Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
38 jeremia 43 : 1. TEKST.<br />
en de pest zult sterven op de plaats, waarheen gij wilt gaan om u er<br />
te vestigen.<br />
43 1 De oversten voeren <strong>het</strong>volk, metjeremia,naarEgypte, 43vs.1-7. - Toen<br />
Jeremia tot <strong>het</strong> geheele volk al de woorden van den HEER, hun God,<br />
waarmede de HEER, hun God, hem tot hen gezonden had, al deze<br />
2 woorden, gesproken had, zeiden Azarja, de zoon van Hosaja, jochanan,<br />
de zoon van Kareach, en al die overmoedige mannen tot jeremia:<br />
Gij liegt! De HEER, onze God, heeft u niet gezonden met de boodschap:<br />
3 "gij moogt niet naar Egypte gaan om u daar te vestigen." Maar Baruch,<br />
de zoon van Neria, heeft u tegen ons opgehitst met de bedoeling, ons<br />
in de hand der Chaldeeën over te geven, opdat wij gedood worden of<br />
in ballingschap naar Babel gevoerd!<br />
4 Zoo hoorden jochanan, de zoon van Kareach, al de legeroversten<br />
en <strong>het</strong> geheele volk niet naar de stem des HEEREN om in <strong>het</strong> land van<br />
5 juda te blijven; maar jochanan, de zoon van Kareach, en al de legeroversten<br />
namen de geheele rest van juda, (hen,) die van alle volken, waarheen<br />
zij verstrooid waren geweest, teruggekeerd waren om in <strong>het</strong> land<br />
6 van juda te wonen, de mannen, vrouwen en kinderen, de prinsessen,<br />
ja, al de menschen, die de overste der lijfwacht Nebuzaradan aan Gedalja,<br />
den zoon van Achikam, den zoon van Satan, had toevertrouwd, ook<br />
den profeet jeremia en Baruch, den zoon van Neria, en zij trokken<br />
naar Egypte, want zij hoorden niet naar de stem des HEEREN; en<br />
zij trokken tot Tachpanches.<br />
jeremia moet de verovering van Egypte door Nebukadrezar voorspellen,<br />
8 vs.8-13. - In Tachpanches kwam <strong>het</strong> woord des HEEREN tot jeremia:<br />
9 Neem groote steenen in uwe hand en begraaf die in den grond(8) vóór<br />
den ingang van <strong>het</strong> paleis van Faraö in Tachpanches, in tegenwoordiglO<br />
heid van [udeesche mannen, en zeg tot hen: Zoo zegt de HEER der<br />
heirscharen, Israëls God: Zie, Ik laat mijn knecht Nebukadrezar, den<br />
koning van Babel, komen, opdat .hij'{") zijn troon zette op deze steenen,<br />
11 die Ik begraven heb, en hij zijn baldakijn daarboven uitspanne. ja,<br />
hij zal komen en Egypte slaan; wie voor den dood is, voor den dood;<br />
wie voor de gevangenschap is, voor de gevangenschap; wie voor <strong>het</strong><br />
12 zwaard is, voor <strong>het</strong> zwaard. En .hij' (c) zal vuur aan de tempels van de<br />
goden van Egypte leggen, ze verbranden en ,verdelgen' (d) en Egypte<br />
zoo gemakkelijk nemen als een herder zich zijn mantel omwerpt, en<br />
13 dan zal hij ongehinderd eruit gaan; hij zal de obelisken van den zonnetempel<br />
in Egypte verbrijzelen en de tempels van de goden van Egypte<br />
in vlammen doen opgaan.<br />
44 1 jeremia bestraft den dienst van de Koningin des hemels, 44 vs. 1-14. -<br />
Het woord, dat tot jeremia kwam voor al de judeeërs, die in Egypte<br />
woonden, namelijk in Migdol, Tachpanches, Nof en <strong>het</strong> land Pathros:<br />
2 Zoo zegt de HEER der heirscharen, Israëls God: Gij hebt zelf al