Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Jeremia 37 : 19. UITLEG. 119<br />
autoriteit ook hun maatregelen. En wat heeft Jeremia tegen de vorsten<br />
of <strong>het</strong> volk misdreven, dat hij zulk een vreeselijk lot in dien kerker dragen<br />
19 moet? Wat hebben nu toch al die volksprofeten met hun gerust-<br />
20 stellende beloften te zeggen? Laat dan de koning hem niet weer in dat<br />
vreeselijk verblijf terugbrengen, waar een jammerlijk lijden ten laatste<br />
hem zeker den dood brengen moet! Wat moet de profeet, van allen verlaten,<br />
dien langen tijd dààr geleden hebben!<br />
21 De koning voldoet aan <strong>het</strong> verzoek en laat Jeremia in den gevangenhof<br />
in bewaring zetten (H. 32). Dagelijks kreeg hij daar zijn rantsoen:<br />
èèn brood; It. „een schijf brood"; de oostersche brooden, van heel<br />
anderen vorm dan de onze, zijn rond, in den vorm van een pannekoek,<br />
in <strong>het</strong> midden dikker 1); <strong>het</strong> was dus een zeer karig rantsoen. Ook in<br />
Jeruzalem leefden, zooals nog in de oostersche steden, de mannen<br />
van eenzelfde ambacht in èèn straat; zoo lezen we ook van bazarstraten<br />
in Samaria en Damascus (1 Kon. 20 : 34).<br />
Jeremia was wel zijn vrijheid van beweging kwijt, maar kon toch<br />
in contact blijven met zijn volk; dat blijkt uit <strong>het</strong>geen volgt : H. 38 : 1-3;<br />
zóó later Paulus te Rome (Hand. 28 : 30, 31).<br />
38 1 Jeremia in een put geworpen, 38 vs. 1-6. — Niet lang zou de profeet<br />
ongestoord van zijn beter verblijf mogen genieten. Vier vorsten hooren<br />
woorden van hem, die gereeden grond voor een aanklacht geven. Van<br />
de vier kennen wij Paschur reeds uit <strong>het</strong> eerste gezantschap van Zedekia<br />
(21 : 1) en Juchal uit <strong>het</strong> tweede (37 : 3). Is Gedalja, de zoon van Paschur,<br />
misschien een zoon van den gezworen vijand van Jeremia (20 : 1)?<br />
2 De profeet heeft verkeer met de buitenwereld (H. 32). Daarvan maakt<br />
hij gebruik om, evenals vroeger (21 : 1 met Uitleg), ieder, die <strong>het</strong> hooren<br />
wil, aan te sporen, de stad te verlaten en zich aan den vijand vrijwillig<br />
3 over te geven. Want <strong>het</strong> lot van Jeruzalem is bepaald; verzet zal niet<br />
baten; de verblinde oorlogspartij brengt de menschen in den dood.<br />
4 De vorsten, die dat gehoord hebben, gaan nu naar den koning en vragen<br />
hem, dezen man (wij hooren hun verachting!) ter dood te laten brengen.<br />
Want hij ontmoedigt de soldaten, die nog over zijn. Reeds waren vele door<br />
ziekte of dood uit de rijen weggevallen; verscheidene waren ook al<br />
overgeloopen (vs. 19). Als de ideeën van dien man doorwerken, zal <strong>het</strong><br />
volk niet langer tegenstand willen bieden! Zeker zagen de vorsten daarin<br />
goed. Maar wat daarachter lag, zagen zij niet : dat Jeremia als profeet<br />
zóó spreken moest en dat verzet tegen Babel ongehoorzaamheid aan Gods<br />
wil was. Voor Jeremia gold <strong>het</strong> dus hier: Gode meer gehoorzaam zijn<br />
dan den menschen. En niet hij j bewerkte den ondergang van zijn volk,<br />
maar de verblinde vorsten.<br />
1-) Zie de illustratie bij G. LANDAUER, Palástina, S. 126.