Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6 Jeremia 25 : 14. TEKST.<br />
die Ik daartegen gesproken heb, in vervulling brengen - alles, wat<br />
in dit boek geschreven is, <strong>het</strong>geen Jeremia over alle volkeren heeft gepro<br />
14 feteerd. - Want ook zij moeten machtige volken en groote koningen<br />
dienstbaar zijn; zoo vergeld Ik hun naar hun doen en naar <strong>het</strong> werk<br />
hunner handen.<br />
BEKER EN ZWAARD, H. 25 : 15-38.<br />
15 Want zoo heeft de HEER, Israëls God, tot mij gezegd:<br />
Neem dezen beker ,met den wijn des toorns' (I) uit mijne hand en<br />
16 laat al de volken, tot wie Ik u zend, hem drinken; dat zij drinken en<br />
waggelen en dol worden door <strong>het</strong> zwaard, dat Ik onder hen zend.<br />
17 Toen nam ik den beker uit de hand des HEEREN en liet al de vol<br />
18 ken, tot wie de HEER mij zond, drinken: Jeruzalem en de steden van<br />
juda met hare koningen .en' (g) vorsten, om ze te maken tot eene<br />
woestenij, een schrik, een spot en een vloek, gelijk zij heden ten dage<br />
19 zijn; Faraö, den koning van Egypte, met zijne dienaren, zijne vorsten<br />
20 en heel zijn volk (h); al de koningen van <strong>het</strong> land der Filistijnen:<br />
Askelon, Gaza, Ekron en de rest van Asdod; Edom, Moab en de<br />
21 Ammonieten; al de koningen van Tyrus, al de koningen van Sidon en<br />
22 de koningen van de kuststreek aan de overzijde der zee; Dedan, Tema,<br />
23 Bûz en allen, die zich <strong>het</strong> haar van de slapen weggeschoren hebben;<br />
24 al de koningen der Arabieren, en al (1) <strong>het</strong> gemengde volk, dat in de<br />
25 woestijn woont; ,al de koningen van <strong>het</strong> land Uz'; al de koningen<br />
26 van Zimri; al de koningen van Elam; al de koningen van Medië; al<br />
de koningen van <strong>het</strong> Noorden, dichtbij en veraf, de een na den ander;<br />
al de koninkrijken der aarde, die op den aardbodem zijn (J).<br />
27 Zeg dan tot hen: Zoo zegt de HEER der heirscharen, Israëls God:<br />
Drinkt, dat gij dronken wordt en braakt en neervalt en niet (weer)<br />
opstaat, tengevolge van <strong>het</strong> zwaard, dat Ik onder u zend!<br />
28 En als .zij weigeren, den beker uit uwe hand te nemen om te drinken,<br />
zeg dan tot hen: Zoo zegt de HEER der heirscharen: Drinken zult gijI<br />
29 Want bij de stad, waarover mijn naam genoemd is, ben Ik immers<br />
met <strong>het</strong> onheil begonnen, zoudt gij dan vrij uit gaan? Gij zult niet vrij<br />
uit gaan, want <strong>het</strong> zwaard roep Ik tegen alle bewoners der aarde, spreekt<br />
de HEER der heirscharen.<br />
30 En gij moet hun al deze woorden profeteeren en tot hen zeggen:<br />
De HEER zal brullen uit den hooge,<br />
uit zijne heilige woning zijne stem verheffen,<br />
ja, brullen zal Hij tegen zijn gebied;<br />
een juichen als der wijnpersers zal hij aanheffen<br />
over alle bewoners der aarde I<br />
31 Het geluid klinkt tot <strong>het</strong> einde der aarde,