />
wijn schenken. Het volk, uit nieuwsgierigheid met hen meegeloopen,<br />
zal dan zien, hoe zij zich houden!<br />
3 Met hun leider brengt Jeremia hen allen naar den tempel, in een van<br />
de daarbij behoorende kamers, en wel in die van de zonen van Hanan,<br />
den man Gods, den profeet (Deut. 33 : 1; Joz. 14 : 6; 1 Sam. 2 : 27;<br />
9 : 8, 10; 1 Kon. 13 : 1); „zonen" is hier dus : leerlingen, profeten-zonen.<br />
Zoo begrijpen we, dat Jeremia juist over dèze kamer kon beschikken.<br />
Maaseja was een van de drie dorpelwachters, met welken titel een hoog<br />
ambt werd aangeduid (2 Kon. 25 : 18; Jer. 52 : 24). De berijming van Ps.<br />
84 : 11 is dan ook niet naar den Hebreeuwschen tekst, die alleen zegt:<br />
„ik koos liever aan den dorpel in <strong>het</strong> huis mijns Gods te wezen". Misschien<br />
is deze Maseja de vader van Zefanja (21 : 1; 29 : 25; 37 : 3; 52 : 24).<br />
5 Als Jeremia hen allen in de kamer gebracht heeft, zet hij hun overvloedig<br />
wijn voor en beveelt, met zijn gezag van profeet, hun daarvan<br />
te drinken. Nu moet een besliste weigering volgen, dat weet hij van<br />
te voren; maar daarom is <strong>het</strong> hem juist te doen, want die weigering<br />
zal een teeken zijn voor zijn zondig volk. De Rechabieten toonen over<br />
dit bevel geen verbazing. Het ging immers juist over wat hen onderscheidde;<br />
zij zullen er wel meer over hebben moeten hooren! Bovendien,<br />
van een profeet kon een opzienbarend woord of teeken verwacht worden.<br />
6 Zij beantwoorden Jeremia's bevel met een besliste weigering, gemotiveerd<br />
met een beroep op hun stamvader. En — voegen zij verklarend<br />
eraan toe — aan diens voorschriften hadden zij zich altijd stipt gehouden;<br />
alleen noodgedwongen waren ze nu in de stad.<br />
12 Hun voorbeeld, vs. 12-17. — Onmiddellijk daarop ontvangt Jeremia<br />
nu bevel, de kamer te verlaten en aan <strong>het</strong> volk, dat nieuwsgierig buiten<br />
staat, <strong>het</strong> woord Gods over te brengen, dat door de houding der Rechabieten<br />
zoo duidelijk wordt toegelicht.<br />
13 Sommige geleerden meenen, dat <strong>het</strong>geen volgt, niet de juiste weergave<br />
bevat van wat werkelijk toen door Jeremia is gesproken, maar een door<br />
latere hand opgestelde rede, gemaakt uit gegevens van Jeremia's profetieën.<br />
Heel ver gaat daarin Er b t, die alleen vs. 16 en 19 als Jeremiaansch<br />
beschouwt. Maar <strong>het</strong> spreekt toch wel vanzelf, dat de profeet hier in