You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Jeremia 44 : 1. UITLEG. 131<br />
Ook die indrukwekkende zuilen zal Nebukadrezar verbrijzelen en de<br />
tempels dier goden, op wier macht Egypte pocht, in vlammen doen<br />
opgaan. In <strong>het</strong> dorpje Matarije, bij <strong>het</strong> tegenwoordige Heliopolis, staat<br />
nog één obelisk, die van den ouden glorietijd getuigt.<br />
Blijkens een Babylonische kroniek is Nebukadrezar in <strong>het</strong> 37ste jaar<br />
van zijn regeering Egypte binnengevallen (568/7); <strong>het</strong> kleine fragment,<br />
voor <strong>het</strong> eerst door Pi n c h e s gepubliceerd, geeft geen volledig beeld<br />
van wat <strong>het</strong> doel van die expeditie was; de vijandelijke troepen werden<br />
verslagen en op de vlucht gedreven (St r as s m a i e r, Bab. Texte, No. 129,<br />
p. 6, 1. 13).<br />
44 1 Jeremia bestraft den dienst van de Koningin des hemels, 44 vs. 1-14. —<br />
Deze pericoop spreekt niet alleen van Judeeërs in Tachpanches, maar<br />
ook in Migdol, Nof en <strong>het</strong> land Pathros. Migdol was waarschijnlijk ook<br />
een grensstad, oostelijk van Tachpanches, aan den verbindingsweg<br />
tusschen Egypte en Azië, <strong>het</strong> tegenwoordige Tell-el-cher. Nof is Memphis,<br />
op de plaats van <strong>het</strong> dorpje Bedrachen, tegenover Heluan aan den anderen<br />
kant van den Nijl. Pathros is Boven- (d i. Zuid-)Egypte, waar <strong>het</strong> hier<br />
verhaalde plaats heeft. Jeremia ontvangt hier voor al de Judeeërs een<br />
woord Gods. Zij zijn op dat oogenblik allen bijeen (vs. 15). Wij moeten<br />
dus denken aan een godsdienstige samenkomst, die hen allen bij elkaar<br />
had gebracht. Dit gunstig moment moet de profeet benutten om hun<br />
Gods woord, waartoe hun afgoderij de droevige aanleiding gaf, over<br />
te brengen.<br />
2 Jeremia begint met te herinneren aan <strong>het</strong> oordeel, dat over Jeruzalem<br />
3 en Juda gekomen is, waarvan ze immers allen weten. Dat oordeel was<br />
4 gebracht om de afgoderij van <strong>het</strong> volk. Ondanks alle waarschuwingen<br />
5, 6 lieten zij zich niet gezeggen; z66 was de verdiende straf gekomen.<br />
7 Maar <strong>het</strong> schijnt, dat deze Judeeërs nog niet genoeg geleden hebben!<br />
8 Want nu zal hun zonde nbg meer oordeel over hen brengen. Daar zijn<br />
ze 66k in Egypte afgoden gaan dienen! Hierbij trad de dienst van de<br />
„Koningin des hemels" op den voorgrond, gelijk uit <strong>het</strong> vervolg blijkt<br />
9 (vs. 19 en 25; vgl. 7 : 18). Hebben ze dan geheel vergeten, dat <strong>het</strong> juist<br />
diè zonden waren, die tot den ondergang van Jeruzalem hebben geleid?<br />
1, 12 Daarom zullen zij, die in Egypte hun heil hebben gezocht, daar <strong>het</strong> grootste<br />
13 onheil vinden als straf voor hun zonden. En als ze later weer naar <strong>het</strong><br />
14 vaderland terugverlangen, zal hun heimwee niet worden vervuld. Slechts<br />
enkelen zullen nog <strong>het</strong> vreemde land ontsnappen om Kanaan weer te zien.<br />
is Het antwoord van de Joden, vs. 15-19. — Eenstemmig is <strong>het</strong> antwoord<br />
van allen, mannen zoowel als vrouwen. De laatsten speelden bij den<br />
cultus van de godin de hoofdrol, gelijk uit vs. 19 blijkt, maar ook de<br />
mannen hadden ermee te maken. De man kon de gelofte, door zijn vrouw<br />
gedaan, beletten (Num. 30 : 6-8). H. 7 : 18 . toont, hoe in Jeruzalem<br />
16 ook de mannen meededen aan deze vereering. Het antwoord is zoo