You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
70 Jeremia 25 : 12. UITLEG.<br />
Volgens VoLZ moet vs. 11 en 12 als latere toevoeging worden beschouwd,<br />
omdat z. i. deze verzen niet door Jeremia zelven geschreven<br />
zouden kunnen zijn. De profeet zou n.l. zijne strafbedreiging, niet aldus<br />
hebben beperkt en door eene strafbedreiging voor Babel verzacht.<br />
Daartegen merken wij op, dat niet alleen bij Jeremia, maar ook bij de<br />
andere profeten naast elkaar straf- en heilsvoorzeggingen voorkomen.<br />
De strafbedreigingen beteekenen nooit, dat God zijn volk volkomen,<br />
zonder rest, vernietigt; en de heilsprofetieën sluiten zich aan bij <strong>het</strong><br />
doel Gods, de loutering, en bij den eisch Gods, de bekeering. Wat<br />
Jeremia zelven betreft, verwijs ik naar de Inleiding, blz. 16. En dat<br />
Jeremia zijne strafbedreigingen door dèze belofte verzwakt zou hebben,<br />
is toch moeilijk vol te houden, daar hij immers eerst na verloop van<br />
zeventig jaar eene betere toekomst laat zien. Wat dit cijfer zelf betreft,<br />
m. i. moeten wij dit als een rond getal opvatten. In 538 v. C. heeft<br />
Cyrus door de verovering van Babel een eind aan dit oude rijk gemaakt<br />
(29 : 10; 2 Kron. 36 : 21; Ezra 1 : 1; Jes. 23 : 17; Dan. 9 : 2).<br />
12 Wanneer nu Juda met de omliggende landen zoo langen tijd onder<br />
de macht van Babel heeft moeten bukken, dan komt de tijd, dat de<br />
wereldbeheerscher en zijn overmoedig volk de rechtvaardige straf over<br />
hunne schuld ontvangen zullen (H. 50 en 51; Jes. 13 : 19; 21 : 9; 47;<br />
Dan. 4 : 30). Inderdaad is de schitterende cultuur van Babel ondergegaan<br />
en <strong>het</strong> land, dat zoo machtige bouwwerken vertoonde, eene<br />
wildernis geworden.<br />
13 Het 13de vers brengt eene moeilijkheid. In de tweede helft van dit<br />
vers wordt over Jeremia in den derden persoon gesproken, terwijl<br />
blijkens vs. 3 de profeet zelf aan <strong>het</strong> woord is; <strong>het</strong> is moeilijk te verstaan,<br />
waarom deze hier over zichzelf zou zijn gaan spreken. VoLZ beschouwt<br />
de zinsnede „wat Jeremia over alle volken heeft geprofeteerd" als een<br />
later toegevoegd opschrift boven vs. 15 vv. Dr. G. CH. AALDERS verklaart<br />
de geheele tweede helft van <strong>het</strong> vers („alles, wat .... ”) als eene verduidelijkende<br />
kantteekening van een lateren lezer, die ten onrechte<br />
dacht aan Jeremia's profetie tegen Babel in H. 50 en 51. VoLZ meent,<br />
dat <strong>het</strong> „boek", hier genoemd, <strong>het</strong> boek is, dat Baruch volgens H. 36<br />
naar Jeremia's dictaat samenstelde en aan <strong>het</strong> volk voorlas, en dat<br />
25 : 1-14 <strong>het</strong> woord bevat, waarmee Jeremia <strong>het</strong> dictaat, Baruch de<br />
teboekstelling begeleidde. AALDERS betoogt, dat dit onjuist is, omdat<br />
25 : 1-14 eene profetische prediking bevat, die als zoodanig een zelfstandig<br />
karakter moet hebben gedragen en niet als aanvangs- of slotwoord<br />
van een geschrift is te denken, èn dat ook de tegenwoordige<br />
plaatsing voor deze veronderstelling weinig gunstig is. In elk geval<br />
moet aangenomen worden, dat vs. 13 Of in zijn geheel Of gedeeltelijk<br />
niet door Jeremia is geschreven, maar later toegevoegd.<br />
14 Ook <strong>het</strong> trotsche, machtige Babel, dat de wereld beheerschte, zal