You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
,Jeremia 36 : 10. UITLEG. 113<br />
in de verootmoediging op den Grooten Verzoendag (Lev. 16 : 29; 23 : 27;<br />
Num. 29 : 7).<br />
io Om aan zijn opdracht te voldoen begeeft Baruch zich naar een der vertrekken<br />
bij den tempel (vgl. 35 : 1, Uitleg), en wel naar dat van Gemarja,<br />
den zoon van den schrijver Safan. Dezen gafan kennen we uit 2 Kon.<br />
22 : 8; Germarja was dus een broeder van Achikam, den beschermer<br />
van Jeremia (26 : 4). Deze familie was den profeet gunstig gezind. Zoo<br />
begrijpen we, waarom Baruch juist naar dat vertrek gaat. Gemarja zelf<br />
was op dat oogenblik afwezig en bevond zich met de andere vorsten in<br />
<strong>het</strong> paleis (vs. 12). Maar zijn zoon Micha was er wèl (vs. 11). Deze kamer<br />
lag vlakbij den ingang van de nieuwe poort van den tempel (26 : 10).<br />
Wanneer dus Baruch in den toegang tot dit vertrek ging staan, dan kon<br />
hij, zonder dat de volksmenigte door opdringen hem hinderde, alle aanwezigen<br />
met zijn stem bereiken. Zoo leest hij dan voor „ten aanhooren<br />
van al <strong>het</strong> volk"; al spoedig verzamelt zich, juist op dat punt, een groote<br />
menigte, nieuwsgierig, wat er te doen is.<br />
11 De voorlezing aan de vorsten, vs. 11-15. — Micha de zoon van den<br />
eigenaar van de kamer, was erbij, toen Baruch uit de rol voorlas.<br />
Misschien had zijn vader hem wel opgedragen, te komen rapporteeren,<br />
als zich iets bijzonders voordeed. De gissing van Calvijn, dat hij den<br />
rol van verklikker speelde, vindt in den tekst geen steun. Integendeel,<br />
niet alleen de familie, waartoe Micha behoorde, maar de geheele kring,<br />
waarin we hier worden gebracht, was den profeet en zijn secretaris<br />
welgezind (vs. 19 en 25). Met meer recht zouden we kunnen vermoeden,<br />
dat de jonge Micha ontvankelijk was voor <strong>het</strong> nieuwe, dat<br />
hij daar hoort. Van <strong>het</strong> hooger gelegen tempelterrein liep hij naar beneden,<br />
naar <strong>het</strong> paleis (26 : 10), naar <strong>het</strong> vertrek van den secretaris<br />
des konings. Dit ambt is ook in 1 Kon. 4 : 3 vermeld; op dat oogenblik<br />
werd <strong>het</strong> bekleed door Elisama, misschien den opvolger van Safan<br />
(vs. 10 Uitleg). Elnathan, de zoon van Achbor, moest Uria uit Egypte<br />
terugbrengen (26 : 22). Achbor, Elnathan's vader, is misschien dezelfde<br />
als in 2 Kon. 22 : 12 en 14 genoemd wordt. Elnathan, Gemarja en Delaja<br />
komen in vs. 25 nog ter sprake.<br />
13 Micha brengt nu alles, wat hij Baruch heeft hooren voorlezen, over;<br />
„al de woorden" ziet natuurlijk niet op een letterlijke weergave, maar<br />
op mededeeling van alles, waar <strong>het</strong> bij <strong>het</strong> voorgelezene om ging, den<br />
14 hoofdinhoud. De vorsten willen nu zelf van den inhoud van de rol kennis<br />
nemen. Zij zenden daarom een boodschap naar Baruch, dat hij met de rol<br />
bij hen zal komen. Deze boodschap wordt overgebracht door Jehudi, die<br />
ook in vs. 21 als boodschapper voorkomt, dáár van den koning. Opvallend<br />
is, dat zijn stamboom tot in <strong>het</strong> derde geslacht wordt genoemd,<br />
zonder dat de overgrootvader een bijzonder bekend persoon is (zooals b.v.<br />
in de genealogie van Zefanja, Zef. 1 : 1). Daarbij, dat en de naam van den<br />
VAN RAVESTEIJN, Tékst en Uitleg, Jeremia, II 8