Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Jeremia 47 : 6. UITLEG. 143<br />
Syrië en Mesopotamië, en economisch van gewicht door haar ligging<br />
aan de grens van <strong>het</strong> woestijngebied. Askalon was ook een overoude<br />
stad, door haar ligging aan de kust — niet aan den weg — meer economisch<br />
dan strategisch van belang. In plaats van „hun vallei" leest de Septuagint:<br />
„de Enakieten"; deze worden in Joz. 11 : 22 en 2 Sam. 21 : 18-22<br />
met <strong>het</strong> land van de Filistijnen in verband gebracht. De opsomming van de<br />
verwoeste plaatsen eindigt met de droevige vraag: hoe lang moeten zij, die<br />
in den oorlog gespaard bleven, nog rouwen over de gesneuvelde verwanten?<br />
6 Een nieuw beeld. De profeet ziet een reusachtig zwaard, dat al maar<br />
woedt en doodt : <strong>het</strong> zwaard van den HEER (12 : 12 ; 50 : 3— 40;<br />
Ez. 21 : 28 v.v.). Wat een vreeselijke ellende brengt dat zwaard; laat<br />
7 <strong>het</strong> toch tot rust mogen komen, zich weer in zijn scheede bergen! Maar<br />
dan valt Jeremia zichzelf in de rede. Er is immers niets aan te doen;<br />
<strong>het</strong> is op goddelijk bevel, dat dit ontzettend zwaard zijn werk doet, en<br />
Gods wil moet volkomen worden volbracht. De zeekust is <strong>het</strong> Filistijnsche<br />
land (Ez. 25 : 16; Zef. 2 : 5).<br />
Over Moab, H. 48.<br />
48 1 Direct worden wij midden in de katastrofe verplaatst : wee over Nebo,<br />
dat verwoest is ! Nebo is de stad, oostelijk van de noordpunt van de Doode<br />
Zee, bij den berg van dien naam, die nu En-Neba heet. Koning Mesa<br />
van Moab (2 Kon. 3) beroemt zich op den Mesa-steen erop, dat hij deze<br />
stad aan Israël ontnomen had: „En Kamos zeide tot mij: Ga en neem<br />
Nebo van Israël af" (vgl. Uitleg vs. 7). Een vertaling van deze inscriptie<br />
geeft o. a. No or d t zij, Gods Woord en der Eeuwen Getuigenis, blz. 318, 319;<br />
een afbeelding van den steen Jeremias, Das A. T. im Lichte des A. 0. 3 S. 551.<br />
Kirjathaïm lag zuidelijker, nu: Kurëidt; ook door Mesa genoemd. Met<br />
„de vesting" is misschien de hoofdvesting van <strong>het</strong> land, Kir-Moab, bedoeld,<br />
nu: el-Kerak (25 : 11; Zef. 2 : 10), in zeer vruchtbare omgeving, hoog<br />
gelegen (1026 M.), 2 Kon. 3 : 25 belegerd door de koningen van Israël en<br />
2 Juda; thans nog de voornaamste plaats van die streek. Hesbon (Jes. 15:4),<br />
nu : Hesbán, 6 K.M. noordoostelijk van den Nebo, eerst de stad van<br />
Sihon, koning der Amorieten, werd door de Israëlieten genomen (Num.<br />
21 : 25) en later door de Moabieten veroverd. De stad, waar nu nog<br />
ruïnen zijn, was gebouwd op twee heuvels (1300 M.). Madmen wordt<br />
door Volz geidentificeerd met <strong>het</strong> tegenwoordige Madeba (Medeba<br />
Jes. 15 : 12), volgens den Mesa-steen in den tijd van Omri op Israël<br />
veroverd. De profeet maakt hier fijne woordspelingen met de plaatsnamen,<br />
door O r e l li aldus weergegeven: „tegen Hesbon heeft men onheil<br />
gesponnen" ; „gij, Madmen, wordt mat gemaakt."<br />
3 Met duidelijke herinneringen aan Jes. 15 teekent Jeremia nu de algemeene<br />
vlucht: <strong>het</strong> geheele land weerklinkt van angstkreten. Horonajim,