You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
98 Jeremia 31 : 39. UITLEG.<br />
Valt zóó iets hier niet te zeer uit den toon na de heerlijke profetie van<br />
<strong>het</strong> nieuwe verbond en de hooggestemde woorden van vs. 35-37? Er<br />
zijn uitleggers, die dit meenen. VoLZ b.v. acht <strong>het</strong> ondenkbaar, dat<br />
Jeremia zijn heilsbeloften zóó prozaïsch zou hebben geëindigd en hij<br />
beschouwt daarom vs. 38-40 als toevoeging van een lateren lezer, die<br />
aldus aanvulde, wat hij hier miste: eene vermelding van den opbouw<br />
der stad. Ik geloof, dat men aldus den profeet misverstaat. Na al de<br />
heerlijkheid, die <strong>het</strong> Nieuwe Verbond eens brengen zal, teekent hij nu<br />
precies, hoe <strong>het</strong> na den terugkeer uit Babel begint: met den opbouw<br />
van de stad. De toren Hananel lag in <strong>het</strong> N.-0. (Neh. 3 : 1; 12 : 39;<br />
Zach. 14 : 10), de Hoekpoort in <strong>het</strong> N.-W. (2 Kon. 14 : 13; 2 Kron.<br />
39 26 : 9) 1) evenals waarschijnlijk de heuvel Gareb en Goa. Met „<strong>het</strong><br />
40 gansche dal, de lijken en de asch" zijn wij ten Z. W. van Jeruzalem, in<br />
<strong>het</strong> Hinnom-dal, waar begraven werd en afval van de stad werd neergeworpen<br />
2) (vgl. den Uitleg van 7 : 32 en 19 : 2). De beek Kedron, die<br />
ten N.-W. van de stad ontsprong, liep ten 0. langs den Olijfberg en viel<br />
in 't Z.-0. in de Doode Zee 3). Het Kedron dal is nu droog.<br />
Er is iets treffend practisch in, dat de profeet <strong>het</strong> zóó nauwkeurig<br />
aangeeft : hij staat met beide voeten in de werkelijkheid; maar daar ligt<br />
ook een groote teerheid in, dat hij laat zien: zie, z66 zal <strong>het</strong> beginnen!<br />
En dan moeten wij vooral erop letten, dat hij zegt: de stad zal „voor den<br />
HEER" opgebouwd worden. Diezelfde stad, die door de zonde zoo<br />
vreeselijk ontheiligd was (5 : 1; 6 : 6; 7 : 17; 8 : 5), krijgt een nieuwe<br />
bestemming. Ook <strong>het</strong> verontreinigd terrein ten zuiden van de stad zal<br />
dan niet meer voor afgodische praktijken gebruikt worden, maar Gode<br />
gewijd zijn.<br />
TIJDENS HET BELEG VAN JERUZALEM, H. 32-34.<br />
32 1 Jeremia's koop van een akker, 32 vs.1-5. -- Nu worden wij verplaatst<br />
in <strong>het</strong> tiende jaar van Zedekia. In diens negende jaar had <strong>het</strong> Babylonisch<br />
leger <strong>het</strong> beleg om Jeruzalem geslagen (2 Kon. 25 : 1). Vergelijking van<br />
33 : 1 met 32 : 1, 2 bewijst, dat H. 32 en 33 bij elkaar behooren.<br />
2 Het beleg van de stad is éénmaal onderbroken geworden tengevolge<br />
van den opmarsch van een Egyptisch leger (Inleiding, blz. 10). Gedurende<br />
die onderbreking wilde Jeremia de stad verlaten, maar hij werd gegrepen<br />
en in een ellendige gevangenis opgesloten, 37 : 11-16; daarna, op zijn<br />
dringend verzoek, op bevel van den koning in den gevangenhof gebracht,<br />
37 : 20, 21. Dáár is hij nu in den tijd, waarin wij hier worden verplaatst.<br />
1) G. LANDAUER, Palástina, S. 3-5.<br />
2) G. LANDAUER, S. 3, 32; G. DALMAN, Hundert Deutsche Fliegerbilder aus<br />
Palaestina, S. 10. 3) G. LANDAUER, S. 46.