Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Jeremia 49 : 38. UITLEG. 157<br />
Door de verzwakking van de macht van Elam met de verwoesting<br />
van Susa baande Assurbanipal den weg voor de opkomst van Perzië.<br />
Cyrus, de Kores van Jes. 44 : 28 en 45 : 1, noemt zijn overgrootvader<br />
Teïspes al „koning van Ansan", d. i. Elam (Cyrus-cylinder, reg. 21); in<br />
diens dagen zal dus <strong>het</strong> Perzische rijk de erfenis van <strong>het</strong> oude Elam<br />
tot zich hebben getrokken (Ez. 32 : 24, 25). Z66 is de profetie van<br />
Jeremia vervuld.<br />
Maar onder de Perzische heerschappij is dat oude volk nog weer tot<br />
nieuwen bloei gekomen. Darius Hystaspis (522-486 v. Chr.) stelde zijn<br />
rotsinscriptie behalve in <strong>het</strong> Perzisch en Babylonisch ook in de Elamietische<br />
taal; en Susa kwam als Perzische residentie weer op (Esther<br />
1 : 2; Neh. 1 : 1). Z66 is ook de betere tijd, dien Jeremia voorzegde,<br />
voor Elam aangebroken. Hand. 2 : 9 spreekt nog van Elamieten.<br />
Over Babel, H. 50 en 51.<br />
50 Opschrift, 50 vs. 1. — Dit opschrift, niet door den profeet zelf boven de<br />
volgende profetieën geplaatst, vat ze saam als <strong>het</strong> woord, dat hij van zijn<br />
God over Babel ontving. In den vorm herinnert <strong>het</strong> aan H. 45 : 1 en<br />
46 : 13; vgl. Jes. 20 : 1; Hagg. 1 : 1, 3; 2 : 1; Mal. 1 : 1. In de profetie<br />
over Egypte vonden wij twee gedeelten uit verschillenden tijd. Nu heeft<br />
Jeremia reeds in <strong>het</strong> eerste jaar van Nebukadrezar een eind aan diens<br />
macht zien komen (25 : 12-14). Wanneer wij dus in H. 50 en 51 niet<br />
één profetie, maar verscheidene voorzeggingen over Babel vinden, dan<br />
is de gereede verklaring hiervoor deze, dat de profeet op onderscheidene<br />
tijden tegen Babel heeft geprofeteerd en dat wij die verschillende profetieën<br />
hièr saamgevat zien. B u d d e heeft indertijd getracht aan te toonen,<br />
dat H. 50, 51 een maakwerk uit later tijd was, omdat de inhoud zich<br />
steeds in denzelfden gedachtenkring beweegt : de nadering van den<br />
vijand wordt er elf maal aangekondigd, de verwoesting van Babel negenmaal,<br />
de terugkeer van Israël zevenmaal, enz. (Jahrb. /. deutsche Theologie<br />
XXIII S. 458 f.) Maar <strong>het</strong> genoemde verschijnsel vindt juist niet zijn<br />
verklaring in de hypothese, dat we hier met een kunstig saamgesteld<br />
geheel te doen hebben; dan zou de auteur toch wel heel stumperig zijn<br />
werk hebben gedaan! Maar wèl in de onderstelling, dat hier eigen woorden<br />
van den profeet door een latere hand zijn saamgevoegd.<br />
2 Babels val, vs. 2, 3. — Babel heeft de wereld geregeerd, de volken<br />
geknecht. Nu komt <strong>het</strong> groote nieuws: de machtige stad is door een<br />
vijand genomen! Dit is voorspelling; uit vs. 3 blijkt, dat de aanval op<br />
Babel nog plaats moet hebben. De god van Babel, door de Babylonische<br />
koningen in hun inscripties verheerlijkt, heeft zijn stad en rijk niet kunnen<br />
redden. Bel (= heer) is oorspronkelijk een benaming van den ouden<br />
Babylonischen god En-lil, maar later van Mardoek, die, eerst stadgod van<br />
Babel, de voornaamste god werd. Zijn groote tempel in Babel, Esagila,