Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
36 Jeremia 41 : 9. TEKST.<br />
in <strong>het</strong> veld, tarwe, gerst, olie en honing! Toen liet hij hen ongemoeid<br />
9 en doodde ze niet met hunne makkers. De put, waarin Ismaël al de<br />
lijken van de mannen, die hij vermoord had, wierp, t een groote put' (C),<br />
is die, welken koning Asa gegraven had om Baësa, den koning van<br />
Israël; dien wierp Ismaël, de zoon van Nethanja, vol met lijken.<br />
10 Daarna voerde Ismaël de geheele rest van de bevolking, die in Mizpa<br />
was, gevankelijk weg, de prinsessen en al <strong>het</strong> volk, dat te Mizpa over-<br />
gebleven was, waarover de overste der lijfwacht Nebuzaradan Gedalja,<br />
den zoon van Achikam, had aangesteld; dezen voerde Ismaël, de zoon<br />
van Nethanja, gevankelijk weg en hij trok heen, om naar de Ammonieten<br />
uit te wijken.<br />
11 Toen Jochanan, de zoon van Karech, en al de legeroversten, die<br />
bij hem waren, hoorden, wat een onheil Ismaël, de zoon van Nethanja,<br />
12 had aangericht, namen zij al de soldaten mede, trokken ten strijde<br />
tegen Ismaël, den zoon van Nethanja, en troffen hem aan bij den grooten<br />
13 vijver te Gibeón. Zoodra al <strong>het</strong> volk, dat bij Ismaël was, Jochanan,<br />
den zoon van Karedch, en al de legeroversten, die bij hem waren, zag,<br />
14 waren zij verheugd; en al <strong>het</strong> volk, dat Ismaël van Mizpa gevankelijk<br />
had weggevoerd, keerde om en voegde zich weer bij Jochanan, den<br />
15 zoon van Kareach. Maar Ismaël, de zoon van Nethanja, ontkwam met<br />
acht man aan Jochanan en week uit naar de Ammonieten.<br />
16 Daarop nam Jochanan, de zoon van Karech, met al de legeroversten,<br />
die bij hem waren, de geheele rest van <strong>het</strong> volk, die Ismaël, de<br />
zoon van Nethanja, uit Mizpa gevankelijk had weggevoerd, nadat hij<br />
Gedalja, den zoon vAn Achikam, had vermoord, mannen, soldaten,<br />
vrouwen, kinderen en kamerlingen, die hij van Gibeon had teruggebracht,<br />
17 en zij trokken heen en kampeerden in Geruth-kimham, dat bij Bethlehem<br />
18 ligt, om verder te trekken naar Egypte, om de Chaldeeën, want die<br />
vreesden zij, omdat Ismaël, de zoon van Nethanja, Gedalja, den zoon<br />
van Achikam, had vermoord, dien de koning van Babel over <strong>het</strong> land<br />
had aangesteld.<br />
42 1 Het volk raadpleegt Jeremia, 42 vs. 1-6. — Toen kwamen al de legeroversten,<br />
Jochanan, de zoon van Karech, ^Azarja' (a), de zoon van<br />
2 Hosaja, en <strong>het</strong> geheele volk, klein en groot, en zeiden tot den profeet<br />
Jeremia: Geef toch gehoor aan ons verzoek en bid voor ons tot den<br />
HEER, uw God, voor heel deze rest; want wij zijn maar met weinigen<br />
van velen overgebleven, zooals gij ons vóór u ziet; laat de HEER,<br />
uw God, ons den weg bekend maken, dien wij moeten gaan, en <strong>het</strong><br />
besluit, dat wij moeten nemen.<br />
4 De profeet Jeremia zeide tot hen: Goed; ik zal naar uw wensch tot<br />
den HEER, uw God, bidden; en dan zal ik alles, wat de HEER u antwoordt,<br />
u mededeelen, ik zal niets verzwijgen.<br />
5 Daarop zeiden zij tot Jeremia: De HEER zij een waarachtig getuige