You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
84 Jeremia 29 : 8. UITLEG.<br />
zij moeten niet met wrok en haat in <strong>het</strong> land van hun overwinnaar leven,<br />
maar <strong>het</strong> welzijn van dat land moet hun ter harte gaan, zij moeten zelfs<br />
bidden voor Babel. Immers, God is <strong>het</strong>, die hen in ballingschap heeft<br />
gevoerd, zij moeten er de menschen niet op aanzien. En als <strong>het</strong> de<br />
maatschappij, waarin zij nu eenmaal moeten leven, goed gaat, dan zullen<br />
zij zelve ook daarvan de vruchten plukken.<br />
8 Want waarom moet zóó de houding der ballingen zijn, tegen hunne<br />
natuurlijke neiging in? Omdat zij gehoorzaam moeten zijn aan hun God.<br />
9 Ook onder hen zijn valsche profeten, die Jeremia hier „waarzeggers"<br />
noemt, omdat zij toch niets meer zijn dan dat, en „droomers", omdat<br />
zij met droomen aankomen in plaats van met een klaar, waarachtig<br />
woord van God. Hij zegt van deze „droomers", dat de ballingen hen<br />
laten droomen. De menschen willen immers zoo heel graag terug naar<br />
hun land en grond, dat weten die valsche profeten opperbest, en zóó<br />
komen zij aan die mooie droomen, die van spoedigen terugkeer spreken!<br />
9 De Joden moeten niet naar die profeten luisteren, want zij beweren wel,<br />
dat de HEER hen gezonden heeft met die verlokkende boodschap, zij<br />
spreken wel onder den schijn van goddelijke autoriteit, maar dat is<br />
alles leugen.<br />
10 Tegenover <strong>het</strong> woord van die valsche profeten staat <strong>het</strong> woord Gods,<br />
dat Babels heerschappij niet zoo spoedig gebroken wordt, maar wel zeventig<br />
jaar duren zal (vgl. 25 : 11 met den uitleg). Dat is de tegenstelling, waar<br />
<strong>het</strong> Jeremia om te doen is, dat moeten de ballingen goed weten. De<br />
tegenstelling is niet — gelijk VoLZ wil —: <strong>het</strong> aanroepen van God zelven<br />
(vs. 12) tegenover <strong>het</strong> raad vragen aan de valsche profeten. Het is dan<br />
ook ongemotiveerd om vs. 10 en 11 als latere invoeging te beschouwen<br />
en vs. 12 direct op vs. 9 te laten volgen, gelijk deze geleerde doet. Wij<br />
móeten wel aannemen, dat Jeremia zelf van de zeventig jaar gesproken<br />
heeft. Dat dit voor de ballingen, die voor <strong>het</strong> overgroote deel den terugkeer<br />
na zóó lang tijdsverloop niet meer zouden beleven, geen troost zou geweest<br />
11 zijn, is toch wel heel laag bij den grond gedacht. Neen, de ballingen<br />
behoeven niet te denken, dat hun God hen vergeet : Hij weet werkelijk<br />
12 wel, hoeveel goeds Hij nog met hen voorheeft (vgl. 31 : 17). Als zij<br />
gelóovig tot Hem bidden, dan zal Hij hoorent zij moeten beginnen met<br />
gehoorzaam te zijn aan zijn wil en niet een eigen verlossingsplan te maken,<br />
13 zooals de valsche profeten doen. Het moet hun om God zelven te doen<br />
zijn, niet om <strong>het</strong> aardsche, dat Hij geeft; hoe heerlijk <strong>het</strong> ook zij voor<br />
<strong>het</strong> vrome Joodsche hart, om weer naar Jeruzalem te kunnen opgaan.<br />
14 Wij hebben hier de lijn van Matth. 6 : 33 en van Luk. 11 : 10. Als <strong>het</strong><br />
oordeel dan gelouterd heeft en bekeering gewrocht, dan zal de HEER<br />
Zich niet langer terugtrekken, maar Zich laten vinden; dan zal de straf<br />
van de ballingschap een eind nemen en God zelf de ballingen weer<br />
terugbrengen naar de plaats, van waar Hij ze had weggevoerd.