Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
132 Jeremia 44 : 17. UITLEG.<br />
17 absoluut mogelijk: zij storen zich niet aan <strong>het</strong> wool d van Jeremia. Zij<br />
zullen hun geloften, aan de godin gedaan, vervullen, zooals ze dat vroeger<br />
ook in Jeruzalem deden. Ja, voegen ze eraan toe, toen de godin gediend<br />
werd, ging alles goed! Hier doelen ze op den officiëel getolereerden<br />
18 afgodendienst, zooals die vóór de reformatie van Josia plaats had. Zeker<br />
is <strong>het</strong> waar, dat daarna de rampen over Juda losbraken. Maar de conclusie,<br />
die de Judeeërs uit dat verschijnsel trekken, bewijst hun absoluut gemis<br />
aan echt religieus besef. Hun godsdienst is puur loondienst, gelijk<br />
onze zendelingen dien bij de heidenen aantreffen. Ze reppen dan ook<br />
met geen woord van hun verhouding tot dien God, in wiens naam Jeremia<br />
19 gesproken had; wèl een bewijs, hoe weinig deze voor hen beduidde. De<br />
vrouwen verschuilen zich achter de houding van hun mannen diè hebben<br />
immers den cultus toegelaten! De offerkoeken, naar <strong>het</strong> beeld van de godin<br />
gemaakt, hadden waarschijnlijk den vorm van een ster. Ook bij den<br />
Babylonischen Igtar-dienst werden offerkoeken gebruikt; <strong>het</strong> Babylonische<br />
woord voor offerkoek, kamánoe, herinnert aan <strong>het</strong> Hebreeuwsche, kawwán.<br />
Zoo werden in Athene ter eere van de godin Artemis koeken gebakken<br />
in maanvorm, die daarom „maantjes" heetten.<br />
20 Jeremia dreigt met <strong>het</strong> goddelijk oordeel, vs. 20-33. -- Met groot geduld<br />
21 antwoordt de profeet ook ditmaal. Juist de afgodendienst heeft <strong>het</strong><br />
22, 23 oordeel Gods gebracht en zoo <strong>het</strong> land in <strong>het</strong> ongeluk gestort. Want<br />
25 dat was ongehoorzaamheid. Hebben zij eenmaal aan de Koningin des<br />
hemels geloften gedaan en gezegd, dat ze die ook willen vervullen, goed,<br />
laten ze dat dan maar doen, roept de profeet hun ironisch toe; belofte<br />
26 maakt schuld! Maar dan zal de HEER óók zijn eed houden: dat in heel<br />
27 Egypte zijn naam niet meer door één Judeeër zal worden gebruikt. Want<br />
28 Hij zal ervoor zorgen, dat ze daar zullen omkomen. En dan, als <strong>het</strong><br />
oordeel voltrokken wordt, zullen ze weten, wie gelijk had, zij of de HEER.<br />
2i Zij krijgen er nog een teeken bij, dat de zekerheid van dat oordeel hun<br />
illustreeren kan. De op dat oogenblik regeerende koning van Egypte,<br />
Farao Hofra, zal in de hand van zijn vijanden vallen, gelijk Zedekia in de<br />
handen van Nebukadrezar gevallen was. De Grieksche geschiedschrijver<br />
He r o d o t u s verhaalt (II 161-169), hoe deze koning, bij hem Apriës<br />
genoemd, ten val kwam. Na een mislukte expeditie tegen Cyrene kwamen<br />
de soldaten tegen hem in opstand, waarom hij er zijn generaal Amasis<br />
heenzond om hen tot rede te brengen. Maar Amasis werd door de soldaten<br />
tot koning uitgeroepen. Deze behandelde Apriës goedgunstig; maar<br />
toen de Egyptenaars er tegen opkwamen, dat hij „hem onderhield, die<br />
hun en zijn ergste vijand was", leverde hij den vroegeren vorst aan <strong>het</strong><br />
volk over, dat hem doodde. Volgens een inscriptie van Amasis zelven zou<br />
hij door zijn eigen soldaten, slapend in de hut van zijn schip, vermoord<br />
zijn. Toen Nebukadrezar Egypte binnenviel, was Amasis daar aan de<br />
regeering.